maandag 3 juli 2023

De kunst van het geen antwoord geven

Al mijn hele volwassen leven ben ik jaloers op mensen die de kunst van het geen antwoord geven beheersen. Die een vraag op een beleefde manier uit kunnen wissen, vaak zonder dat je het als vraagsteller meteen doorhebt. Je kunt er later achterkomen dat je geen antwoord hebt gehad, of zelfs helemaal nooit. Dit zijn vaak intrigerende mensen, mysterieus. Of het is een politicus. Geen antwoord geven is een verplicht onderdeel op de politicusschool. Op veel andere opleidingen ook als bijvak te doen. Denk: hoger management, medici, juridische dingetjes. Maar het beste kan je het van nature in je hebben, dat is de meest succesvolle strategie. 

Ik kan het niet zo goed maar ik zou het graag willen kunnen. In elk geval. Ik heb goed opgelet en wat tactieken ontdekt die je kunt toepassen als je in een situatie komt waarin je: en de vraag niet kan/wil beantwoorden maar ook geen ruzie wil. Niet meteen maar ook niet morgen. Als je deze kunst goed verstaat hou je iedereen te vriend, al je opties open, je hoeft nooit iets van jezelf bloot te geven en niemand kan je ooit nog van principes en overtuigingen betichten, nou…voordelen te over dus!

1 Haak af

Dit is een beginnerstip voor als je pokerface nog niet zo geoefend is. Gewoon kappen met het gesprek. Kan op verschillende manieren. Op een feestje kan je bijvoorbeeld net doen alsof je op dat moment iemand ziet die je meteen móét spreken. Zwaai uitbundig naar ergens (let wel even op dat er ook daadwerkelijk iemand staat in de richting waarin je zwaait) en roep nog iets van hee hai! Verontschuldig je kort bij je gesprekspartner dat je deze iemand al eeuwen niet meer gezien hebt of zo en neem daarbij al een vertrekkende lichaamshouding aan. Dag vraag. 

Let op: niet te snel terugkeren binnen gehoorafstand van de vraagsteller. Je kunt eventueel ook ineens een urgent toiletbezoek voorwenden maar dat wordt best persoonlijk en je kunt de verwachting wekken dat je aanstonds weer terug bent. Ben je niet op een feestje; zie opties 2 t/m 5 of zeg dat je de kat hoort voor de deur. 

2 Zeg iets (algemeens) over het onderwerp van de vraag
Je kunt heel betrokken overkomen als je niet per se antwoord geeft op de vraag maar wel voortborduurt op het onderwerp van de vraag.

Voorbeeld:
Iemand: “Wat vind jij van die klimaatprotesten de hele tijd?”
Jij (bent net lid geworden van Extinction Rebellion of van de belangenvereniging ten behoeve van het stimuleren van het gebruik van fossiele brandstoffen/hebt überhaupt geen zin meer om over klimaat danwel protesten te praten/weet al dat deze gesprekspartner een totaal andere overtuiging heeft dan jij/houdt je mening sowieso liever gewoon voor je/andere reden) kan dan het volgende zeggen: “Daar is inderdaad erg veel nieuws over de laatste tijd ja!”.

Je zult zien; je gesprekspartner zal, afhankelijk van zijn/haar eigen mening over het onderwerp, daar over verder praten en met een beetje geluk helemaal leeglopen van ergernis of feitenkennis inzake het onderwerp zonder zich ooit nog druk te maken over jouw antwoord, waarschijnlijk interesseerde dat hem/haar om te beginnen al geen snars maar zocht hij/zij naar een manier om het onderwerp ter sprake te brengen. Echter, als dat niet het geval was en hij/zij is oprecht geïnteresseerd in je mening is dit nog steeds een effectieve strategie. Jullie kunnen dan rustig verder praten over het nieuwe onderwerp dat je aangebracht hebt en waarschijnlijk is dat ook nog beter voor de sfeer in dit specifieke geval.

3 Begin over iets totaal anders
Voor gevorderden. Bijzonder effectief. Gooi een totaal afwijkend gespreksonderwerp tegen de vraag aan. Stel, we nemen die klimaatprotesten nog een keer en alle redenen waarom je daar niet op wil antwoorden. Dan kan je met je allerenthousiastste gezicht iets tegenwerpen als: “het schijnt een heel slecht kersenjaar te zijn!”. Je kunt ook beginnen over of je twijfelt over een vakantie naar Terschelling of Kreta. En als je denkt dat je je gesprekspartner nog verder mee het bos in moet nemen weg van de vraag, kan je eraan toevoegen dat het allebei eilanden zijn en iets bulderlachen over de kwaliteit van de ouzo op beide. De kust is waarschijnlijk wel veilig nu.

4 Antwoord met een tegenvraag.
Voor de meer filosofisch aangelegde antwoordenduiker. Laat de vraag even in de lucht zweven en kijk bedachtzaam naar een dood punt, een muur of een plant of zo. Niet te lang natuurlijk anders kom je over als een slechthorende onder invloed van verdovende middelen. Dus voor je gesprekspartner met de vingers voor je gezicht gaat knippen om je uit je trance te halen, stel je een tegenvraag. Hoeft niet te moeilijk, kan gewoon dezelfde vraag zijn maar dan aan de ander gesteld. Leg wat extra nadruk op de jij in je vraag en kijk er indringend bij. Buig iets naar je gesprekspartner toe voor non-verbaal overwicht. Voor wie meer uitdaging zoekt, combineer met optie 3.

