zondag 2 september 2012

The stage

Wie ik ben is een vraag die me al sinds mijn tienerjaren bezighoudt. Nu die jaren reeds een aanzienlijk aantal lentes achter me liggen berust ik meestal in de wetenschap dat ik op die vraag nooit een sluitend, waterdicht en eensgezind antwoord zal vinden. Mijn persoontje blijkt aan hevige en minder hevige verandering onderhevig en daarnaast nopen veranderende omstandigheden in mijn leven mij ook met enige regelmaat mijn wereld- en zelfbeeld te herzien. Soms levert dat een simpele constatering op, het lampje boven (of soms in) mijn hoofd, een vinkje op de lijst, in het beste geval veer ik even op of sta even letterlijk stil om het heldere inzicht in te laten zinken, en soms kost dat vijf kilo lichaamsgewicht. Drie dingen weet ik zeker over mezelf:

1 Ik hou van taal. (Ik hou ervan, ik ben geen extremist, wel irritant gezelschap als je 'dan mij' zegt i.p.v. 'als ik'.)
2 Ik hou van geschiedenis. (Met name van oude stenen die heel veel weten maar niks kunnen zeggen en van alles wat te maken heeft met de Tweede Wereldoorlog. Zo maak ik vaak indruk door tijdens een potje triviant Hele Moeilijke Vragen te kunnen beantwoorden over dit onderwerp en kijk ik elk jaar vaste prik naar Saving Private Ryan en andere oorlogsdrama en docu.)
3 Ik hou van dansen. (Alles.)

Nu werd ik onlangs geboeid door een onverwachte combinatie van punt 1 en 3. Twee interesses die nauwelijks, nooit, elkaars pad kruisen. Waarschijnlijker is het dat er ooit breipatronen te pas komen aan ruimtevaarttechnologie. Nu kan het wel eens gebeuren dat er gedanst wordt op muziek die taalkundig ook erg boeiend is maar dat is toch wel het dichtste bij wat kruisen betreft. Maar wat mij trof was een uitspraak van jurylid Dan Karaty van danstalentenjachtoptv So You Think You Can Dance. Een uitspraak die je, als je niet net als ik emotioneel kan worden van mooie metaforen én het daarnaast ook nog eens op kan brengen om naar SYTYCD te kijken en ook nog naar Dan's bijdrage te luisteren, wellicht niet eens had gehoord en waar je al helemaal niet verder over nagedacht had. Behalve dan dat je misschien ergens onbewust in je hoofd "Tsssss" deed om de arrogantie van die kleine opgefokte standaard verveeld uitziende Amerikaan (-se homo, zou een minder tolerante kijker er misschien nog achteraan denken. Ik niet want ik weet dat hij keurig getrouwd is met een heel leuk meiske en dat ze ook al een heel leuk nieuw meiske hebben voortgebracht samen en tegenwoordig hoef je echt niet meer altijd maar te doen alsof je hetero bent terwijl je eigenlijk gewoon een hartstikke leuke homo bent en zelfs gezellig samen met Arie van de EO tegen je opa en oma van 94 kan gaan vertellen dat je dus homo bent en dat die dan gewoon zeggen als je maar gelukkig bent jongen, maar dat terzijde).

Enfin, er was een auditant aan de beurt, een jongen, leuke jongen, sixpackje, snelle babbel, bloesje open, één en al toonbeeld van potentie en tijgervel (zie vorige blog). Hij stelde zich voor aan de jury, zijn glinsterende rij tanden leek een eigen mediatraining gehad te hebben. En toen die minishow klaar was zei Dan tegen hem: "Allright Koen (altijd leuk als Dan melkboerenhondennamen uit moet spreken), the stage is yours!".

