woensdag 27 maart 2013

N.ooit

Hoewel ik op de schaal van door de (liefdes)wol geverfde vrouwen met eelt op het hart nog niet zo hoog scoor, heb ik ook wel een paar verfbadjes gehad. Ik ben een paar keer gestruikeld, soms hard, soms kon ik mezelf met een raar sprongetje overeind houden. Vandaag was er weer een struikelmoment, ik weet eigenlijk nog niet of ik nou plat op mijn bek lig of dat ik nog in mijn rare sprongetje zit. Een goed moment om op een doordeweekse avond een borrel in te schenken, je stoppen met roken plannen in de ijskast te smijten en op het aanrecht te staren naar de maan die overvol is en toepasselijk bloedrood. Uitstekend decor én stemming om terug te gaan op mijn eigen liefdespad.

Vluchtig door de eerste prille kennismaking met verliefdheid, Bas van de basisschool. Ondenkbaar dat we ooit verkering zouden krijgen want ik ging nog liever ter plekke in rook op dan hem laten weten dat ik verliefd was op hem! Het leek me een utopie dat mensen die verliefd waren op elkaar ook daadwerkelijk verkering met elkaar zouden hebben. Zelf had ik een verstands-verkering met een ander jongetje die ik heel stom vond. Ik moest nog alles leren over het fenomeen aantrekkingskracht.

Nog daarvoor, op de kleuterschool kon ik me in de bijzondere belangstelling van Harold verheugen. Het was niet wederzijds maar ik heb er ook geen vervelende herinneringen aan, we zaten naast elkaar in de kring, hij ging mee naar de poppenhoek in plaats van de zandtafel en als we gymles kregen liep hij altijd in zijn witte hempie en onderbroekie in de buurt en dat vond ik wel best. 

Op mijn twaalfde werd ik voor het allereerst gekust, voor het echie, met tong en de hele kermis, door een jongen die weer bevriend was met het vriendje van mijn vriendinnetje en aldus verkeerden wij regelmatig in elkaars aanwezigheid. Want op dat hoofd van mijn vriendinnetje en haar vriendje geen haar die eraan dacht om alleen af te spreken. Zij werden immer gechaperonneerd door respectievelijk mijzelf en zijn vriend. Dan gebeuren die dingen. Hij was Patrick, ik was hem snel zat maar het enorme kunstwerk waartegen wij dan dus voor het allereerst klef waren en wat vroeger nogal verdekt opgesteld stond is enige jaren geleden verplaatst naar een nogal prominente plek in mijn vroegere buurt waar ik nog wél regelmatig langsrijd. Dan zie ik die grote rode rare paal staan en dan denk ik er, zonder uitzondering, al-tijd aan terug. Patrick....het doofde uit, zoals dat hoort op die leeftijd, denk ik.

Op de middelbare school was ik natuurlijk ook verliefd op de populairste jongens van de school. Maar ik was tevens bevriend met één van de populairste meisjes van de school, ergo, ik was altijd bij Hem in de buurt, maar verkeerde positie. 
Ongeveer rond die tijd ging ik met een vriendinnetje op dansles. Zo'n muffe dansschool met dito juffen en aankleding, maar een broeinest van puberale hormonen. Het was één grote intrige die hele dansclub, die zoende met die terwijl nog verkering met die enzovoorts en zo verder. Ik werd uiteraard ook hals over kop verliefd op een dansschooljongen en ook hij deed druk mee met al die afklap- en uitwisselactiviteiten. Na een jaar of wat klom ik op in de hiërarchie terwijl ik aan hem bleef knipperlicht hangen. We rommelden wat af en aan. En groeiden ondertussen op. En hingen nog steeds aan elkaar. Van lieverlee woonden we samen, kochten een huisje, hadden het daar best heel gezellig maar het niveau van aanrommelen zijn we nooit ontstegen. Of het onwetendheid, naïviteit of onervarenheid was weet ik niet maar het leidde er in elk geval toe dat ik op een dag wakker werd en me realiseerde dat dit aanrommelen nog wel eens serieuze gevolgen zou kunnen hebben met een ambtenaar van de burgerlijke stand en nageslacht inclusief. Dat zag ik niet zitten, geen flauw idee wat maar ik wist dat er meer moest zijn, ik vond in elk geval dat ik verplicht was om er, nu het nog makkelijk kon, naar op zoek te gaan. Met lood in mijn schoenen en een zorgwekkend hoge hartslag deelde ik hem op een avond mee te vertrekken, stak wat schoon ondergoed en mijn tandenborstel in een tas en meldde me bij een vriendin alwaar ik een tijdje op een luchtbedje terecht kon. 