5 Maak een grap
Grappen zijn al sinds mensenheugenis het ontluchtingsventiel in elk sociaal verkeer. Verkeersruzies, ongemakkelijke stiltes, crematies, hele oorlogen zijn op een ander spoor gezet door een goed getimede grap. Een grap is dus een uitstekende manier om geen antwoord te geven. Je kunt een grap over het onderwerp van de vraag maken maar je kunt ook een totaal ander onderwerp kiezen (zie ook optie 2).

Zo. Wat was de vraag ook alweer? (tip ;-)

maandag 12 juni 2023

Ola

Ola. Klinkt als vakantie in Spanje. Of iets met ijsjes, voor wie het nog weet. Vrolijke dingen in elk geval. Maar die Ola’s bedoel ik niet. Ola Källenius. De baas van Mercedes Benz, was gister op bezoek bij Twan Huys en een handjevol studenten van de TU in Delft. Hij was te gast bij College Tour. 

Ola is een machtige man. Hij kwam binnen met de nonchalance van iemand die weet dat zijn schaapjes op het droge zijn en dat de mensen om hem heen zich als knipmessen gaan gedragen als hij de ruimte betreedt. Dat doet hem ogenschijnlijk niets. Ola is namelijk een hele gewone kerel. Vriendelijk, toegankelijk en aardig. Met een pak aan, dat wel, maar met een verwaaide haardos, een paar scheve tanden en een afgezakt ziekenfondsbrilletje. Het had zo je buurman kunnen zijn.

Het verschil is alleen dat Ola vindt dat-ie het leven begrepen heeft. Je buurman misschien ook, maar Ola heeft het spel slim gespeeld en gaat er over niet al te lange tijd met de knikkers vandoor. Dat weet-ie. En daarom is hij zo ontspannen. Ola trekt zijn broekspijpen wat op, net boven de knie en gaat, wijdbeens natuurlijk (Handboek voor Machtige Mannen, pagina 3, net na de inhoudsopgave), op het stoeltje zitten dat voor hem klaarstaat.

Ola weet ook dat hij het nu niet moet laten vallen. Nog even koppie erbij houden. Dan kan hij zijn chequeboekjes van alle banken die in de Panamapapers genoemd worden inpakken en naar zijn eiland vertrekken.

Eerst een paar ondeugende grapjes, even de guitige buurman-act uitspelen. Dan nog iets sentimenteels over ‘de meest geweldige echtgenote van de wereld zonder wie hij het niet gered had’. De redactie heeft er nog een oud studiegenoot bij gezocht die wat veren op mag prikken over loyaliteit, intelligentie, dikke pret en nog wat clichés uit de ouwe-jongens-krentenbrood-grabbelton en dan komen we ter zake. Want die geweldige echtgenote, die is me daar toch een partij bezorgd om de wereld? En wat doet dat allemaal met de eindbaas van een van ’s werelds bekendste doch planeetvernietigendste bedrijven? 

Alles. Zoals iedereen die kinderen heeft (bij de Källeniusjes thuis: drie troonopvolgers) maakt hij zich nátuurlijk ook Enorme Zorgen om de toekomst. En, ja, hee, Ola is niet alleen maar begaan met de natuur, hij is een slimme baas en weet ook wel dat een groen toekomstperspectief ‘the best business bet’ is. Want iedereen die nu nog niet doorheeft of wil doorhebben dat we met z’n allen onze leefomgeving in rap tempo aan het vernietigen zijn, kan nog maar terecht bij een paar chagrijnige praatgroepjes. Dat is een gepasseerd station. Dus heb je een (groot) bedrijf; zul je aan een heleboel stakeholders groene prospectussen moeten kunnen laten zien anders kan je over een jaar of vijf de deur voorgoed op slot draaien. En dus begint Ola te strooien met de termen die zijn marketingmensen/consultants/mediatrainers hem hebben geleerd. Zoals ‘keiharde doelstellingen’ en ‘footprints’ en ‘geen compromissen' en om te laten zien dat het menens is, kijkt hij er heel streng bij en beukt een keer flink met zijn ene tot vuist gebalde hand in zijn andere vlakke hand.

Als Ola gevraagd wordt te reageren op een kort maar kraakhelder geformuleerd stukje kritiek van Hannah Prins van Extinction Rebellion waarin ze hem onder andere beticht van greenwashing, pareert hij haar soepel. Door haar beweringen weg te wuiven met tegenwerpingen die ook prachtig bedacht zijn door mensen met scherpe marketingpennen. En haalt hij de buurman er weer even bij. Hij brengt zijn zoons namelijk elke zaterdag naar voetbaltraining en gaat daarna gewoon boodschappen doen, en hoe gaat hij zonder auto zijn vier gezinsverpakkingen water naar huis brengen? Anderhalve kilometer verderop maar liefst? Ola woont trouwens in Stuttgart, waar je gewoon een glaasje water uit de kraan kunt drinken. De mensen die echt een gezinsverpakking water nodig hebben moeten daarvoor kilometers door de woestijn lopen omdat hun land zo uitgebuit en omgeploegd is door de kobaltwinning voor de accu’s die nodig zijn zodat Ola zijn keiharde groene doelstellingen gaat halen. Daar reageert hij gemakshalve helemaal maar niet meer op. 

