vrijdag 23 december 2016

Stalletje

Stel dat Jezus niet geboren was in een stal maar in een, voor die tijd, luxe herberg. Dan stond er nu onder je kerstboom geen grappig stalletje met een paar kinderboerderij rekwisieten en een bakje met stro, maar een doorsnede van een gebouw met meerdere kamers, een paar dronken miniatuurromeinen en een hele beestenboel eromheen. Of stel dat de bevalling onderweg naar Bethlehem was begonnen. Al dat geschommel op die ezel en de stress van een instabiele regering, om maar wat te noemen, hadden er toch zomaar voor kunnen zorgen dat Maria’s vliezen voortijdig doorgebroken waren en dat ze haar kindje in de berm had gebaard. Nou, dat was een hele toer geweest om daar een leuk tafereeltje van te maken op het dressoir.

Stel dat ze helemaal niet was gegaan, Maria. Dat Jozef haar al lang en breed gedumpt had om die discutabele zwangerschap. "Maagd! Laat me niet lachen...Wie was het? Zeg op! Wie was het!" Zoiets. Maria in tranen, wanhopig snotterend en bazelend over engelen en andere onverklaarbare zaken die je makkelijk toe kon schrijven aan haar hormonaal labiele toestand. Want als je zwanger bent is dat de oorzaak van alles wat je doet. Goed of slecht, verward of kraakhelder, briljant of oliedom. You name it en het komt omdat je zwanger bent. Volledig ontoerekeningsvatbaar en publiek domein. Dus tja, met een verhaal over een engel die neerdaalde uit de hemel met een boodschap van God zelve en dan ook nog zwanger zijn terwijl je én beweerde maagd te zijn én derhalve dus ook geen seks hebt met je vaste verkering kom je dan echt niet meer weg. Het is maar goed dat de rest van het dorp ook op pad moest om zich te laten registreren in zijn of haar geboorteplaats want anders had ze vast als verlaten en overspelige vrouw een nogal lastig leven gehad daar in Nazareth. Ze kon die tocht naar Bethlehem natuurlijk nevernooit alleen maken. Als ik deze Maria geweest was had ik als de sodemieter mijn spullen gepakt en was ik met de Noorderzon vertrokken. Dan had ik mijn bastaardkindje ergens aan de andere kant van de Dode Zee in alle stilte ter wereld gebracht en een klein en teruggetrokken bestaan geleid met een opgroeiende Jezus. Geen gedonderjaag met zeilbootjes terwijl het stormt, vissentrucjes of gevaarlijk gedoe met lopen over water, geen foute vrienden, niks. Gewoon een simpel leven. En als ik Maria was zou ik misschien nog wel eens een stoere rondtrekkende marktkoopman meegesleurd hebben naar mijn hutje maar ik zou het niet meer in mijn hoofd halen om nog eens zwanger te raken. 

Maar goed. Het is anders gelopen. Een aantal van Jezus' oude vrienden heeft de moeite genomen het verhaal op te schrijven. En dat is zo'n bestseller geworden dat je nu, tweeduizendzoveel jaar later, nog steeds in elke willekeurige westerse hotelkamer een la open kunt trekken om de Bijbel er in te vinden. 

Maar hé. We kregen er ook twee hele vrije dagen voor cadeau! Dan gaan we met z'n allen doen waar helemaal geen hond zin in heeft. En dus staan we morgen anderhalf uur in de rij met een kar vol boodschappen waarvan we geen idee hebben hoe we er iets eetbaars van moeten maken. Dragen we zonder enige gêne truien met knipperende lampjes en geborduurde kerstmannen erop. All you need is love kijken. Gaan we naar die kerk waar we ons normaal groen en geel aan ergeren op de enige dag in de week waarop we uit zouden kunnen slapen als die pokkeklokken niet geluid werden. Roepen we met z'n allen heel vaak dat het nu toch echt eens vrede op aarde zou moeten worden en dat alle kindjes een fijn thuis moeten hebben. En we komen er allemaal rond voor uit, in september beginnen we al te zuchten en te steunen hoe we tijd, familie en vrije tijd gaan combineren, maar we gaan er stug mee door. Niemand die nog weet waar die kerstboom nou vandaan komt (voor jouw info: van de Germanen die 10 dagen lang vierden dat het licht terugkeerde na de kortste dag van het jaar). En waarom we cadeaus voor elkaar kopen (ik heb ook geen flauw idee).

Ik zou hier een lans willen breken voor een ander feestdagen verdeelsysteem. Elk jaar op 1 januari mag een gekozen voorzitter van de van overheidswege ingestelde feestdagen-commissie tijdens een ceremonie een loting doen. In een kartonnen feestmuts zitten dan lootjes, één voor elke feestdag die dit land historisch, religieus, (multi-)cultureel of maatschappelijk gezien rijk is. We houden het vaste aantal vrije dagen en die verdelen we onder de feestdagen die door de voorzitter uit de feestmuts worden getrokken. Iedereen zit met zijn agenda voor de tv om de nationale feestdagen-planning voor het komende jaar te noteren. Je knijpt je lief even opgetogen in zijn been terwijl je je moeder een berichtje stuurt: sorry mam, wij moeten werken met kerst, valt gewoon op dinsdag en woensdag dit jaar hè maar geen vrije dagen geloot, helaas. Maar komen jullie dan gezellig mee dansen als we hier in de straat het Suikerfeest vieren eind augustus? 

zaterdag 3 december 2016

Lieve Annie

Ik schrijf je omdat ik de laatste dagen nogal vaak aan je moet denken. Dat jij in mijn gedachten opduikt komt omdat mijn hoofd een voorliefde heeft voor triviale weetjes waar je op de kerstborrel leuk mee voor de dag kunt komen maar waar je helemaal niks aan hebt als je bijvoorbeeld op jeepsafari bent op de Golan hoogvlakte en je bijrijder krijgt een slagaderlijke bloeding. Om maar wat te noemen. Maar even terug naar jou. Ik ken jou uit het liedje Smooth Criminal van Michael Jackson. (Ik ben helemaal geen grote fan hoor maar mijn eerste nachtmerries gingen over Thriller en hij heeft een liedje over mijn voornaam gemaakt en daar heb ik nu eenmaal een zwak voor, ik heb er ook eentje van Paul Anka in mijn playlist staan en van Therapy maar die telt niet helemaal omdat de spelling anders is maar als je het uitspreekt klinkt het hetzelfde dus ik reken dat toch goed). Ik weet niet eens precies waar Smooth Criminal verder over gaat, ik denk dat niemand dat weet, maar in het nummer zingt Michael een aantal keer: "Annie are you okay?" En daarna: "Can you tell us if you are okay Annie?". Jaren en jaren heb ik die zinnetjes meegezongen zonder me af te vragen wie Annie was. Tot ik een documentaire keek over MJ en je ter sprake kwam. En of het waar is of niet, ik vond het een geweldig verhaal en daar hou ik nogal van. Michael had een reanimatiecursus gevolgd en de pop die gebruikt wordt om hartmassage te leren, dat ben jij! Annie. (En al je collega's van andere reanimatieklasjes heten trouwens ook Annie.) Maar voor de cursisten gaan proberen je ribben te breken is er eerst een andere procedure. Ze moeten eerst aan je vragen of je ok bent, en als je dan niet meteen antwoord geeft moeten ze het nog een keer vragen om te checken of je in staat bent om dat te vertellen. Nou, en dat doe jij dan natuurlijk niet, want ja, je bent om te beginnen een pop en daarbij, je hebt hartmassage nodig dus erg ok zal het niet met je gaan. Michael vond deze zinnen zo prachtig dat hij het verhief tot een soort mantra die prima paste bij de gejaagde sfeer van zijn Smooth Criminal. En dat vind ik eigenlijk ook wel. Net zoals Gaudí vond dat hij een hoekige stad best kon omtoveren tot een gemozaïekte voorloper van Disneyland (wat ik overigens prachtig vind!) vond Michael dat hij een standaard procedure uit de medische wereld heel goed kon gebruiken om een pop-klassieker mee te schrijven.

