zondag 2 december 2018

E-mineur

Mijn kinderen hebben allebei door genetische omstandigheden een obsessieve liefde voor muziek. Dat was nog helemaal niet zeker toen ze nog erg klein waren maar hoe ouder ze worden hoe meer de liefde zich begint te manifesteren. De jongste zit vanuit die liefde sinds kort op gitaarles. Toen de bevlieging waarin hij probeerde zichzelf Seven Nation Army te leren op een gammele gitaar maar niet over wilde waaien ben ik overstag gegaan en heb mijn één-clubje-beleid overboord gegooid (stoppen met voetbal is onbespreekbaar). We wilden thuis de rest van het nummer nu ook wel eens horen en we waren ook wel toe aan een iets uitgebreider repertoire. Plus, ik weet natuurlijk dat hij later op de verkeringsmarkt geramd zit als hij gitaar kan spelen maar dat vertellen we hem maar niet, dat merkt hij vanzelf wel (en hij is al heel knap, ahum). Hij is gek op Elvis, vindt de Beatles leuk al weet ie nog niet of hij nou meer fan van John Lennon of van Paul McCartney is en het allerliefst wil hij een specifiek nummer van de Eagles leren spelen waar zijn vader gek op was. Die hield ook erg van Pink Floyd, dat is eigenlijk nog een muzikaal bruggetje te ver voor hem qua waardering maar hij luistert er wel naar "omdat hij het toch leuk wil gaan vinden". Dat ontmoedig ik niet. Op vakantie hadden wij de nieuwe cd van Snow Patrol in de auto, omdat we dat zelf leuk vonden, maar op onophoudelijk en zeer dringend verzoek vanaf de achterbank ongeveer 2000 km lang diezelfde cd luisteren heeft enige (tijdelijke) slijtage toegebracht aan ons eigen enthousiasme. Een vleugje fatalisme heeft hij dan ook geërfd vrees ik. Voor de goede orde; Nederlandse snotneusrappers die teveel verdienen voor hun leeftijd en attitude zijn hier ook schering en inslag maar elke tijd heeft zijn muzikale zonden dus daar maak ik me niet al te druk om.

Dus. Gaan we sinds enige tijd elke week naar een wijkcentrum waar hij van een idealistisch type die zijn spandoeken en hashpijp aan de wilgen heeft gehangen maar zijn haar nog wel in een staart draagt leert wat akkoorden zijn, noten lezen en waarom Jimi Hendrix god is. De gammele gitaar hebben we inmiddels ingeruild voor een ietwat handzamer model dat beter toegerust is op zijn 10-jarige anatomie.

Het wijkcentrumzaaltje voldoet aan alle eisen uit het boekje inrichting van wijkcentrumzaaltjes uit 1983. Er staan in een U-vorm tafels met knutsellittekens en praktische stoelen, aan de muur hangt een magnetisch whiteboard dat niet meer schoon wil worden maar desondanks toch schoongemaakt wordt. Aan het (nep?)houten schrootjesplafond hangen lichtbakken waar vliegen de eeuwigheid vinden en waaronder iedereen er zonder uitzondering uitziet als een wassenbeeld. Langs de muur staan beukengefineerde kasten waarin naar ik vermoed materiaal van de crea-club zit. Want op de kasten staan namelijk vaak projecten die nog niet helemaal klaar zijn. Vandaag staan er grote houten kerstkaarsen, met druipers en al gefiguurzaagd. Ze hebben een laagje grondverf inmiddels. Aan de muur achterin de zaal hangt een foto van Manhattan by night met de Twin Towers er nog op. Voor de ramen hangen lamellen en in de hoek staat een grote plant van de soort die het beste gedijt op koude koffie, van die bruine steentjes en kunstlicht, ik geloof dat het een Yucca betreft. Hij staat op een plankje met wielen eronder zodat hij makkelijk verplaatst kan worden maar dat is overbodig want alles wat hier belandt gaat nooit meer weg. Behalve de cursisten, al ben ik daar ook niet helemáál zeker van.

Maar dat maakt allemaal niks uit. Het zeer gevarieerde groepje gitaarleerlingen is gemotiveerd. De leeftijden lopen uiteen van 7 tot 11 jaar en er zijn ook twee dames bij het gezelschap waarvan er eentje een zuurstokroze gitaar heeft. Ze zitten allemaal achter een muziekstandaard op een onhandige stoel en als ze gezamenlijk een muziekstuk ten gehore moeten brengen barst een kakofonie van noten en toonhoogtes los waar de Yucca wellicht eens onder zal bezwijken. Maar ze spelen het stuk altijd onverstoorbaar uit en nadien zegt meester Peter dat ze het "hartstikke goed gedaan hebben!", alleen iets minder hard op de snaren rammen dames en heren. Soms neemt hij zijn eigen elektrische basgitaar mee en dan mogen ze om de beurt het stuk daarop spelen. De kleinsten moeten een beetje gestut worden als ze met het kolossale ding op schoot zitten en nooit zie ik iets van ongerustheid bij meester Peter als zo'n onervaren handje zijn ongetwijfeld dure instrument beroert.

Ik ga niet altijd kijken maar als ik ga mijmer ik weg en zie mijn spruitje later, met een beetje fantasie en kijkend door mijn wimpers kan ik me hem al voorstellen als 20-jarige, gebruind en met lange blonde lokken bij een kampvuur zitten waar zijn vrienden maar vermoedelijk vooral de vriendinnen (van die vrienden?) zeuren of hij nou alsjeblieft zijn gitaar wil pakken en dit of dat voor ze wil spelen. Hij geniet ervan want hij weet heus wel dat hoe nonchalanter hij doet des te interessanter ze het allemaal vinden, dat spel heeft hij nu nog niet door maar ik ben er niet bang voor dat hij dat niet snel genoeg in de vingers zal hebben. En dan zal ie New Kid In Town spelen of Wish You Were Here of iets wat dan in de mode is of wat dan van vroeger is. De Yucca is nergens meer te bekennen, alleen de ondergaande zon en de echo's van zijn helden die al lang niet meer zijn. En hoewel ik nu gewoonlijk steen en been klaag over hoe de verplichtingen van mijn kinderen mijn agenda bepalen ben ik erg trots en beleef ik wekelijks en steeds meer plezier aan mijn eigen kleine John Mayer in de muzikale dop.