En dat Formule 1-team dan? Ook best een vervuilende business. Maar zo moeten we dat niet zien. Die racestal is een laboratorium voor nieuwe technieken die júist nodig zijn om de technologische ontwikkeling die voor een groene toekomst gaan zorgen in een versnelling te brengen. Ergens in Duitsland een gebouw neerzetten dat kan dienen als lab, desnoods met een indoor race-circuit (bel de broertjes Bleekemolen voor advies) en VIP faciliteiten en dat niet driekwart jaar met (privé-)vliegtuigen, dieseltrucks en tankwagens vol brandstof en champagne de wereld over trekt, is kennelijk nog niet bij Ola en zijn kornuiten opgekomen…

Ik ben een kind van het kapitalisme en geniet van alle privileges die in mijn wiegje lagen. Ik eet vlees, rij auto, heb nog een paar tegels in de tuin en koop wel eens iets bij Primark. Ik houd niet van de uitersten en van polarisatie maar van waarheden die in het midden liggen en zachte revoluties en vrede. Misschien ben ik naïef. Maar ik ben het onderhand zo spuugzat met de Ola’s van deze wereld. Die helemaal niet bezig zijn met onze toekomst maar vooral met die van henzelf. Het is genoeg. Ik kijk met belangstelling uit naar de College Tour met Hannah Prins of een andere Extinction Rebellioneer of -rette die dan aan de CEO van Easy Jet op een kleuterjufferige toon uitlegt dat hij het allemaal verkeerd ziet en dat we nu eenmaal niet meer terug kunnen in de tijd. Maar ik heb er een steeds harder hoofd in dat we die tijd überhaupt gaan halen, als soort. Want de natuur redt het wel hoor, die heeft ons niet nodig. Maar wij?

donderdag 29 december 2022

Een persoonlijk relaas over Intercool, tijgers die kunnen vliegen en nieuwe avonturen.

Tien jaar en een beetje geleden stapte ik het uitzendbureau binnen, op afspraak, want in tegenstelling tot de situatie van nu lagen de banen niet bepaald voor het oprapen. De deur ging alleen van het slot als je cv matchte met het schamele vacatureaanbod. De intercedent die me te woord stond, draaide haar beeldscherm naar me toe met de mededeling dat ik de vacature die ze in de aanbieding had zelf maar even door moest lezen. Ze zag wel wat overeenkomsten met mijn vaardigheden maar had toch vooral het gevoel dat ze op zoek moest naar een vliegende tijger die met mes en vork kon eten, bij wijze van spreken. Hoewel een dergelijke onmogelijke combinatie van talenten eveneens niet in mij verenigd is, was ik op dat moment meer dan bereid het toch te proberen.

Even daarvoor had ik namelijk een van de beste beslissingen in mijn leven genomen. Na jaren ploeteren had ik besloten te scheiden van de vader van mijn kinderen. Zijn alcoholverslaving waar hij uiteindelijk aan ten onder zou gaan, brak me op. Echter bleek het ook het duwtje tegen de eerste dominosteen waardoor de stenen die de rest van mijn bestaan vormden ook één voor één vielen. Ik stond op straat met een hypotheek onder water en dus restschuld van bijna 40 duizend euro, een gestrande zzp-carrière en twee piepkleine kinderen waarvoor ik de verantwoordelijkheid om ze te onderhouden en veilig op te voeden nu nog sterker voelde. Kortom, ik moest snel aan het werk, om het even wat. Gelukkig had ik de papieren op zak waarop de rechter met een krabbel en een stempel bekrachtigd had dat ik mijn geboren achternaam weer droeg en die staat garant voor sterke schouders die prima ergens ondergezet kunnen worden.

Ik had nog nooit een airco van dichtbij gezien maar toch had ik de sollicitatiecommissie weten te overtuigen van mijn tijger-met-tafelmanieren-en-vliegtalent. De volgende dag belde de opgeluchte Tempo-Team intercedent met de mededeling dat ik heel binnenkort kon starten als vormgever en medewerker marketing bij Intercool Technics. Aldus begon ik aan ‘het voorlopige baantje' om de boel weer vlot te trekken.