Genoeg over Michael.
Ik denk dus veel aan je de laatste tijd. Vanwege het reanimatie gebeuren. Onlangs werd ik zelf in mijn nabije omgeving geconfronteerd met een hart dat stopte, reanimatie en de gevolgen daarvan. En waar ik veel over nadenk is of reanimatie wel altijd het beste is. Want dat hart gaat misschien zijn rondjes wel weer lopen maar wordt de bezitter ervan gelukkiger? Natuurlijk, in veel gevallen zal dat zeker zo zijn maar ik weet nu dat dat ook helemaal niet zo hoeft te zijn. Om nog maar te zwijgen over de mensen die ermee moeten dealen. De dood is rauw en hard en onomkeerbaar maar een beschadigde bovenkamer misschien nog wel meer. Dan word je misschien wel een levende nachtmerrie voor je omgeving. Zou jij dat willen Annie? Weet jij het? Heb jij nooit zin om eens tegen zo'n ribbenbeuker te schreeuwen dat-ie op moet donderen? Omdat er al zoveel mis is met je dat je maar beter de hele machinekamer stil kan leggen in plaats van het hart nog een heleboel jaren bloed te laten pompen naar die paar hersencellen die het overleefd hebben? Ik weet het niet. Wist je trouwens Annie, dat Gaudí in zijn eigen stad onder de tram is gekomen en dat het lang duurde eer men tot de ontdekking kwam wie deze onfortuinlijke voetganger was? Misschien was hij wel sneller geholpen door omstanders als dat eerder duidelijk was en was de Sagrada nu al af. Of niet, omdat er geen zinnig woord meer uit hem zou zijn gekomen na het tram-ongeluk.

Wie zal het zeggen? Joost? Wie is die Joost dan? Ik zou deze voorgaande vraag zo op Google in kunnen toetsen en dan heb ik binnen 0,023 seconden een antwoord van academisch niveau. Dan weet ik waar de uitdrukking vandaan komt, waar die op gebaseerd is, in welk bijbelboek we Joost terug kunnen vinden en wat zijn relatie tot Judas was. Maar ik ga het niet vragen aan Google want ik mis de romantiek van het weten en niet-weten. Van midden in de nacht iemand opbellen omdat je moet weten van wie dat ene nummer nou ook alweer was. Of met een paar vrienden vingerknippend en oja-end aan de keukentafel de naam van die acteur 'die je zo voor je ziet' proberen op te hoesten. Om je volgegeten en gedronken na de kerstdis te warmen aan de stem van je oude oom die alle etappetijden van Joop Zoetemelk op kan dissen toen hij de tour won, ook al geef je geen moer om sport. Of je al fantaserend afvragen hoe die leuke jongen van toen uit 4 havo er nu uitziet en wat hij doet tegenwoordig. Zonder raadpleging van Facebook en al die andere netwerken die de wereld verkleind hebben tot een speldenknop. Ik weet het niet Annie. Ik mis op het puntje van je tong, zacht geworden herinneringen en mysterie. Maar ik weet zeker, als de dag komt dat mijn herinneringen een vijand zijn, mijn tong moeite heeft om de woorden te vormen die me de macht geven mijn geliefden lief te hebben en mysterie alleen nog bestaat uit wat ik aan moet met de aandrang om een plas te doen, dan is er iets verkeerd gegaan. Dan hoop ik dat al mijn ribben voor niks gebroken zijn en dat mijn hart de verstandige keuze heeft gemaakt om mijn ziel haar glans te laten houden.

En mocht je nu denken; ik zag laatst die gelikte gozer dit nummer dansen bij dat dansdingetje op RTL4 dus ik ken het, dan kan ik je zeggen: je kent het niet. De originele clip (taken from de legendarische film Moonwalker) is een dansspektakel waar je ooit in je leven 9 minuut zoveel voor vrij moet maken het om te zien. Dan kan dat nu via deze link:
Michael Jackson - Smooth Criminal

zondag 6 november 2016

Lekker makkelijk

Naast de muziek van Bruce Springsteen, op kleur gesorteerde boekenkasten en lang houdbare champignons heb ik tevens een gruwelijke hekel aan gourmetten. Gourmetten is de meest overschatte gezelligheid in de Nederlandse keuken (ik weet niet of er buiten onze landsgrenzen ook gegourmet wordt maar we hebben het ook voor elkaar gekregen om de stroopwafel en de klomp tot exportproduct te verheffen dus ik vermoed het ergste).

Gourmetten is dus gezellig. De meeste mensen gourmetten namelijk als er iets te vieren is. Vraag maar eens op een paar willekeurige doordeweekse dagen aan mensen om je heen wat ze die dag gaan eten en je zult zelden dit antwoord krijgen: "Vanavond gaan wij gourmetten, zomaar." En dat komt zo. In tegenstelling tot wat men altijd denkt, namelijk dat gourmetten een makkelijk alternatief is voor een feestmenu, is gourmetten helemaal niet makkelijk.

Je moet om te beginnen naar de supermarkt voor een scheepslading miniatuurvlees. Daarnaast heb je, voor dezelfde maaltijd, ook nog stokbrood, friet en pannenkoekenmix nodig. Normaal gesproken kun je met deze verscheidenheid aan boodschappen drie tot vier keer een maaltijd op tafel zetten. Niet per se een gezonde maaltijd, maar soit, je hebt een maaltijd. Ga je gourmetten heb je dit allemaal op dezelfde dag nodig. Ik heb nog nooit slavinken met pannenkoeken en stokbrood met kruidenboter tijdens hetzelfde diner gegeten. Maar ok, dan heb je je koelkast volgepropt met die microscopische biefstukjes en kipfiletjes en een schier oneindige reeks aan sausjes en smeerdingetjes voor op je stokbrood. Daar gaat het hele concept makkelijk eigenlijk al verloren. Vooruit, je hebt jezelf nog wel het gemak van drie zakken voorgesneden stokbrood gegund.

Dan ga je de vliering op/overvolle trapkast in/de schuur te lijf om je gourmetstel op te duikelen. Je installeert de hele bende op tafel, pas op dat je je nek niet breekt over de kluwen aan verlengkabels en stekkerdozen die door de huiskamer liggen voor de stroomtoevoer. Vervolgens sta je minstens anderhalf uur in de keuken om je vleesjes en visjes leuk én praktisch te schikken op schalen. Champignons, uien en paprika's te snijden, pannenkoekenbeslag te klutsen, pepersausjes te roeren en een salade te maken. Dan moet alles op de tafel die voor 1/3 in beslag genomen wordt door het gourmetstel zelf, de rest van de ruimte is nodig voor bordjes, bestek en misschien heb je nog van die koddige spateltjes voor iedereen. Je propt alles zo goed en zo kwaad als het gaat in de overgebleven ruimte. Het volgende probleem waar je tegenaan loopt is dat je van heel veel dingen maar één hebt. Eén peper, één zout, één margarinefles, één pannenkoekenbeslagspuitfles. Straks zit je met dat hete gourmetstel en dan is het helemaal niet handig dat je steeds allemaal dingen door moet geven. Maar ja, je hebt die zout en peper wel 84 keer nodig want ja, al die ministukjes vlees natuurlijk. Gevolg: iedereen zit de godganse tijd margarine en zout aan elkaar te vragen. En hebben jullie nog garnalen liggen daar? Niet makkelijk.