The Stage Is Yours. Is zo'n prachtige metafoor voor de vrijheid! En vrijheid is nogal een groot thema in mijn leven sinds ik een aantal jaren geprobeerd heb te vergeten dat ik een vrij mens ben. Dat is alles, het heeft verder niets te maken met punt 2. Dienaangaand heb ik nog nooit iets meegemaakt, ik hoop ook dat dat zo zal blijven en ook op gerechtelijke danwel niet gerechtelijke wijze ben ik nimmer van mijn fysieke vrijheid beroofd geweest. Maar toch.....wie onthoudt er nou echt dat the stage yours is? Ik niet in elk geval. Ik heb mezelf wel wijsgemaakt dat het zo is en dat het de kern van mijn bestaan is, maar ondertussen loop ik ook gewoon mijn dagelijkse rondjes in de tredmolen en stel ik me afhankelijk op van geld, sociaal leven, kinderen, schulden, gezondheid, huishouden, familie enz. Nu ik solo op zoek moet naar andere woonruimte fantaseer ik bijna dagelijks over een verhuizing naar de meest tegenovergestelde richting van mijn huidige woonplaats. Zuid of Noord, het maakt me niet zoveel uit maar het gevoel dat het kan is nogal overweldigend. Of als ik in een overmoedige bui ben, naar een exotisch oord, een huisje dicht bij het strand, kindjes die de hele dag in een afgeknipte spijkerbroek op blote voeten in de branding lachen en spelen. Dat laatste is trouwens wel door juridische beperkingen aan banden gelegd maar dat heeft weer alles te maken met ouderlijk gezag en de haalbaarheid van een bezoekregeling: Groningen is bezoekregelingstechnisch onpraktisch doch uitvoerbaar, Bonaire is onpraktisch en alleen uitvoerbaar indien in het bezit van een privé-concorde en die mag niet meer vliegen dus onhaalbaar. De advocaat legde het nogal omslachtig uit maar in de praktijk komt het erop neer dat ik sinds ik me heb laten bevruchten door de erkende vader van mijn kinderen altijd zijn toestemming nodig zal hebben om te gaan en staan waar ik wil of die van de rechter als hij dat niet wil. 

Maar the stage is yours, jeetje.... alles kan nog, in alle windrichtingen, je kan nog alles worden, nee heb je, ja kan je krijgen, als je maar wil kan je alles, alles eruit halen, live life to the max groots en meeslepend! Maar ik weet al hoe het zal lopen, ik blijf keurig in mijn huidige woonplaats. O, ik heb best een beetje gezworven toen ik nog kinderloos was, had een vaste portie verhuisdozen onder mijn bed en een weekendtas on the go in de gang, niet echt ergens geworteld, geen plek waar ik hoe dan ook naartoe moest worden vervoerd als de dag kwam dat mijn laatste rustplaats moest worden uitgezocht. Ik hoop dat mijn nabestaanden mij tegen die tijd naar het crematorium laten overbrengen en mijn overblijfselen in de zee storten, zoiets, geen vaste plek alsjeblieft. Maar ja, nu mijn kinderen overduidelijk wel wortel geschoten hebben, en ik dat kleine, nog prille worteltje niet los wil trekken, althans niet teveel, voel ik mij verantwoordelijk om ze de verworvenheid om geblinddoekt naar het winkelcentrum te kunnen fietsen niet te ontnemen. Dat, en het feit dat ik mijn vrienden en familie zo bar slecht lang kan missen houden me op mijn plek. Evengoed fantaseer, dagdroom en mijmer ik met volle overgave nog steeds over de mogelijkheden van een ongebonden en onafhankelijk bestaan ergens in de zon. Of op verschillende plekken zodat ik, zoals Isabella Rosselini in Death Becomes Her, de lente achterna kan blijven reizen. Dat ik nog eens een wijze blik zal krijgen van een Tibetaanse monnik, in het echt en niet op Discovery Channel. Dat ik nog eens het stratenplan van New York leer kennen als mijn broekzak. Dat ik nog eens mijn hand op de Chinese muur kan leggen en daarna doorreis om ergens in Australië aan de kust te werken teneinde mijn duikbrevet wat ik ga halen in het Great Barrier Reef te bekostigen. Dat ik nog eens ergens in een woestijn kan overnachten bij een Bedoeienstam. En dat ik dan onderweg allemaal interessante mensen ontmoet die me meenemen naar broeierige salsacafe's in de straten van Cuba of me rondleiden in een kernonderzeeër buiten de rondleidingentijden. Waardoor ik weer op een feestje beland waar Richard Branson ook is die dan tijd zou hebben om me uit te leggen waar nou zijn succes door komt en hoe hij zo tomeloos enthousiast allemaal nieuwe dingen blijft proberen. 

Zou het....ooit? Of misschien blijft het bij dromen, dat zou ook niet zo heel erg zijn. Maar die of maakt het zo leuk om elke dag te denken, the stage is mine!