Ik had geluk. Het voorlopige baantje was al snel niet meer voorlopig en van een baantje was allerminst sprake. Wat was het fijn om bij Intercool weer mezelf te worden, te zijn. Niemand die me meewarig aankeek of uit medelijden aardig tegen me was. Nee, er werd gewoon hard gewerkt en de ietwat verwaarloosde communicatie-rommelzolder die ik erfde liet weinig ruimte voor andere zaken dan keihard aan de slag gaan. Mijn collega’s namen me ondertussen geduldig aan de hand in de wondere wereld van de klimaatbeheersing. In rap tempo schaafde ik mijn natuurkunde bij en leerde een heel nieuw vakgebied kennen. Geen enkele keer kreeg ik geen antwoord op mijn vragen of reageerde er iemand ongeduldig. Voor de klanten van Intercool gold dat eveneens. Loyale klanten, velen van hen spreek ik al 10 jaar regelmatig. Ik vond met plezier mijn draai in de wereld van de splitjes, de VRF systemen en de warmtepompen. Allemaal onderwerpen die tot dan toe ver buiten mijn interesse-scope lagen. Intercool en de mensen die het bedrijf vormen, hebben me buiten mijn comfort-zone hartelijk en toegewijd opgevangen en meegenomen in hun wereld. Op mijn beurt bracht ik nieuwe dingen mee. Daar werd ruimte voor gemaakt, soms makkelijk en enthousiast, soms met een kritische blik. Maar altijd met respect en de bereidheid en middelen om het te proberen. Vele mooie dingen kon en mocht ik maken en opzetten samen met mijn collega’s.

In tien jaar tijd zag ik mensen komen en gaan en Intercool verlegde de koers soms een beetje. Maar het DNA van dit bedrijf is tot op de dag van vandaag ongewijzigd. Een veilige werkplek waar ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling maar ook en misschien nog wel meer voor gelijkwaardigheid, menselijkheid en flexibiliteit wanneer het nodig is. Elk bedrijf kent zijn ups en downs en het is onmogelijk om iedereen altijd tevreden te houden maar Intercool komt een heel eind.

Maar. Ik leerde bij Intercool over verdamping, kou, warmte en energie maar ook dat het leven niet alleen neemt maar ook vaak geeft. Het gaf mij een nieuw perspectief en een onverwachte wending waaruit mijn leven weer kon opbloeien tot een stabiel bestaan. Daaruit groeide langzaam maar zeker mijn wens om iets te betekenen voor een ander, om een beetje terug te geven aan de wereld. Dat kan op allerlei manieren maar voor mij betekent dat nu dat ik mijn talent en ervaring professioneel in ga zetten voor mensen die het minder getroffen hebben in het leven. Deze kans kruiste ook weer ietwat onverwacht mijn pad maar ik heb er, niet gehinderd door enige vorm van spiritualiteit, veel vertrouwen in dat het moment goed is. Ik laat Intercool namelijk achter met een opgeruimde rommelzolder, een berg mooie ambities en de mensen om ze te verwezenlijken.

Morgen trek ik de deur van het pand aan de Pascalstraat voor de laatste keer dicht als Intercool-collega. Met een schat aan mooie herinneringen, kennis en ervaring op zoveel fronten die waardevoller zijn gebleken dan ik van tevoren had kunnen bedenken en daarvoor ben ik de mensen die ik de afgelopen 10 jaar tegen ben gekomen op dit pad dankbaar. Intercool; je bent een mooi bedrijf, laat niemand je iets anders wijsmaken.

To whom it may concern: bedankt!

dinsdag 31 december 2019

Kerstdiner

Ik heb mijn bril niet op als de visboer een dag voor kerst mijn bestelling zalm op de toonbank klaarlegt, op de aan de tas vastgeniete bon staat een bedrag dat mij in het voorbijgaan van de tas met bon iets in de buurt van €22 leek. Terwijl we wachten tot alles klaar is zeg ik tegen mijn lief dat het vlees dat ik eerder opgehaald heb bij de slager me meeviel qua prijs, waarop hij opmerkt dat de vis dan misschien een beetje tegen gaat vallen. Verbaasd buig ik een beetje over de toonbank heen en bekijk de bon nog eens goed; €77 staat erop. Inwendig verschiet ik 3 x van kleur en in mijn hoofd voltrekken zich meerdere scenario’s waaronder stilletjes vertrekken en nooit meer terugkomen, het is er druk genoeg voor. Een week eerder ben ik langsgeweest om mijn bestelling voor het kerstdiner door te geven en in plaats van gewoon zus of zoveel ons/moten/stukken te bestellen heb ik een ingewikkelde uiteenzetting gegeven van mijn plannen inzake de bereiding van de zalm. Ik wil nog wel eens hardop denken zonder erbij stil te staan hoe dat er aan de andere kant van de lijn uitkomt. In dit geval als 2 kilo zalm ter waarde van 77 euro. Uiteindelijk hoefde ik me niet schielijk uit de voeten te maken, na wat oh zit het zo’s en ik dacht dat je bedoelde’s van de visboer en uitleg en sorry’s mijnerzijds mag ik de helft afnemen en gaat de andere helft de visvriezer is. Eerder hebben we nog de laatste boodschappen gedaan bij de super, nog maar een klein lijstje dat bij de kassa getransformeerd blijkt te zijn in een voorraad die doet vermoeden dat de winkels de komende 6 weken niet meer opengaan óf dat ik de voltallige marinierskapel met partners heb uitgenodigd voor een 12-gangen diner.