Dan begint het feest. Ik had de voortdurende zoektocht naar dingen die je nodig hebt op tafel al genoemd maar dat is nog the least of your concerns... Weet iemand of dat pannetje nou boven of onder moet?! Ik heb het in elk geval nog nooit kunnen ontdekken. Al was het alleen al omdat de grote eters aan tafel meteen een hele slagerij op de bovenplaat kwakken. Als dat pannetje al daar hoorde dan is dat sowieso per direct onmogelijk. Dan ga je zitten kijken hoe je vlees gaar ligt te bakken. Ondertussen eet je een stokbroodje. Althans, dat denk je. Zonder dat je het merkt eet je 13 stokbroodjes. En dan: hoera! Je biefstuk is klaar. Je legt hem op je bord. Kiest een gezellig sausje uit, neemt je bestek ter hand en snijdt het ding in vier stukken. Ten overvloede want je kan het makkelijk in één keer naar binnen werken. Maar ja, dat is natuurlijk niet gezellig. Na drie minuten is je bord leeg en stort je je weer op het stokbrood. Je wijn heeft intussen de temperatuur bereikt waarop je graag je koffie drinkt. Ondertussen loop je je de blaren naar de frituurpan. De kinderen aan tafel heb je al ettelijke malen gered van derdegraads verbrandingen en onderin staan een paar vergeten pannetjes gevuld met pannenkoekenbeslag. Die pannenkoekjes verbranden nooit in een gourmetpannetje maar gaan vooral erg lijken op je gefacelifte tante. De mannen van de generatie 'wie is die man die op zondag altijd het vlees snijdt' eten of alles half rauw op of vragen doorlopend aan hun tafelgenoten of iets al klaar is. Iedereen vergeet wat van wie was en pakt gewoon waar hij of zij zin in heeft en wat gaar is, of niet en je ziet zo'n slavinkje langzaam vergaan tot een hoopje as. Dan, plotseling, begint iedereen te zuchten en steunen dat ie vol zit en meestal moet je er dan ook nog bij zeggen dat "het allemaal kleine stukjes vlees zijn maar je ongemerkt toch veel eet, hè", en één iemand bakt en braadt gewoon doodgemoedereerd verder maar heeft nu de hele plaat tot zijn beschikking. De pannenkoekjes zien er inmiddels uit als je tante voor haar facelift. 

Hartstikke gezellig. Je huis ruikt nog zeven weken gezellig. Je haar ziet eruit alsof je met je hoofd in de juskom hebt gehangen. Onderdelen van het gourmetstel die aan een hogedrukspuit toe zijn passen gezellig niet in de vaatwasser en je verbrandt je fikken alsnog gezellig aan een pannetje. En morgen kan je gezellig gekookte aardappels eten met minibiefstuk, minihamburger en minisparerib. Gezellig. En lekker makkelijk natuurlijk.

dinsdag 9 augustus 2016

En ze leefden nog lang en waren kort gelukkig

Toen ik geboren werd is een boze fee aan mijn wiegje verschenen. En zij sprak: “Voor altijd zal zij verliefd worden op moeilijke mannen”. En met een tikje van haar staf op mijn nog prille neusje bezegelde zij haar vloek. Daarna fluisterde ze nog in mijn oor: “En denk maar niet dat je er ook nog 100 jaar bij mag slapen.”. Nou, en het was natuurlijk niet te doen voor mijn vader om alle mannelijke baby’s, peuters en –vooruit- kleuters het land uit te bonjouren. Alle spinnewielen verbannen is één ding maar pakweg de helft van de aanstaande beroepsbevolking werd toch wat te gortig. Hij heeft nog een tijdje gehoopt dat ik op meisjes zou vallen maar dat was tevergeefs. Maar, gelukkig kwam er ook nog een goede fee. En die heeft een beetje van de vloek verzacht door die onmogelijke kerels dan wel ook heel knap, en/of slim en/of charmant te maken. En dat ik er maar van eentje kinderen zou krijgen. Eerder was ze aan de wieg van Anouk geweest maar toen was ze dat vergeten, van die kinderen.

Dus, ik heb een neusje voor mannen met een probleem (of een paar problemen). Nu denk je misschien, jaaa, hoor 's, die van mij is ook niet de makkelijkste hoor, die zit de hele tijd met modeltreintjes op zolder te spelen terwijl ik in mijn jarretels klaarlig in de echtelijke sponde. Of hij krijgt elke maand een bekeuring voor te hard rijden. Of ik moet zijn kleren altijd klaarleggen anders gaat ie gerust op zijn pantoffels naar de zaak. Of hij lacht altijd te hard om zijn eigen stomme grapjes (dat vind ik trouwens ook heel irritant dus: I hear you!). Maar ik heb het hier over Problemen. En die triggeren mij. Zet me in een ruimte met 100 mannen waarvan er eentje een moeilijke jeugd heeft gehad; ik sta in no-time voor zijn neus naar hem te lonken. Bindingsangst? Een feest voor mijn hormonen! Een mysterieuze loner? Ik lig in katzwijm aan zijn voeten. Alle fatsoenlijke mannen met goede banen, leuke families en eeuwigheidsgarantie ten spijt. Nee, je moet een relationele kerfstok hebben waar de stukken vanaf vliegen en dan heb je mijn aandacht. Even voor alle duidelijkheid, ik heb nog nooit gecorrespondeerd met veroordeelde kinderverkrachters of ander tuig, dat gaat zelfs mij te ver. Maar voor boefjes waar geen strafrecht voor bestaat heb ik een zwak hart. Zelf omschrijf ik het liever als mannen met een rafelrandje, dan klinkt het minder erg en meer spannend. Die voorkeur uit zich overigens niet alleen in mijn partnerkeuze. Zo heb ik laatst weer een kastje op marktplaats gescoord dat denk ik in een hoopje houtvezels veranderd als het nog een keer vervoerd moet worden, maar ik ben op slag verliefd en tel er graag nog wat euro's voor neer ook.

Enfin, de prins die de vloek op kan heffen heeft zich vooralsnog niet gemeld. Het zou kunnen dat ik hem eventueel over het hoofd gezien heb omdat hij lelijke schoenen draagt of fan is van Gordon. Dat zou wel jammer zijn maar ja, aan die schoenen valt nog wel wat te doen maar wat doe je aan Gordon? Het zou natuurlijk ook nog kunnen dat het gewoon een enorme lapzwans is die of te lui is om van zijn bank af te komen of de weg is kwijtgeraakt. Nou dat zijn dan ook weer van die dingen waar ik niet meteen voor warm loop dus laat dan maar zitten met die prins. Dan vermaak ik me wel tot in lengte van dagen met die slimme, knappe en charmante mannen die uiteindelijk stuk voor stuk een onontwarbare knoop maken van onze relatie met toestanden, moeilijke gesprekken en onmogelijke situaties. En omdat het nou eenmaal zo in mijn systeem zit ingeprogrammeerd (door die boze fee natuurlijk) ga ik dan nog een hele tijd proberen om die knoop uit elkaar te halen. Een opgerold snoer met 500 kerstlampjes is een picknick in het park vergeleken bij de knopen die ik heb geprobeerd te ontwarren! Maar ja, it takes two om in de knoop te raken. Ieder weldenkend mens doet dat wat onherstelbaar in de knoop geraakt is weg en gaat voor een minder complex exemplaar. Ik niet, ik ga nog een tijdje mijn tanden stuk zitten bijten op die warboel, jankend en klagend dat het zo'n zooitje is...

Ik wacht dus maar weer geduldig op mijn volgende getroebleerde edoch woest aantrekkelijke minnaar. Misschien niet voor lang, maar als hij mij verrast met grootse hoogtepunten, letterlijk en figuurlijk (sorry pap), wél voor even gelukkig!

zaterdag 23 juli 2016

De splinter en de balk

Dagelijkse kost is het. Je hebt de files, het lerarentekort, ontsnapte tbs-ers, frauderende ambtenaren, aanslagen. Daarna paniekerige journaals, schreeuwende kranten, Facebook profielfoto's met een leuk effect van de vlag van het getroffen land, een enkeling die er een paar emotionele of boze woorden aan wijdt en natuurlijk de 'pray for' hashtag. Na Parijs deed ik het ook. Een echt statement vond ik het, en het voelde heel erg alsof ik bij de goede club hoorde toen gebouwen wereldwijd in de Franse driekleur werden verlicht. Ik kon weer rustig gaan slapen. Gebeden heb ik niet. God bestaat niet, zoveel is nu toch wel duidelijk. Ik vraag me natuurlijk ook vaak af waar het naartoe moet met de wereld maar tegelijkertijd ook of dat niet bij mijn leeftijd hoort. En daarnaast behoor ik ook nog eens tot de generatie die elk nieuws de hele dag (en nacht) door opgedrongen krijgt. Zelfs al zou je willen proberen je ervan af te sluiten, dan nog is er geen ontkomen aan. Ik denk natuurlijk ook aan de onschuldige mensen die in de naam van een religie moesten sterven.

