dinsdag 6 januari 2015

Smoelensmid

Stel je voor, je bent een jaar of 10, jij en je vriendjes willen piloot worden, of 'leger', politie of gewoon brandweerman. Misschien was je iets avontuurlijker en droomde je ervan om leeuwentemmer of duikinstructeur te worden. Of een meisje en werd je juf, of dolfijnentrainer. Natuurlijk is iedereen wat anders geworden. Wie piloot is geworden wilde vast vroeger banketbakker worden en de juffen van vandaag waren vroeger in hun fantasie zeker volleerde amazones, of kapster. Hoe dan ook, er was vast niemand die dacht op zijn of haar tiende, later als ik groot ben word ik second senior assistant financial controller en ga ik elke middag een cupasoupje drinken op een saai kantoor op een saai industrieterrein langs de A16. Denk je ook hmhm nu?

Maar wat? Is er in hemelsnaam gebeurd in het hoofd, toen dat nog een hoofdje was, van je tandarts? Was er een moment dat hij of zij dacht, weet je wat mij leuk lijkt? Om iemand in een compleet hulpeloze positie een boormachine in zijn mond te duwen. Ging hij voor het geld of voor een geile assistente? Voor alle duidelijkheid, ik ga trouw twee x per jaar. Om dat niet te vergeten stuurt mijn tandarts mij tweemaal jaars een aardig kaartje waarop staat dat het weer tijd is om me aan hem te onderwerpen. En de gruwel van een gehavende lach dwingt me om dat dan te doen. En dan is er altijd  wel weer wat. Ik had een tijdje een tandarts, daar mocht ik altijd zo weer weg, geen centje pijn. Hartstikke fijn, tot ik een nieuwe tandarts moest omdat de geen centje pijn tandarts met pensioen ging, en deze constateerde dat mijn oude tandarts waarschijnlijk al tijdens zijn werk was gaan pensioneren. Kortom, nieuwe tandarts zag wel brood in mijn gebit. Oude vullingen die vervangen moesten worden, een wortelkanaaltje, eeuwig terugkerend tandsteen, gaatjes die nog geboren moesten worden en-zo-voorts. Inmiddels is alles weer op orde maar ik heb aardig wat uurtjes doorgebracht in de Stoel. En altijd als ik daar lig krijg ik acute jeuk aan alles wat zich buiten het bereik van mijn handen bevindt en kijk ik ongewild naar de neusharen van de tandarts.

Ik heb een paar tandartsen versleten in mijn leven maar globaal gaat het overal hetzelfde. Je gaat zitten, de stoel gaat in de no way out stand en om te voorkomen dat je alsnog opspringt en maakt dat je wegkomt wordt de hele marteluitrusting in stelling gebracht ter hoogte van je kin en daar komt de haak. Dan die eindeloze zoektocht langs al je tanden en kiezen, dan blijft hij even hangen, wrikt nog eens naar links, rechts, tussenin....en je weet; foute boel. Maar in plaats van tegen jou te zeggen wat er loos is begint hij in onbegrijpelijk jargon dingen tegen de assistente op te sommen die op dat teken in beweging komt en laatjes open en dichtdoet, dingen klaarlegt op een dienblaadje akelig dicht bij je hoofd. Ze vult het spoelbekertje alvast en vraagt voor de zekerheid of je een verdoving wil. Ik neem hem altijd. Zo lang ik nog met mijn ogen kan knipperen vind ik het best, verder mogen ze mijn hele gezicht lamleggen. Dan maar de hele dag een hangend lipje. En maar kletsen. "Ga je nog op vakantie?" "Hm, hier is het zeker een beetje gevoelig?"(JA!) "Ben je nog bij de mondhygieniste geweest onlangs?" Dat vinden ze lollig hoor, ik wed dat ze het expres doen. Vragen stellen terwijl je met je bakkes open op die stoel ligt te knijpen met je ogen tegen het felle licht met een afzuiginstallatie in je mond die probeert al het vocht uit je lijf te zuigen. Je kunt geen woord terugzeggen maar je probeert nog een halfslachtige vorm van communicatie tot stand te brengen met je ogen of door te knikken of schudden met je hoofd. Ik voel me persoonlijk altijd een behoorlijke debiel als ik dat aan het doen ben. Mijn huidige tandarts put er echt genoegen uit, die zegt gerust nog: "jij denkt natuurlijk dat je niks terug kunt zeggen.....en dat klopt." Verder is ie wel ok hoor...

Mijn kinderen vinden het vooralsnog prima bij de tandarts. Ze krijgen altijd complimenten, af en toe op de kiek om te kijken hoe het met de wissels gaat, fluor met een smaakje en na afloop nog een nieuwe stuiterbal of Cars tandenborstel. Een poosje was er een vrouwelijke tandarts in onze praktijk. (Een lieve Belgische mevrouw die alles wat ze zei verkleinde - dan ga ik hier even een vullinkske in plaatsen en daarna polijsten we dat kiesje even mooi -, dat maakte het iets minder erg.) Boven haar stoel aan het plafond had zij een plaat bevestigd met erop een stuk op 100 hondjes afgebeeld, verstopt tussen die honden was een kat en de uitdaging aan mijn kinderen om tijdens de controle de kat te spotten. Het lukte mijn jongste zoon op een dag, hij schoot omhoog, het haakje klapte tegen de veiligheidsbril van de tandarts, en riep euforisch: "Tandarts! Ik zie je poesje!"