Enfin. Aan de inkoop zal het niet liggen of het me lukt mijn 14 gasten en mijzelf een waardig kerstdiner voor te zetten. Ik ben ook al op extra soepkommen en dinerborden uitgeweest, zelfs een vrolijk kerstkleedje en kerstboomkaarsen heb ik al een tijdje geleden op de kop getikt. Na jaren aanschuiven bij de fam heb ik de stoute schoenen dit jaar aangetrokken en ze allemaal bij mij uitgenodigd. Een tijdje terug heb ik er iets losseflodderigs en ondefinitiefs over geroepen op de kerstappgroep die door schoonzus reeds half november onder het stof vandaan gehaald is. Maar aangezien er geen andere initiatieven worden ontplooit begin ik voorzichtig te vermoeden dat mijn losseflodderkerstuitnodiging toch opgepakt is en men er van uitgaat zich tweede kerstdag met een lege maag en glitterstrik bij mij te kunnen melden. Om mezelf te verplichten te beginnen met voorbereidingen en plannen maken knutsel ik een kerstgifje in elkaar en nodig iedereen via whatsapp uit, ik besteed meteen het voorgerecht en nagerecht uit aan mijn moeder en zusje die daar beiden gelukkig geen bezwaar tegen maken. De voorbereidingen kunnen beginnen! En dus ben ik de weken daarna druk bezig met het uitstellen daarvan, en het onderdrukken van de inwendige stem die steeds luider en gestresster begint te zeuren dat ik plannen moet maken. Ter verhoging van de stressvreugde nemen de kinderen van mijn lief mijn uitnodiging voor het kerstdiner ook aan. Dat vind ik geweldig maar nu overweeg ik ook om vooraf een informatieavond voor mijn familie te organiseren met een powerpointpresentatie met dia’s met verboden gespreksonderwerpen en tafelmanieren. Het is dat het me aan tijd ontbreekt…

Als de meeste mensen op eerste kerstdag achter de kalkoen/gourmetstelletjes/triviant zitten zijn wij de inrichting van mijn woonkamer aan het verwisselen met de inrichting van de eethoek. Terwijl mijn kinderen zich op de hoekbank onder de lamp van de eettafel posteren en onder een rare hoek al kibbelend proberen toch nog enigszins gebruik te maken van de Playstation, schuiven wij kampeertafels, bureaustoelen en de schemerlamp in diner-setting. Nu de bank weg is komt aan het licht dat de kat daar kennelijk graag onder kotst en dat kampeertafels lager uitvallen dan reguliere eettafels. Maar een verlengsnoertje hier en een spraytje daar later ploft ieder ergens neer met een broodje hamburger bij wijze van eerste kerstdagdiner. In de keuken is mijn lief inmiddels begonnen aan de 18 mini-quiches met spinazie. De volgende dag sta ik vroeg op om 1,5 kilo rundvlees op kamertemperatuur te laten komen. Met mijn tweede koffie in de hand schuif ik de laatste afbakbroodjes in de vorm van eland-kopjes in de oven en zet die in een mandje klaar met de kerstroomboter erbij, zodat de pubers die voorzichtig binnen komen druppelen zelf ontbijt kunnen maken. De sneeuwmankaas is helaas op. Om 10 uur maak ik 2 flessen trappistenbier open die ik leeggiet in de pan met stoofvlees. Ik heb ervoor gekozen de Allerhandes en de 24 Kitchens links te laten liggen en mijn gasten te trakteren op onze eigen huis-klassiekers. Geen risico op uitgedroogde vogels en ingezakte soufflé’s. Als de stoof in de oven staat en alle voorbereidingen tot zover gereed zijn dek ik de geïmproviseerde tafelconstructie en tuig het verder op met mijn bonte kringloopservies en dito tafelzilver en ben al met al best tevreden met het resultaat van onze inspanningen.

Keurig op tijd staat de visite voor de deur met de meegebrachte gangen en nog wat extra klapstoelen. Ik ontvang ze met een glaasje bubbels en wat hartige hapjes. Het diner zelf loopt gesmeerd. Mijn schoonzus heeft haar befaamde zelfgemaakte eiersalade meegebracht en nog wat wraps, mijn moeder heeft champignonnensoep (“met ballen want dat vindt je vader zo lekker”), carpaccio (die mijn vader kiest), garnalencocktail en een knakworstjes-bladerdeegcreatie voorafje verzorgd. Na deze gang is het mijn beurt en alles loopt als een trein. De lief frituurt op het balkon krulfrietjes en mini-snackjes voor de kinders dat het een lieve lust is terwijl ik in de keuken de zalmpakketjes in de oven schuif en de aardappelpuree afmaak. Als alles op tafel staat in leuke schaaltjes en op mooie bordjes gaan we wonderwel georganiseerd aan tafel en is aan het eind van de rit bijna alles op. Terwijl mijn vader al uitbuikend wegdommelt op mijn bureaustoel, mijn broer met wat kinderen in zijn kielzog gaat wandelen met de hond die zich ook al zo netjes gedragen heeft, ruimen we met wat anderen de tafel af en slingeren de vaatwasser voor de eerste maal aan. Mijn zusje heeft een dessert gemaakt waar iedereen zijn lepeltje weer bij opeet en na nog wat nagetafel vertrekken de eerste gasten weer.