Maar er is iets aan de hand waar ik me ook zorgen over maak. In reactie op alle ellende beginnen we hier in Nederland een beetje nationalistisch te worden. En dat vind ik eng. We zouden bijna spontaan allemaal homo worden en een zwarte piet in huis nemen om te laten zien hoe trots wij zijn op onze tolerantie en tradities. Haat en nijd zie ik dagelijks voorbij komen, en niet in de naam van Allah. Maar in de naam van ons eigen aangeharkte, schijnveilige, schijnheilige, kortzichtige.....ja, wat eigenlijk? Waar beroepen we ons dan op? Op onze joods-christelijke traditie? Die van de SGP die nog steeds geen vrouwen in de gelederen toestaat? Waarvan de echte die-hards hun kinderen niet in laten enten omdat het lot van een kind dat bijna dood gaat aan een simpel te voorkomen virusje nu eenmaal in God's handen ligt? Of beroepen we ons op onze tradities? Die gebaseerd zijn op een niet zo heel ver weg verleden? Waarin we de bevolking van het ene continent verscheepten naar het andere om daar zo rijk van te worden dat wij er nu nog van profiteren? Of zijn we stiekem gewoon een beetje bang voor verandering? Want tja, het was een tijdje geleden ook traditie om vrouwen die een beetje bleek waren en een zwarte kat hadden levend te verbranden, terwijl we er allemaal lachend omheen stonden. We leren onze kinderen dat ze lief moeten zijn voor anderen, ze geen pijn mogen doen. Maar o wee als er iemand een kritische noot plaatst bij iets wat 'we nou eenmaal al heel lang zo doen', dan staan we op onze achterste benen. Van mij mag die piet paars gestippeld met konijnenoren op zijn hoofd en een handprothese in de vorm van een haak de kado's komen brengen. Mijn kinderen zullen er geen minder Sinterklaasfeest om vieren en als we daarmee ook maar een fractie goed kunnen maken van wat onze voorvoorvoorouders fout hebben gedaan, dan be my very special guest.

Of zijn we zo trots op onze warme betrekkingen met regimes waar mensen met een afwijkende mening levenslang monddood worden gemaakt? Ik begrijp dat we beter geen ruzie kunnen zoeken met Poetin. Want zelfs als onze eigen koning en koningin gezellig biertjes met hem drinken schiet hij onze vakantiegangers uit de lucht en dupeert hij de complete Nederlandse fruittelende branche met zijn boycot. Dus laten we vooral niet serieus mopperen tegen de man. Om nog maar te zwijgen over de boeven van dictators en leiders die we als Westerse wereld in het zadel hebben gehouden om te voorkomen dat het ons aan olie zou ontbreken. Maar is dat iets om op verjaardagen over op te scheppen? Of kunnen we dan beter eens een boompje opzetten over de tientallen gevallen van misbruik in onze eigen katholieke kerk? Die paus is best een aardige man denk ik, maar tegen de tijd dat hij condooms uit gaat delen in Afrika zal ik er nog eens over nadenken of ik meer leuk vind aan de katholieke kerk dan alleen de fascinerende architectuur die ze hanteren. Of nee! Laten we het eens hebben over al die heerlijke koopjes die we maar wat graag inslaan bij de Action of de Zeeman, wie die spulletjes allemaal gemaakt heeft en tegen welke prijs? En o wat waren we allemaal verdrietig toen half Thailand wegspoelde tijdens ons kerstdiner in 2004. Heel de zomervakantie in het water gevallen... Dat Bangladesh al 20 jaar zonder uitzondering onder was gelopen, daar hoorde je nooit eens iemand over. Ja, je maffe tante die ook altijd van die moeilijke thee drinkt en brieven schrijft aan politieke gevangenen in Cuba.

Ik kan nog wel even doorgaan natuurlijk met opsommen waar wij in de eerste wereld niet bepaald goed in zijn. Sterker nog, ik zou er een jarenlange studie aan kunnen wijden maar dat doe ik niet. In plaats daarvan probeer ik verder te denken dan mijn verwende neusje lang is. Dat probeer ik dan te doen naast de grote en absolute afkeer die ik voel over wat IS (en vroeger Al Qaida, de Taliban, de ETA, de IRA, de RAF) doet. Mijn hartje bloedt als ik hoor wat deze extremisten aanrichten en vernielen in de naam van hun god. Ik denk aan mijn eigen geliefden en plaats ze tegen wil en dank in gelijksoortige situaties en dan springen de tranen in mijn ogen.

Maar ik denk dat we een beetje hebben zitten slapen. En dan bedoel ik niet bij de grens, dat we vergeten zijn om een hek te bouwen dat hoog genoeg was om alle vluchtelingen buiten de deur te houden. Maar ik denk wel dat we vergeten zijn om af en toe eens in de spiegel te kijken, dat we een tikkie narcistisch geworden zijn daardoor. Dat er op heel veel plekken op de wereld iets broeide, iets wat nu hoog oplaait. En we wisten het. Maar niemand nam de moeite om het te blussen. En nu zijn we allemaal verontwaardigd. En boos. En verdrietig. Maar mensen, kom op. We horen bij de wereld, en die staat in de fik. Laten we nou gewoon eens toegeven met z'n allen dat we te lang de post niet opengemaakt hebben. Onze ruggen rechten en deze teringzooi het hoofd bieden. Met onze eigen waarden van verdraagzaamheid, tolerantie, kennis en gelijkheid. En niet met kortzichtigheid, gejank en de stampvoetende mentaliteit van een 2-jarige die geen snoepje krijgt.

dinsdag 5 juli 2016

Hoera

Meestal vind ik het fijn om hier op deze plek te filosoferen over de Grote Vragen des levens, of om mijn (on)genoegen te uiten over mensen of dingen. Maar nu even niet. Ik heb namelijk even geen tijd voor gedachten die verder gaan dan "heb ik wel genoeg eierkoeken?" Dat komt zo. Mijn oudste zoon wordt binnenkort 10 jaar. Dus ik zit even midden in de feestvreugd die een hedendaagse kinderverjaardag met zich meebrengt zoals kinderfeestjes, cadeaus, taart, feestmutsen en traktaties voor op school. En hoewel ik me elk jaar weer voorneem om een zak met van die verschillende kleine chipszakjes te kopen sta ik toch elk jaar weer iets in elkaar te knippen/plakken/vullen/bakken/snijden/rijgen of strikken. Ik heb al vele creaties naar school vervoerd als was het een losliggende kostbare diamant op een fluwelen kussentje. Ik heb krokodillen uitgeknipt met een kartelschaar en op wasknijpers geplakt, dropveters in dubbelgevouwen eierkoeken gepropt, vrachtwagens, raceauto's en boten gevouwen, honderdduizend aardbeitjes ontkroont, knakworstjes in bladerdeeg gewikkeld, en zo kan ik nog wel even doorgaan. En vandaag heb ik cakepops gemaakt. Cakepops zijn de mode. Cakeballetjes zijn dat. Op een stokje (een hectare oerwoud aan satéprikkers heb ik inmiddels versleten). Eventueel versierd met glazuur of chocola en spikkels, natuurlijk. En met een strikje eromheen liefst.

Onlangs zag ik zo'n geinig stopmotion filmpje wat je tegenwoordig veel ziet, van de Allerhande was deze, dat is die kookclub van de Appie die je altijd laat geloven dat je een 5 sterren diner op tafel kan zetten ook als je normaal altijd champignonsaus van Knorr uit een zakje maakt. Het kwam zomaar voorbij, op mijn Facebook timeline, ik hoefde niet eens op zoek. In dat filmpje hadden de handen (altijd alleen maar handen in zo'n filmpje) die cakepops binnen 10 seconden klaar en het zag er reuzeschattig uit. Fluitje van een cent. Natuurlijk begrijp ik dat een aantal cruciale momenten niet opgenomen zijn in zo'n filmpje, bijvoorbeeld hoe je keuken eruit ziet als je klaar bent. Desondanks leek het mij een haalbaar plan. Zoon was ook enthousiast en dus begonnen we moedig.