De vriendin had een schoonbroer die mij wel leuk vond en ik vond hem ook reuze interessant hoewel hij bezet was. De naïviteit en mijn opportunisme dreven me toch in zijn armen en we hadden een hevige romance. De 'andere vriendin' kwam erachter en uiteraard brak de pleuris uit. Hij kon geen keuze maken, ik jankte, schreeuwde, schopte om me heen, wees hem de deur, liet hem weer toe en uiteindelijk beloofde hij voor mij te gaan, met haar te breken en ik was er volkomen gerust op dat dat ook écht heus waar was. Na een maandje of anderhalf kwam ik erachter dat hij helemaal geen keuze had gemaakt en nog fijn bij haar op de bank zat en aan de andere kant mij aan de lijn hield. Ik was witheet en nam zoete wraak. Daar had ik 5 minuten voldoening van. De volgende dag meldde ik me ziek op het werk en ik dook een week in bed. Ik kocht een nieuwe wasmachine in die dagen en dong door mijn tergend chagrijnige humeur, een gezicht met de kleur van afwaswater en met bloeddoorlopen ogen 100 gulden van de prijs af. Inclusief bezorgen en aansluiten. 

Daarna pakte ik het leven op en versleet de zolen van mijn schoenen in het uitgaansleven. Tijdens zo'n nacht en met een promillage achter de kiezen waar een goede advocaat ontoerekeningsvatbaarheid voor zou weten te krijgen voor de rechtbank smste ik een oud-collega waar ik weleens mee gerotzooit had in een periode dat dansschoolvriendje en ik een van onze relationele pauzes hadden. Oud-collega was toevallig nog niet zo lang geleden weer op de markt gekomen en had ook wel oren naar een verzetje, aldus pakten wij ons gerotzooi weer op. Het was een spannende tijd, we beleefden vele avonturen die ik hier niet in detail zal bespreken maar het was vooral een berg dikke pret. We kusten de sterren van de hemel, op mijn werk moest ik me regelmatig nader verklaren over mijn rode, kapotte kin (ik zei: "gevoelig huidje", ik wist: "uur onafgebroken zitten zoenen met Jeroen stoppelbaardje"). Hij had een toffe job waardoor hij in VIP lounges van evenementen waarvoor hij niets hoefde te betalen vertoefde met mij aan zijn zijde. Waar je een garnalenkroketje op een schoteltje en bubbels kreeg aangereikt door een gesteven ober die niet ouder was dan ikzelf als je een voet over de drempel zette. Tot de dag waarop hij, officieel, onder het genot van een door hem zelf gekookt viergangen diner (nog lekker ook....) aankondigde dat hij Verliefd was. Op mij. De zalm stokte in mijn keel. Ik was niet verliefd. En in tegenstelling tot de avances van Harold op de kleuterschool, was ik nu onthutst, in paniek, niet meer in staat tot eten, laat staan een zinnig antwoord. Ik heb me met een smoes uit de voeten gemaakt. We luisterden die avond mijn cd van Tori Amos, ik was idolaat van die cd, maar het heeft nog lang geduurd nadien voor ik weer iets van Tori kon horen zonder het gevoel te hebben te stikken in een stuk zalm. De ontelbare bossen bloemen en kookboeken met mooie persoonlijke teksten die hij liet bezorgen op mijn werk (nooit geweten waarom daar) ten spijt, ik liet nooit meer wat van me horen. Niet sjiek, als ik er aan terug denk krijg ik nog altijd een 'hm, shit' gevoel(tje)... Ik denk nog wel eens aan hem. Ik hoop echt met heel mijn hart dat hij gelukkig is geworden met iemand. Hij was lang, gespierd, slim, creatief, avontuurlijk, romantisch, hartstochtelijk, grappig, kon goed koken, overweldigend. Kortom, een lot uit de loterij maar ik wilde niet. Ik heb hem nooit meer gezien.