Ik plof nog op de bank met een glas wijn en zap nog wat langs de oude films en jaaroverzichten. Ik zet de top2000 a gogo op via uitzending gemist, ik zie er niks meer van en als ik wakkerschrik overzie ik de kastelen van borden en glazen op het aanrecht, de kat staat de restjes zalm op te likken. Ik doe de lichtjes van de kerstboom uit, in de badkamer draai ik voor de vorm met mijn elektrische tandenborstel een paar rondjes in mijn mond en kruip in bed. Feliz Navidad. Het is vrede.

donderdag 9 mei 2019

Lange adem

Ik weet dat ik ze zelf gemaakt heb, ze graag wilde, zelf verantwoordelijk ben voor hun opvoeding en dat hun frontale hersenkwab nog volop in ontwikkeling is. Maar omdat ik zeker weet dat precies op dit moment met mij heel veel ouders op deze wereld kindermoe zijn, leeg, op, aan het eind van hun slagvaardigheid, redelijkheid, relativeringsvermogen en hun - wat dat ook voor maateenheid is - latijn; hier een eerlijke getuigenis van mijn kindermoeheid op dit moment. Ik weet het, ik hoor je, ik voel je, ik leef mee. Mocht je nu bezorgd zijn dat één van mijn bloedjes iets verschrikkelijks heeft gedaan, begaan of is overkomen dan kan ik je geruststellen; dat is niet het geval. Het was 'just another day at the office' zullen we maar zeggen. Mijn kindermoeheid van vandaag is het resultaat van de optelsom van alledaagse gebeurtenissen op een doorsnee donderdag, de alledaagse beslommeringen van gisteren en de te verwachten alledaagsheid van morgen.

Waar zijn jullie nu moeie moeders en/of vaders? Ik ben hier, aan mijn keukentafel, met mijn 1500 euro laptop die ik net tussen de kussens van de bank tevoorschijn heb getoverd met een resterende acculading van 12%, waar allerlei onduidelijke etensresten aan en op zitten, zowel aan de buitenkant als op het toetsenbordgedeelte, de trackpad en het scherm.

Waren jullie ook zulke fantastische ze-eten-maar-wat-de-pot-schaft-moeders toen jullie nog geen kinderen hadden? Ik ook. De realiteit is dat de pot wel gewoon schaft maar dat ik eerlijk moet bekennen dat ik na jaren nog immer aanzwellend gezeik over het menu die pot nog maar zelden met plezier op tafel zet. Als de 'gatvers' en de 'hij heeft minder op zijn bord's' achter de rug zijn begint het gebruik je mes en vork/niet met volle mond praten/let op je taalgebruikgezeik. Gevolgd door de 'nee je mag nog niet van tafel we wachten op elkaar' herhalingsoefening en bijbehorende klaagzangen.

Vandaag kwam ik thuis uit mijn werk en was dit de rotzooivangst van de dag:
- een geopende fles mayo op de bank (?)
- ongeveer 15 snoeppapiertjes verspreid over diverse plekken,
- een pak melk op het aanrecht, dop kwijt
- een vest op de grond
- een fleecedeken onder het bureau
- een petje in de koelkast (?)
- 9 blaadjes van de scheurkalender op de grond in het toilet
- een schooltas achter de voordeur
- schoenen in de keuken
- overig

Op mijn nogal geïrriteerde verzoek om de rommel op te ruimen de standaard reacties:
- ik heb dit hier niet neergelegd
- ik ruim het zo op
- wat eten we?

Nog voor ik goed en wel binnen ben meldt mijn jongste kind dat hij zijn telefoon kwijt is en of ik even kan zoeken want hij heeft zelf al goed gezocht en weet écht niet waar ie is. Als ik hem mededeel dat ik dat zeker niet ga doen om redenen van net binnen, niet mijn telefoon, leren zoeken, kat heeft honger, eten koken, etc krijg ik diepe verontwaardiging. Na 10 minuten informeert hij of ik dan nu wel even kan zoeken. Dat doe ik niet, desondanks ben ik toch degene die de telefoon vind als ik eindelijk de tijd neem om een plas te doen...hij ligt op het toilet. Als ik hem de telefoon overhandig krijg ik geen bedankje maar het verzoek of ik hem even aan de oplader wil doen want hij zal wel leeg zijn nu.