Hij zit in een combinatieklas met 33 kinderen. Dat getal alleen al zou me eigenlijk moeten weerhouden van projecten als deze maar opportunistisch als we zijn gaan we toch de uitdaging aan. Ik verdriedubbel alle ingrediënten (volgens het recept zouden we dan 62 cakepops moeten kunnen maken maar ik ben wijzer na 36 keer traktaties maken en neem geen risico met de inkoop) en we gaan aan de slag. Voor jouw beeldvorming zal ik kort uitleggen wat de bedoeling is. Men neme een zwikkie eierkoeken en vermaalt die met de keukenmachine tot stof. Dat vermeng je met een bakje zuivelspread en een theelepeltje kaneel tot een soort deegachtige substantie. Daarvan draai je balletjes en die laat je een nachtje in de koelkast slapen. Dan steek je een prikker in die balletjes, je smelt chocola en doopt die balletjes erin, daarna stooi je er dus gezellige spikkels overheen, of zilveren balletjes als je heel stylish wil. Klaar. Dat is alles. Ik heb geen keukenmachine dus ik gooi de eierkoeken in de blender, die hakt tenslotte ook, dacht ik. En dat is ook wel zo, maar 10 eierkoeken tegelijk tot paneermeel verwerken vindt mijn blender niet leuk. Hij laat de bovenste laag dan ook rustig voor wat het is. We moeten de eierkoeken er dus stukje voor stukje ingooien. Dat hebben we gedaan, 30 stuks om precies te zijn en dat is gelukt. Dan heb je een bak vol eierkoekgruis en daar moest dan die zuivelspread doorheen gekneed worden. Ik lepel het erop en kijk mijn zoon aan, hij kijkt nog eens naar die kwak zuivelspread, naar zijn handen en naar mij, en hoewel hij het tot voor kort geen enkel probleem vond om diezelfde handen in een gore plas modder te steken weigert hij nu zijn handen in de zuivelspread met eierkoekkruimels te steken. Pas als ik het hele zooitje met een lepel door elkaar gehusseld heb durft hij het aan. Dan moet hij balletjes draaien maar ook dat gaat niet van harte, het deeg is te kruimelig en na drie balletjes, die meer op abstracte sculpturen lijken dan op balletjes, geeft hij het op. Ik boetseer de rest. We hebben er 29. Niet genoeg. Bedankt Allerhande. Zoon gaat op de fiets vlug naar de winkel voor nieuwe voorraad. Ik ga ondertussen verder met avondeten maken want we zijn dit aan het doen terwijl ik aan mijn kant van het aanrecht winterpeen en paprika en courgette sta te hakken voor de pastasaus. Als hij terug is maken we een nieuw mengsel, nemen een korte break om de spaghetti af te gieten en op te eten en daarna fabriceren we (ik) nog een stuk of 10 balletjes. Dan hebben we nog reserve voor als er iets mislukt morgen als ze een prikker in hun kont krijgen en in het chocoladebad moeten. De ballen gaan de koelkast in, de kinderen hun bed en ik plof op de bank. Dit komt goed.

De volgende dag eten we eerst even voor we aan de slag gaan met gesmolten chocolade. Ondertussen heb ik een stuk piepschuim goud gespoten maar piepschuim kan niet tegen spuitverf. Dat wist ik niet. Het mooie strakke blok is nu wel goudkleurig maar veranderd in een ruige baksteen look-a-like. We doen het ervoor. Na het eten haal ik diep adem, maak het aanrecht vrij en zet twee au-bain-marie badjes op het gas voor de chocoladesmelterij. Ik zet de productielijn klaar die begint bij de gesmolten chocolade en eindigt bij het piepschuimen maanlandschap. Zoon stel ik op bij de chocolade, ik ga zelf strategisch in het midden staan met aan mijn ene zijde de balletjes en stokjes die klaarstaan in een beker (die niet om kan vallen!) en aan mijn andere zijde de discodip en het blok. Ik steek een balletje op een stokje, zoon doet hem in een wit of bruin chocobadje, ik neem hem over en bestrooi met dip waarna ik de stokjes in het blok prik. We hebben een aardige workflow als de eerste bal, in bad, uit elkaar valt. Geen paniek, door met de volgende. Ook die houdt het niet. Ik moet zeer voorzichtig te werk met de prikkers en zoon moet snel handelen in de warme chocolade. Als we weer op stoom zijn gaat er naast me een bal van zijn stokje. Inmiddels hebben we vijf schadegevallen en begin ik de hoop te verliezen dat het goed gaat komen. Maar we gaan door en ik bereid mijn zoon alvast voor op een mogelijk Plan B scenario. We kunnen er gelukkig samen om lachen, al was het alleen al omdat onze beider neuzen onder de chocola en de disodip zitten, evenals de gootsteen, het gehele aanrecht, en alles wat zich daartussen bevindt. Uiteindelijk hebben we er 29 weten te fabriceren. Het is 19.49 uur. Ik grijp mijn tas en schiet mijn teenslippers aan, ren de deur uit roepend dat ze gedoucht moeten zijn als ik terugkom. Om 19.51 uur ren ik de Albert Heijn binnen en om 19.59 uur ben ik weer thuis met een zak eierkoeken, een bakje zuivelspread en drie repen witte chocola. Mijn jongens zitten zeer ontspannen samen te overleggen of ze hun gezamenlijke Minecraft huis gaan uitbreiden met een stoel of met een bed.

Ik pak de blender er maar weer bij en begin maar weer met eierkoeken in stukken scheuren, stuur de broers naar de badkamer om te gaan douchen. Als de nieuwe lichting balletjes in de koelkast staat ga ik de stofzuiger maar pakken en zet de kommetjes met inmiddels weer hard geworden chocolade vol met warm water. Ik ben zelf met deze missie begonnen en desnoods maak ik het vannacht nog af. Dus ik ga dan nu maar weer een pannetje opzetten om chocolade in te smelten. Volgend jaar chips. Echt.

zaterdag 4 juni 2016

Roest

Ik heb me eens laten vertellen dat het schilderen van de Eiffeltoren een klus is die altijd maar door gaat. Als de schilders de top hebben bereikt is het schilderwerk aan de voet alweer zo versleten dat ze daar weer opnieuw moeten beginnen. Geen idee of het echt waar is -en ik hoop het van harte voor de Franse schilder die deze opdracht heeft binnengehaald- maar als metafoor is het me altijd bijgebleven. Als mijn to do lijst bijvoorbeeld aan de onderkant harder groeit dan ik hem aan de bovenkant af kan werken. Of als ik het huishouden doe terwijl mijn kinderen thuis zijn. In het laatste geval is het zelfs heel letterlijk te nemen; als ik boven gestofzuigd heb en beneden klaar ben kan ik boven weer beginnen met stofzuigen. Daar mopper ik dan over en dat doet die Franse schilder vast nooit. Al zou hij misschien eens moeten gaan overwegen meer mensen op de klus te zetten of om betere verf te gebruiken.

Dat huishouden zal me, ondanks wat gemopper links en rechts, trouwens allemaal wat hoor. Natuurlijk loop ik liever niet op mijn blote voeten door een halve zandbak 's morgens vroeg en zou ik het heel fijn vinden als er eens langer dan een dag geen kruimels op de bank lagen, en ik zat een paar jaar geleden al aan mijn geduld-grens wat betreft omgevallen bekers. Maar het grootste gedeelte van de tijd kan ik dat allemaal heel goed naast me neerleggen. Als ik 's morgens een bak koffie kan zetten en als iedereen daarna op tijd, gevoed en met kleren aan op school/werk is dan ben ik dik tevreden. Mijn slaapkamer heb ik verboden terrein verklaard voor lego-ninja's, playmobil campers, viltstiften, vriendjes van mijn kinderen en magisch zand. Zo lukt het me meestal ook nog vrij aardig om 's avonds ongehinderd in bed te kruipen. Af en toe ga ik als een witte tornado door het huis en dan is het weer een dagje, of misschien wel twee, schoon en opgeruimd.