Niet lang daarna was het mijn verjaardag en die ochtend belde luchtbedje-vriendin mij om te feliciteren en meteen daarna deelde ze mee dat de vriendin van de schoonbroer die me vorig jaar zo belazerd had een hartaanval had gekregen en in het ziekenhuis lag, buiten bewustzijn. Twee dagen later werd de stekker uit de apparatuur getrokken en nog een paar dagen daarna was de plechtigheid in aanwezigheid van vele vrienden en familieleden.... Als ik niet zo zeker zou zijn dat ik het echt niet gewenst heb zou ik nu op mijn kont getatoeërd hebben staan: "Carefull what you wish for". Hoewel er veel oud zeer was ging mijn hart toch uit naar de schoonbroer. Dit was niet de bedoeling van het leven. Dit was Pijn. Hij had alles van dichtbij meegemaakt, hij was gebroken. Ik liet hem, zelf, weten dat ik met hem meeleefde. Hoe dan ook, ik had van die man gehouden, en dit had nooit mogen gebeuren. Het onvermijdelijke gebeurde, we raakten weer met elkaar in contact, de aantrekkingskracht was er nog steeds, we gaven er aan toe. We praatten natuurlijk veel over wat er allemaal gebeurd was, hij deed veel wiedergutmachung, ik koesterde me erin, we werden verliefder en verliefder. Uiteraard onder het sceptich toeziend oog van een ieder die een half jaar eerder had gezien hoe ik plat op mijn bek ging en hoeveel verdriet me dat had gedaan. Maar we waren allejezus gelukkig. Ik kan het niet anders zeggen. Ik hield van hem, hij van mij, we trouwden, kochten huizen, kregen prachtige kindjes, dansten samen door de huiskamer, plukten de sterren van de hemel. We hadden ons kruisje maar daar was mee te leven. Tot de problemen die hij altijd al had gehad niet meer sluimerden maar in alle hevigheid aan de oppervlakte kwamen. Ik verloor de liefde en het respect voor hem, we verloren samen elkaar, de kleur en het geluk. Ik was ongelukkig, doodeenvoudig op alle fronten dor, uitgehold en moe van de strijd. Ik tobde een tijd en hakte uiteindelijk de knoop door, ik wilde niet meer. We scheidden. De scheiding was zowel praktisch als emotioneel als een trein die hard moet remmen. IJzer op ijzer, piepend, krakend en met veel vonken.

Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om ooit nog een relatie aan te gaan. Ik mocht van iedereen nooit nooit zeggen maar zei het minimaal drie maal daags tegen mijn eigen spiegelbeeld. En Zo. Zou. Het. Zijn.
Tot....er onverwacht iemand langskwam die de N van de Nooit nam en me langzaam maar zeker het gevoel gaf dat het misschien toch ooit nog wel eens..... enzovoorts. Die me liet zien en voelen dat kwetsbaar zijn kan. Ik heb mezelf lang voorgehouden dat het geen liefde was maar lol, en zelfvertrouwen, aandacht. Maar het was liefde. Het was mooi, en echt, en onmogelijk vanaf dag één. En vandaag is er een punt achter gekomen. En dat is misschien maar het beste en het stomste en vervelendste.

Ik heb nergens spijt van, als ik later oud en rimpelig ergens dichtbij de centrale verwarming zit te mijmeren voor het raam zal ik er met een glimlach aan terug denken, net zoals aan Harold, Jeroen, Patrick. Maar mijn hart is weer een laagje eelt rijker, en voorlopig weer even in de vriezer. Ik vraag me niets af, niet waarom, niet of ik iets verkeerd heb gedaan, niet of het niet echt was, niet of ik wel leuk genoeg ben, niets, eigenlijk....

Niet zeker of dat een beschadiging is waardoor een volgende liefde weer een muurtje extra moet slechten maar dat maakt me niet zo veel uit. Want ik weet zeker dat net zoals computers nooit fouten maken maar slechts de opdrachten van de mens uitvoeren de liefde ook nooit fouten maakt. Die is er en doet zelf niks, het is maar hoe we er zelf mee omgaan, of durven gaan.