Als het eten klaar is, is ander kind zojuist begonnen met een nieuw potje Fortnite en zeer ontstemd over het feit dat hij aan tafel moet komen. Als we eenmaal zitten lukt het ons ondanks alle consternatie toch ook wel om nog wat wetenswaardigheden over de dag uit te wisselen. Zo ben ik weer bijgepraat over het laatste nieuwe seizoen in Fortnite en op de hoogte van het feit dat mijn oudste zoon eruit gestuurd is bij wiskunde vandaag en derhalve maandag na moet blijven. En passant weet mijn jongste te vertellen dat de ouders van die-en-die gaan scheiden en dat hij hem vandaag op het voetbalveldje trof en dat hij erg verdrietig was over het gebeuren. Dat roept bij mijn oudste zoon de vraag op hoe hij eigenlijk gereageerd had toen zijn vader en ik uit elkaar gingen. Wat op zich interessant is, hij was toen net 5 jaar en nu bijna 13, ik heb lang gewacht op deze vragen en die komen dus nu zo'n beetje, op altijd onverwachte momenten. Maar omdat ik het belangrijk vind er dan ook eerlijk en open op te antwoorden begin ik te vertellen. Ergens in mijn verhaal ontsnapt hem een harde boer en hoewel hij nog 3 x sorry zegt is het leed al geleden; jongste moet er hard om lachen en het moment is weg. Ik vraag of ik nog verder moet gaan maar ze zijn niet meer geïnteresseerd en gaan, met mijn toestemming, van tafel. Ik meld nog wel dat ik het nogal lomp vind om iemand zo te onderbreken en niet af te luisteren, daarop krijg ik nog wel een halfbakken excuus maar Silicon Valley roept...

Na het eten ruim ik de tafel af en vouw en ruim de eeuwigdurende stroom was op, schep de kattenbak schoon, gooi de schoenen in de bak in de gang, verzamel de kleren die ik onderweg tegenkom in onze gezamenlijke ruimten en werp die in de wasmand zonder te kijken of ze vies zijn. Voer ik nog een korte discussie met mijn oudste over huiswerk dat gemaakt moet worden en speelt mijn jongste op mijn telefoon een spelletje en moet ik bijna smeken of ik even mag kijken of ik misschien iets gemist heb.

Ruim van tevoren spreek ik met ze af dat ze om kwart over negen gaan tandenpoetsen en naar bed en dat alles wat ze nog willen en moeten doen dus af moet zijn inclusief douchen, huiswerk, met de kat kroelen (want dat moet altijd ineens heel intensief als het bedtijd is) en hele lange verhalen tegen mij vertellen over een onderwerp waarvan ze weten dat ik er graag over praat (de loeders), met elkaar vechten. Dat komt me op veel pff's en veel te vroeg's en we zijn geen baby's meer te staan. Maar ik houd voet bij stuk. Als het kwart over negen is veeg ik ze richting slaapkamer maar wordt er onderweg toch gekroeld met de kat, gevochten, en komt er toch nog een verhaal. En een beginnende broedertwist over een 2 euro die eerst ergens lag maar nu niet meer.

Als ik ze welterusten ga wensen ga ik het raam op mijn eigen slaapkamer alvast wat dichter doen want ik slaap vanavond alleen en dan kan het knap koud zijn in mijn bedje. Mijn slaapkamer is het laatste fort in dit huishouden dat overeind staat omdat ik het met hand en tand verdedig. Maar aan het vanmorgen netjes opgemaakte bed te zien heeft 'iemand' daar vandaag op een stapel kussens met zijn vieze voeten en een rijstewafel vertoeft, waarschijnlijk met deze laptop erbij en de (zwarte) kat die zich spinnend op de (witte) sprei heeft uitgestrekt voor een uurtje verboden comfort...

Als ik alleen ben en wacht tot de waterkoker zijn ding gedaan heeft om mij van mijn broodnodige kop groene thee te voorzien voel ik hoe de energie uit me weg is.

Ik hoor je denken; nou, nou, daar kan wel eens wat strenger opgetreden worden of die heeft het echt niet onder controle. Of misschien is het een groot feest der herkenning voor je. Hoe dan ook, ik weet dat ik van 's morgens vroeg tot 's avonds bezig ben ze klaar te stomen voor de grote boze wereld. Of dat nu gaat om tafelmanieren, of levenslessen, ik werk er aan. Zelfstandigheid: check. Persoonlijke hygiëne: check. Normen en waarden: check. Zuinig zijn op je/mijn/onze spullen: check. Gezond eten: check. Helpen in huis: check. Geen fysiek geweld gebruiken als je broer irritant is: check. Maar het is een kwestie van geduld -heel veel-, een lange adem, en af en toe een oppas. Uitgeputte ouders waar ook: ik ben met u! Houd moed. Pick your battles.

zondag 10 februari 2019

Judge the book by the colour

Ooit schreef ik, hier nota bene, dat ik een schurfthekel heb aan op kleur gesorteerde boekenkasten. Maar vandaag moet ik iets bekennen. Ik heb mijn boekenkast op kleur gesorteerd. Gisteren. Daarom voel ik mij nu verplicht deze bekentenis af te leggen en ook toe te lichten waar mijn aversie vandaan kwam (of komt, daar ben ik eigenlijk nog steeds niet over uit) en welke gedachten mij sinds het gebeurde bezighouden. En oja, waarom ik het wel deed dan (spoiler alert: een mens kan van mening veranderen).