Tolerant zijn ten aanzien van het huishouden terzijde, soms voelt het leven toch alsof je een vierkant blokje door een rond gat probeert te duwen. Of soms zelfs door een driehoek, nog onmogelijker. Maar dat je het als een dreumes van anderhalf jaar toch blijft proberen. Tijd is net geld, voor je het weet is het op en waar je het aan uitgegeven hebt, god mag het weten maar je hebt er niet mee gedaan wat je (allemaal) wilde. We zijn er ook zo door geconserveerd. Ken je dat, dat je ineens tijd over hebt en niet weet wat of je ermee moet? Net zoals mensen die de loterij winnen en per ongeluk gewoon nog een tijdje blijven werken of op de penning blijven. Er gaan mensen aan dood, serieus, het Willem Ruis syndroom heet dat. Gaan ze op vakantie en hebben ze ineens rust, begeeft dat hart het van de schrik. Dat had ie, Willem. Dood gegaan toen hij eindelijk in zijn Spaanse villa, waar hij zich te pletter voor had gewerkt, op zijn krent ging zitten.

Nou. Ik werk me ook best een beetje te pletter, en daarnaast probeer ik ook nog mijn steentje bij te dragen aan hulpdingetjes op school en de voetbal, leuke Sinterklaassurprises te maken, een gefundeerde mening over Sylvana Simons te formuleren, de tafel van 9 samen met mijn zoon van 8 opnieuw uit mijn hoofd te leren, bij mijn oma koffie te drinken, gezonde lunches te maken, acute huishoudelijke taken uit te voeren, dingen die fout gaan recht te zetten, en nog veel meer van die bijzaken, maar ik ga er geen Spaanse villa van bekostigen. Dus ik behoor niet tot de risicogroep. Daarbij, mij kan je op vakantie sturen en ik ga vanaf minuut één in de zen-modus. Sterker nog, na twee dagen kan ik je met de beste wil van de wereld niet meer vertellen welke dag van de week het is.

Maar om nou te voorkomen dat ik over een tijdje bij de huisarts zit te grienen en hij zegt: "Ga jij maar eens rustig een jaartje op de bank voor je uit zitten staren en drie maal daags een blokje om." heb ik wat bedacht.

Ik ga de onderkant van mijn Eiffeltoren over een tijdje niet meer onderhouden. Ik vertel mijn kinderen op gezette tijden dat ik ze op hun achttiende het huis uit gooi, al mijn spullen verkoop en de wereld rond ga reizen. Dat ik dan af en toe terugkom voor de feestdagen of als we elkaar te erg missen. Zij moeten daar om lachen. Ik ook, over 10 jaar, als ze me uit komen zwaaien. En daar dagdroom ik dan best wel vaak over. En heel vaak is er iemand bij me, in die droom. Iemand die net zoveel zin heeft om die cirkel te doorbreken van beneden weer beginnen als je boven klaar bent. Maar als die er later niet is dan laat ik de onderkant gerust in mijn eentje wegroesten. Een goede basis kan wel een beetje slijtage hebben hoor. Het stort toch een keertje in elkaar, en moet dat dan in topconditie? Mind you. Ik hou wel van een beetje zichtbare leefschade.

vrijdag 29 april 2016

Bokkenpootjes

Mijn televisie is eigenlijk een radio in het verkeerde lichaam. Ondanks 992 digitale televisiezenders luister ik meestal naar de radio. Soms staat hij wel aan maar kijkt er niemand, dan fungeert hij als te dure schemerlamp. Van die 992 televisiezenders zie ik trouwens ook maar een fractie als ik ervoor ga zitten want ik zap tot maximaal 22, daarna heb ik geen zin meer. Zappen is trouwens ook by far niet meer wat het geweest is. Vroeger, met die oude analoge aansluitingen, kon je als een gek doorzappen, klik klik klik klik klik. Sinds de introductie van de digitale televisie moet je zeker een halve seconde per zender wachten voor je door kunt. Frustrerend.

Als ik nog wel eens kijk zie ik heel veel mensen die vooral dingen niet kunnen. Zoals klussen, een relatie hebben, op hun centen passen, met de buren praten, afvallen, autorijden. Of ze kunnen juist weer wel heel goed een kunstje zoals zingen, dansen, jongleren, een trucje met hun huisdier, hoelahoepen, koken, naaien, mooi zijn. Dat zijn wel zo'n beetje de hoofdthema's, grofweg samengevat.

Anyway, ik kijk natuurlijk heus wel eens naar de tv. En dan kijk ik bijvoorbeeld graag naar 24 kitchen. Eén van mijn favoriete zenders. Ondanks mijn twee linkerhanden in de keuken en een gebrek aan interesse voor het koken blijk ik het erg ontspannend te vinden om te kijken naar hoe andere mensen eten maken. Ik weet niet of hij er nog steeds werkt maar één van mijn favoriete koks/presentatoren is Giovanni. Een auto-didactische, licht chaotische, Italiaanse kok die regelmatig in zijn vingers snijdt of pannenlappen in de fik steekt. Dat is ook nooit uit zijn uitzending geknipt dan, dat kan ook niet want terwijl hij zijn zere vinger onder de kraan staat te houden vertelt hij gewoon verder over zijn kookvorderingen. We moeten dus wel meekijken hoe hij met een bloedende vinger in zijn mond de rosbief staat te snijden of de penne afgiet.

Jamie is ook regelmatig te zien op de kookzender. Natuurlijk al lang niet meer met dat schattige, ietwat dikkige, naïeve koppie van hem toen hij begon met salades door elkaar husselen met zijn blote handen met een camera erbij in zijn studentenkeuken waar dan massa's vrienden de hele boel op kwamen eten onderwijl gierend van het lachen begeleidt door hippe muziek. Jamie Oliver is nu een miljoenenbusiness die vijf kindermondjes moet voeden. Maar nog wel altijd met die leuke slisserige enthousiaste gezelligheid. Zo pik je het gewoon van hem dat hij net doet alsof het volkomen normaal en voor iedere doodgewone sterveling weggelegd is dat je:
Je zwemvliezen en snorkel aantrekt.
Met een speer een vis vangt in de zee.
Op een gammel, verweerd Grieks bootje stapt met de vis.
Dat je óp die boot de vis met kop en kont in een pan pleurt samen met een emmer zeewater (!) en een stuk bleekselderij.
Daar een soepje van trekt.
Dat serveert aan de eveneens verweerde kapitein van het bootje.
Dat die kapitein verrukte geluiden maakt in plaats van zichzelf kotsend en hallucinerend in zee te werpen.
Jamie kan je daar naar laten kijken en je het gevoel geven dat je deze menukeuze serieus kunt overwegen voor je schoonouders die donderdagavond komen eten. En mocht je nog ambities hebben om een heel land zover te krijgen om tussen de middag een salade te eten en zelfgebakken zuurdesembrood in plaats van friet en cola, dan kan je je ook laten inspireren door hem. In je eentje 14 pizza's bakken in je zelf gemetselde steenoven in je tuin? Geen probleem. Zittend op een kratje met je blote handen een appeltaart improviseren van een handje bloem en een verrimpelde appel? Met Jamie kan je het!

