woensdag 4 juli 2018

Assepoes

Bijna dagelijks zit mevrouw Van Dalen in mijn hoofd driftig in een notitieboekje mee te schrijven met de waan van de dag. Vaak hoofdschuddend, soms meewarig, heel vaak schaterend van het lachen en een enkele keer tot op het bot geïrriteerd. Soms weet ik niet meer waar ik moet beginnen om al die notities hier uit te werken. Trump? Nog voor ik er aan zou beginnen dient de volgende idiote situatie zich alweer aan. Nee. Mijn puber? Een wandelend cliché, gewoon elke dag natte handdoeken op vreemde plekken en ongeïnteresseerd commentaar op alles. Tik puber in op google en u vindt waarschijnlijk een miljoen schrijfsels over het onderwerp. En wat opvoedadvies waar je weinig aan hebt. Gall en Gall zou erop in moeten spelen en zichzelf op het zoekwoord puber bovenaan in de resultaten moeten manoeuvreren. Dat zou nog eens een slimme marketingactie zijn. Bureaucratie? Op zich een onderwerp waarover ik je gegarandeerd vermakelijk zou kunnen onderhouden. Niet omdat ik nou zo geestig ben hoor, de verhalen zijn van zichzelf al om te janken zo grappig. Had ik al verteld dat ik de kat van mijn overleden ex uit het asiel wilde halen en daarvoor twee weken met diverse instanties in de slag ben geweest? Het asiel zelf, natuurlijk. Maar ook andere overheidsinstellingen zoals de gemeente en de sociale dienst. Jaja, het heeft wat voeten in aarde om een huistuinenkeukenkat te adopteren als wijlen zijn baasje een ietwat lastige band had met de maatschappij. Mailen, bellen, juridisch advies inwinnen, wikken en wegen. Enfin, ik kan je inmiddels verheugd vertellen dat poes tevreden in ons midden is en dat we van de meneer van het asiel die gisteren op huisbezoek kwam om te kijken hoe het met ons allemaal ging. een sticker en een krul hebben gekregen en de bevestiging dat we onze proeftijd zijn doorgekomen. Aan het poezenverhaal is geen woord overdreven. Naar mijn kinderen heeft de afgelopen zes, zeven jaar trouwens niemand gevraagd, of het goed met ze ging. Ik bedoel maar. Dat onderwerp moeten we maar laten rusten. Voor je het weet worden er kamervragen gesteld en staat Hart van Nederland op de stoep.

Nee. In plaats daarvan zou ik het graag eens hebben over een onderwerp dat mij na aan het hart ligt. 

Schoenen. 

Om te beginnen moet ik eerst even kwijt dat ik het woord schoenen overigens afschuwelijk vind. Het klinkt zo functioneel. Net zoals telefoon. Of handzeep. En dan kan je een overwegend rationeel ingesteld type zijn en denken: tja, het is wat het is. Maar gebruikt iemand zijn 'telefoon' nog (vaak) om te doen waar meneer Bell hem ooit voor bedacht had? En de zeep die op je wastafeltje staat, is dat nog zo'n groen, half gebarsten blok glycerine? Of heb je, net als ik, een complete beleving van zintuigprikkelende huidverzorging met een pomp erop. En duurde het lang voor je hem koos? Ik kocht toevallig vandaag een nieuwe zeep en ik geef toe dat ik er langer dan 4 minuten over gedaan heb om de variant voor de komende weken te selecteren. Als je het wil weten, het is de Etos cedarwood rose nogwat geworden. Schoenen klinkt als een stuk stevig materiaal dat je aantrekt om je voeten te beschermen tegen kou, vuil en verwondingen indien je je buitenshuis begeeft, liefst zo comfortabel mogelijk. Nou, ik kan je vertellen, het gros van mijn schoenencollectie voldoet niet aan deze criteria. 

Mijn schoenentic gaat ver terug. Mijn moeder kan nog zwetend wakker schrikken als ze per ongeluk terugdenkt aan de jaren waarin zij met mij moest winkelen voor nieuwe schoenen. We gingen voor groeibestendig en orthopedisch verantwoord, we kwamen terug met stoom uit ons beider oren en dikke tranen óf met lakschoenen met gespjes en een hakje. Afhankelijk van mijn moeders standvastigheid. Liefst zette ik mijn nieuwe schoenen 's nachts naast mijn bed. Als mijn moeder de schoenenmissie had gewonnen was ik dagen niet te genieten. Door de jaren heen heb ik veel schoenen verzameld. Ik kan zeker niet tippen aan Imelda Marcos, daar heb ik ook gewoon de ruimtelijke en financiële middelen niet voor, maar waar het op schoenen aankomt heb ik weinig weerstand. Ik heb roze, blauwe, rode, babyblauwe, witte, groene, gele. Diverse dierenprints waaronder tijger, slang, luipaard en zebra. Ik heb sandalen, sneakers en ballerina's van allerlei pluimage, laarzen in meerdere uitvoeringen en toen de enkellaarsjes weer in de mode kwamen heb ik een paar weken rijst en macaroni gegeten. Ik heb drie paar teenslippers en dat vind ik eigenlijk heel bescheiden. 

Ik heb een spaarkaart van de schoenmaker. Als ik mijn hakken laat verzolen krijg ik er een knipje in en is-ie vol, dan is het volgende paar gratis. Ik heb al een zwikkie van die spaarkaarten volgemaakt. 'Klaar terwijl u wacht' staat er op het raam van de schoenmaker met zijn Kruidvat-brilletje en leren schort voor, hij zegt altijd dat ik ze ook na een boodschapje op mag komen halen maar ik zit graag aan de hakkenbar. Dan kijk ik hoe hij de mooiste schoenen over zijn mal legt, de kleinste zooltjes onder de puntigste hakjes timmert en tegen een ronddraaiend steentje houdt. Soms komt er iemand om een sleutel te laten maken maar dan maakt hij toch eerst zijn hakjes af, en als ze klaar zijn doet hij er een nummertje aan met een wasknijper en zet ze in het overeenkomstige vakje. Er zijn niet veel plekken meer waar je een vakman van zo dichtbij aan het werk ziet.

Weet je niet meer wat je aan moet trekken? Koop nieuwe schoenen en je hele garderobe is weer fris. Saaie dag? Knalkleur pumpjes aan onder je kleurloze outfit; je loopt op een regenboogje en de zon zal je volgen. Slecht geslapen? Lekkere sneakertjes aan onder die zachte spijkerbroek en je wordt de door de lucht gedragen. En je hoeft er heus niet voor naar de Bijenkorf. Natuurlijk, die Louboutins willen we allemaal wel graag maar als je net als ik een beetje op de kleintjes moet letten is de Van Haren je hang-out en doe je af en toe een uitspatting bij Sacha of Omoda. 

Ik hou van al mijn schoentjes, zelden deed ik een miskoop. En allemaal komen ze misschien maar eens in het jaar buiten, ik koester ze toch oprecht. En als ik dan achter mijn bureau zit, weet ik niet hoe snel ik ze uit moet trekken om de rest van de dag op blote voeten door het kantoor te sjouwen. Als ik naar huis ga hangen ze aan mijn wijsvinger want autorijden is funest voor mooie schoentjes. Dan staan ze gezellig naast me op de stoel. Als ik Assepoester geweest was zou ik die prins nooit meer gezien hebben, zonder mijn schoenen vertrek ik namelijk niet. 

Zie je? Schoenen helpen zelfs tegen piekeren over de wereld, opvoedperikelen en gesteggel met logge instanties! Twee therapeuten in een kartonnen doos en als je wil komt de postbode ze gewoon thuisbrengen.