Maar de allerleukste van allemaal is toch wel Rudolf. Naast zijn 34 andere programma's (zoals: De Makkelijke Maaltijd, waar hij nooit iets makkelijks maakt) heeft hij ook een koekjes- en taartenmatinee. Rudolf's bakery heet dat. En daar gaat Ru he-le-maal los. Want hij is van huis uit namelijk gewoon een gezellige banketbakker. Op een zeker moment is-ie zijn haar groen gaan verven en heeft zijn opticien hem een hippe bril aangepraat. En je kunt de man wel achter de deegbal vandaan halen, je haalt de liefde voor bloem, vanillestokjes en spuitzakmondjes nu eenmaal niet uit de man. En dan heeft ie een keukenstudio gekregen die zo uit een Engelse cottage gerukt is, met balken en ruige stenen en alles. Op de koelkast prijken zelfs gezellige kindertekeningen. Nou als je dat ziet krijg je meteen zin om je deegroller en je bloemetjesschort van zolder te gaan halen hoor. In die keuken heeft ie ook een fornuis waar menig thuiskok een moord voor zou doen. Zo'n oven waar je vier taarten tegelijk in kan bakken en dan zes gaspitten erboven. Compleet met een mooie schouw erboven natuurlijk, waar lekker authentieke blikken, met bloem en andere bakkers-ditjes-en-datjes erin, op de rand staan. Maar er is een probleem met dat fornuis. Als Rudolf dat fornuis zou gebruiken om zijn botertjes op te smelten of zijn gelatineblaadjes dan zouden we de hele tijd tegen zijn rug aan kijken. Dat is natuurlijk niet zo leuk voor de televisie. En dus heeft hij op zijn werkblad aan de andere kant van de keuken één elektrisch kookplaatje gekregen. Ik denk dat de stagiaire van dienst het in allerijl bij de Blokker heeft moeten halen op de eerste opnamedag. Nu hoeft hij niet met zijn rug naar ons toe te staan en kunnen wij kijken hoe hij zijn karamels staat te fabriceren op zijn Blokker plaatje terwijl wij over zijn schouder zien hoe die machtige zes-pitter werkeloos mooi staat te zijn. Ik vind het een mop.

Verder is alles tip top geregeld hoor in zijn cottage-keukentje. Leuke koperen pannetjes, op maat geknipte vellen bakpapier die nooit uit zichzelf oprollen, een hippe mixer en een trits aan bakvormen, koekblikken en taartplateaus staan tot zijn beschikking. Soms is er een gast in zijn programma. Daar gaat hij dan de hele tijd ongevraagd allerlei wetenswaardigheden over bijvoorbeeld banketbakkersroom tegen staan vertellen, of over waarom een koekje een bepaalde naam heeft of zo. En zo'n gast staat er dan heel vaak een beetje ongemakkelijk bij te hmhm-en en semi-geïnteresseerd te kijken. En hij doet altijd een kijkersvraag, en niet lullig hoor! Als iemand wil weten hoe je goede bokkenpootjes maakt gaat hij dat niet een beetje halfslachtig uitleggen. Nee, dan maakt Rudolf die bokkenpootjes, met alles erop en eraan. Intussen staan zijn zelfgemaakte muesli-repen, merinques, chocoladetaarten, spritsen of vruchtentaartjes rustig te bakken in de oven. Needless to say dat ik altijd zin heb in zoete dingetjes als ik Rudolfs bakery gekeken heb. Maar ja, ik ben nu eenmaal niet zo goed in bakken en ook niet in koken. Dus mocht Rudolf ooit een programma gaan maken in de trant van Help, mijn moeder/tante/zus/vriendin/collega kan niet bakken, dan mag je me opgeven. Dan zijn de eerste bokkenpootjes voor jou!

zaterdag 13 februari 2016

Acht dagen

Er is één ding dat ik nu het allerliefste zou willen doen en dat is een sigaret roken. Ik ga er niet omheen draaien; ik denk dat ik spontaan een orgasme krijg als ik hem opsteek. Dat ik een week gelukkig zal zijn van alleen die ene sigaret. Dat ik het hele leven beter zal begrijpen al halverwege die sigaret. Als je een niet-roker bent (niet een ex-roker dus) snap je van deze dingen waarschijnlijk helemaal niks. En dat is fijn. Want dat is niet weten wat je mist en dat is goed in dit geval.

Maar ik doe het niet. Na die ene zal ik er nog eentje willen en morgen om deze tijd waarschijnlijk nog 18. Als ik nou elke vrijdag- en zaterdagavond een sigaret kon roken voor de rest van mijn leven, of voor de rest van de tijd dat het nog legaal was, dan zou ik niet eens begonnen zijn met overwegen of ik moest stoppen met roken. Dan had ik die twee sigaretjes per week zonder enig schuldgevoel opgerookt. Maar zo werkt het nu eenmaal niet voor mij. Ik heb maar twee keuzes; 23 sigaretten per dag roken of 0. Ik kies vanaf nu voor het laatste.

Ik ben met stille trom gestopt met roken. Bijna niemand had ik deelgenoot gemaakt van mijn besluit. Ik zag op tegen de aanmoedigingen. Ik vind het net zoiets als applaudisseren voor iemand die de marathon nog moet gaan lopen en nog geen stap heeft gezet. Marathons uitlopen en stoppen met roken moet je zelf doen. Alle aanmoedigingen ten spijt, als jouw hoofd andere plannen heeft is de missie kansloos.
Het feit dat ik het nu en hier deel met jullie betekent nog steeds niet dat ik er een pluim voor wil. Pluimen voor het stoppen met slechte gewoontes zijn toch een beetje als een compliment voor de domste leerling in de klas; een uiting van verbazing dat hij toch iets blijkt te kunnen.

Maar goed. We maken de balans op na acht dagen. Ik heb intussen 191 sigaretten NIET gerookt, €58 NIET uitgegeven aan sigaretten en volgens mijn app heb ik mijn smaak- en reukvermogen inmiddels in zijn geheel terug. Is de koolmonoxide uit mijn bloed en is daarvoor weer de optimale hoeveelheid zuurstof in de plaats gekomen. Mijn hartslag is gedaald en mijn endorfine spiegel is weer gelijk aan die van een niet- of ex-roker. Nog zes dagen en dan ben ik officieel clean want dan is ook het laatste restje nicotine én de behoefte daaraan uit mijn systeem. Tot zover de feiten en cijfers. De app vermeld niet hoeveel lolly's ik inmiddels verorberd heb, wat op zich meevalt aangezien ik deze nieuwe vreugde pas op dag zes ontdekt heb.

Op wat compensationele koffie, een Snickers en een Hema worst na probeer ik mezelf vol te stoppen met fruit en rauwkost en uit te kijken naar andere momenten. Nou, en dat is dan zo'n beetje hetzelfde als dat je grote liefde de verkering uitmaakt en je dan maar gaat genieten van een avondje met je vriendin naar de bioscoop of dat je zo lekker het hele dekbed voor jezelf hebt. Allemaal fijn en zo maar niet wat je eigenlijk het allerliefste wil en het zijn momentopnamen. Je lief die er meestal altijd was is er ineens niet meer altijd en je moet het nu doen met geplande uitjes en de rest van de tijd van jezelf houden. Maar goed genoeg, nogmaals. Ik weet uit ervaring dat je die biosbezoekjes en dat dekbed uiteindelijk zo gaat waarderen dat je dat dan weer niet zomaar opgeeft. Het menselijk brein; zo complex maar goed om de tuin te leiden. O ja, wat je dan wel blijft doen als je verkering uit is is dit: romantische films kijken en hunkeren naar zo'n happy end voor jezelf. Ik blijf denk ik nog heel erg lang langs rokende mensen lopen met een iets minder snelle pas en inhaleer dan even diep. Oude liefde roest niet.

Goede voornemens:
Niet een irritante ex-roker worden en zeuren tegen andere rokers dat ze vies zijn en moeten stoppen. Ik pak alleen mijn betoog uit mijn kinderjaren tegen mijn ouders weer op omdat mijn argumenten van destijds nog steeds staan als een huis. Ik wil nog steeds niet dat ze dood gaan en dat kan ik denk ik nog wel een jaartje of 20 tot 30 hard maken.
In het verlengde van het eerste; niet meegaan in de hetze die de anti-rook guerrilla voert tegen rokers op openbare plekken. Ik ben misschien wel een afvallige bij de rookpaal, ik hoef mijn vroegere bondgenoten niet te verraden. Ik blijf neutraal.
Niet ineens een heel ander uitgavenpatroon gaan hanteren. Natuurlijk zou ik nu voor €200 per maand nieuwe schoenen kunnen gaan kopen maar ik kan ook gewoon mijn saldo eens opgelucht adem laten halen. Het was soms best een gepuzzel om aan het eind van de maand een verslaving in stand te houden en dan ook nog fatsoenlijk te eten (ja ik ben heel eerlijk nu).
Niet meer roken.

Waar ik naar uitkijk:
Tegen die ontzettende zeur van een gynaecoloog zeggen dat ik gestopt ben met roken.
Tegen die ontzettende drammer van een huisarts vertellen dat ik gestopt ben met roken.
Mijn kinderen keer op keer onder de neus wrijven dat 'ik me wel aan de afspraken heb gehouden'.
Op reis gaan naar Australië zonder in het vliegtuig serieus te overwegen mijn eigen voet of de stoelleuning op te eten.
Mijn duikbrevet halen (in Australië).
Verkouden worden en dan ongegeneerd alles bij elkaar hoesten zonder dat er iemand zegt dat ik misschien eens wat minder zou moeten roken.
Niet meer bang zijn om te dichtbij iemand te komen en stankoverlast te veroorzaken (serieus heel naar deze).
Uitvinden of die whitening tandpasta nou echt werkt.

Wat ik ga missen:
Teer, nicotine, koolmonoxide, benzeen, nitrosamine, formaldehyde, waterstofcyanide, arsenicum, aceton, ammoniak, acetic acid, DDT, polonium, zwavelstofsulfide en methaan. 
Die trouwe vriend waar je alleen maar een vuurtje bij hoefde te houden en die je troostte, geruststelde, gezelschap hield, kalmeerde en deelde in je vrolijkheid en enthousiasme. Maar die een aantal nare eigenschappen had die steeds zwaarder op de relatie begonnen te drukken. Ik deed het eerder, een slechte relatie beëindigen, zonder enige terughoudendheid en met mijn neus in de wind, en ik doe het weer.

zaterdag 16 januari 2016

Kop of munt

Ik heb een probleem met geld. Niet dat. Ja dat ook, maar ik bedoel iets anders. Ik heb er te weinig respect voor. Ik weet wanneer ik het heb en ik weet wanneer het op is. Ik weet (en let er zelfs redelijk op dat dat goed verloopt) dat er een aantal bedrijven en instanties zijn die zich elke maand bij mijn bank melden om een deel van mijn saldo op te eisen en dat ze gaan zeuren als dat niet lukt. Ik vind geld een geinig ruilding voor schoenen, eten, huisvesting, uitstapjes, internet, benzine en sigaretten. Dat is wel zo'n beetje mijn opstelling ten opzichte van geld. En ik heb nota bene examen gedaan in economie. Niet per se mijn slechtste vak, ik voelde wel aan waar het over ging, maar de feitelijke onderbouwing kwam nooit echt uit de verf. Het examen heb ik dan ook met de hakken over de sloot gehaald op het onderwerp: laat het economische voordeel zien van een spaarlamp ten opzichte van een gewone gloeilamp. Of zoiets. Ik snap dat een lamp die 350 miljoen uur mee gaat goedkoper is dan een lamp die je elke 3 maanden moet vervangen maar als er dan ook nog kilowatten enz bij komen kijken en, als je erg precies bent, reis- en productiekosten, dan sta ik met mijn bek vol tanden hoor. Even terzijde: ik denk nog vaak terug aan dat examen. Bijvoorbeeld als ik weer eens een spaarlamp sta te verwisselen die na een half jaar (!) gewoon opgebrand is in plaats van na de beloofde 15 jaar. Of als ik in mijn slaapkamer het licht aan doe omdat ik gehaast iets wil vinden en die lamp doet er een kwartier over om ook daadwerkelijk licht te gaan geven. Nou dan kan ik je haarfijn uitleggen welke economische gevolgen die ergernissen op de zeer korte en lange termijn hebben!

Cijfermatige zaken hebben zich nooit in mijn warme belangstelling kunnen verheugen. Mijn saldo checken is net zoiets als kijken naar het weerbericht en je hebt een barbecue feestje op de planning binnenkort; eng. Ik hanteer zelf altijd de half-oog-methode als ik inlog bij mijn bank. Dat komt neer op het onscherp stellen van je blik terwijl je kijkt hoe je saldo (of saldi) in beeld verschijnt. Dan langzaam scherp stellen en wennen aan het idee, van de schrik bekomen, diep zuchten, en dan de harde werkelijkheid onder ogen zien. Enfin, het loopt hoor. Ik betaal netjes elke maand de grootste vaste lasten en als het even krap is dan slaap ik niet onrustiger als ik de kleinere vaste lasten even uit moet stellen. Ik kan heel creatief zijn als ik nog €20 heb om 10 dagen van te eten en ik schaam me ook niet als ik voor €10 kom tanken. Middels mijn kinderen houd ik vrij aardig de schijn op dat het allemaal soepeltjes verloopt. Dat doet iedereen natuurlijk maar ik moet er niet aan denken dat ze als die arme jongetjes van die alleenstaande moeder te boek komen te staan. Ego & trots. Niks meer en niks minder. En ik wil ook graag dat zij er later zelf zo op zullen terugkijken: "We kwamen nooit iets tekort", of beter: we hebben nooit gemerkt dat mama wel eens haar hoofd moest breken over de financiën. Of nou ja....nooit... Met 'weinig gemerkt' zou ik ook al heel tevreden zijn. Ik moet wel eens een zakgeld achterstandje inlopen.

Alles in het leven draait om geld. En daarna om sex. Of misschien is het een gedeelde eerste plaats. Geld en sex zijn van oudsher goede vrienden natuurlijk, met geld kan je sex kopen en met sex kan je aan geld komen. Of de glazenwasser ermee betalen. Het afgelopen jaar was niet mijn financial finest zal ik maar zeggen, mijn auto gaf de geest, evenals mijn oven en de fietsen van mijn kinderen, mijn eigen fiets werd gestolen en daarnaast was er de eindeloze hoeveelheid nieuwe schoenen die mijn kinderen nodig hadden. Nog wat tegenvallers links en rechts en de reserves droogden aldus snel op. Ik hoef echt niet naar de voedselbank maar ik ben wat bezuinigingsrondes verder inmiddels. Elke dag bedank ik mijn wasmachine omdat-ie het nog doet en ik heb de glazenwasser maar afgezegd voorlopig (ik vind hem niet aantrekkelijk).

De vermogenscurve in mijn leven is nogal onregelmatig. Er waren tijden dat ik 15 keer de auto van mijn ouders moest wassen en zeven weken bij de Appie achter de kassa moest zitten om twee weken naar Kreta op vakantie te kunnen gaan, en er waren tijden dat ik met mijn lief drie keer per jaar spontaan op vakantie kon naar de meest luxe resorts. Ik kan niet zeggen dat deze beide situaties een erg verschillende uitwerking hebben gehad op mijn gevoel van welvaart en geluk. Nu heb ik ook nog nooit zo goed in de slappe was gezeten dat het invloed had op bijvoorbeeld mijn sociale betrekkingen. En misschien is dat een zalige onwetendheid waar Bill Gates nog wel eens weemoedig naar terug verlangt. Want je moet er toch niet aan denken dat je je zus een miljoen schenkt en dat je vriendin dan het gevoel heeft dat ze tekort gedaan is met je donatie van een half miljoen. Of dat je je een Porsche permitteert maar hem niet in de straat durft te parkeren omdat de buurt je met de nek aankijkt. Dat iedereen van je verwacht dat alle rondjes altijd op jouw kosten zijn in de kroeg en dat je er niks van durft te zeggen...

Om redenen die ik niet uit zou kunnen leggen -al zou ik het willen- heeft de wens om veel geld te bezitten me nooit in zijn greep gekregen. Loterijen, piramidespelen, tactische carrièremoves, rijke dates; het was nog nooit aan me besteed. Liever vind ik nog eens €20 in de speeltuin zoals afgelopen zomer en doneer die dan weer aan mijn kinderen. Dat ze patat en frikandellen en ijs toe, en ja neem er maar cola bij, mogen kopen tot ze misselijk zijn. Maar zou ik een indecent proposal van een Robert Redford-achtig type afslaan? Ik weet het echt niet, ik ben geen Boeddhistische monnik die los is van het materiële. Ik kan je een heldere uiteenzetting geven van wat ik zou doen met een miljoen, of een paar. Kop of munt dan maar denk ik, als ik een munt bezit dan natuurlijk.