Allereerst waarom ik een duidelijke mening had over zulks. Ik vermoedde bij de baasjes van op kleur gesorteerde boekenkasten karaktereigenschappen in het neurotisch autistische spectrum. Daar is niks mis mee maar na 39,7 jaar is gebleken dat ik minder goed overweg kan met mensen die zich aan de uiterst georganiseerde kant van het leven bewegen. Dat ligt aan mij, ik bevind mij namelijk aan de andere zijde van deze lijn en dat bemoeilijkt soms de communicatie en wederzijds begrip. Anderzijds vind ik dat boeken bovenal gewaardeerd en gezien moeten worden om hun inhoud, ga je een kleurselectie toepassen zeg je daarmee eigenlijk dat je hun uiterlijk belangrijker vindt dan de inhoud. En dat zou mogelijk iets kunnen zeggen over de bezitter waar ik mij niet zo prettig bij voel. In mijn niet-kleurgesorteerde boekenkast had ik bijvoorbeeld graag al mijn boeken van één bepaalde schrijver waar ik veel van houd bij elkaar. Maar ja, de vormgevers hebben nu eenmaal geen afspraken gemaakt over cover-kleurgebruik en dus is deze eenheid nu verbroken. Ik heb ook bewust boeken op bepaalde plekken staan, ik hoef niet erudiet of belezen over te komen op mijn bezoek maar zo staan mijn boeken over de Nederlandse geschiedenis niet gemengd met de boeken die ik heb over het Stalinistisch Rusland. Om maar wat te noemen. Een ander zal wellicht weer een onderverdeling maken in fictie en non-fictie of een bepaalde chronologische volgorde hanteren. Ik heb ook het boek American Psycho van Brett Easton Ellis. Dat las ik tegen wil en dank. Als je het kent weet je waarom. Ondanks dat het een afgrijselijk verhaal is heeft het diepe indruk op me gemaakt en dat heeft me ervan weerhouden het boek niet ritueel te verbranden. Maar het staat wel op een niet heel zichtbare plek op mijn planken. Als stille maar wel tastbare getuige van hoe lelijk het leven kan zijn.

Ik postte een voor en na foto op mijn Twitter account en dat riep best wat reacties op. Veel van de zaken die ik hierboven al noemde passeerden de revue. Hoe vind je ooit iets terug bijvoorbeeld, een ander suggereerde om ook nog een genre-selectie toe te passen en daarna de kleuren te sorteren. Blijkbaar is de mensheid, of het lezende deel daarvan, in twee kampen verdeeld; zij die wel op kleur sorteren en zei die dat niet doen. Mijn boekenkast is geen openbare bibliotheek dus alleen ik hoef te weten waar dingen staan. Ik koester elk boek wat erin staat en kan je van de meeste nog hoofdpersoon en korte samenvatting geven, zo je wilt ook nog mijn persoonlijke mening en waar, wanneer en waarom ik het las. Deze hechting zorgt ervoor dat ik vrijwel elk boek onmiddellijk voor mijn geestesoog tevoorschijn kan toveren en het daarom vrij snel zal kunnen pakken, sterker nog, waarschijnlijk zelfs sneller nu. Maar ik pak een boek niet vaak meer. Ik herlees nooit. Misschien is dat niet zo intellectueel maar het heeft nu eenmaal niet mijn voorkeur een boek tweemaal of vaker nog te lezen. Passages die ik mooi of indrukwekkend vind fotografeer ik wel eens of ik doe er een briefje tussen zodat ik die nog eens op kan zoeken. Ze wegdoen kan ik niet. Ze blijven dichtbij me en ik zal ze verhuizen tot ik erbij neerval, ze vertegenwoordigen allemaal iets in mij, een herinnering, een bewustwording, een troost, loslaten, najagen, inzien, leren, weten, begrijpen.

We leven in een tijd waar in veel is om over na te denken. De smeltende poolkappen, de bijensterfte, technologische ontwikkelingen en of ze al dan niet goed zijn voor ons, de opmars van leiders die (mij) doen denken aan inktzwarte geschiedenissen, of onze kinderen nog wel genoeg buitenspelen, onze vleesconsumptie, kernwapens in verkeerde handen, privacy, plastic soep, het lerarentekort, fakenieuws, etcetera. Maar vandaag denk ik na over kleur. Na de rudimentaire kleursortering van mijn boeken rijzen nieuwe vragen, of ik nu niet een nauwkeurigere sortering nog moet toepassen op boekgrootte of tint. En; loop je met je kleuren-bij-mekaar bril op je neus door je voorheen prima ogende bestaan zie je ineens veel meer plekken die je aan je sorteerdrift kan onderwerpen. Je kledingkast bijvoorbeeld. Mijn jurken hangen bij mijn jurken, bloesjes grofweg bij elkaar en er is nog een vestenafdeling. Niets op kleur maar ik moet me inhouden om niet mijn kleurenwoede los te laten op mijn garderobe. En vanmiddag keek ik een tijdje naar de parkeerplaats voor mijn flat en overwoog heel even serieus of het heel gek zou zijn mijn medestraatbewoners te vragen vanaf morgen in hun eigen kleurvak te gaan staan. En dan 's avonds kijken hoe leuk dat eruit ziet. Ik doe het maar niet. Problemen waar je in alle gevallen tegenaan loopt zijn ook niet gering. Iets terugvinden is the least of your concerns! Want zo heb ik dus nu al een stapeltje boeken dat niet echt ergens bij past. En hoewel ze me evenveel waard zijn als alle andere boeken die ik wel een duidelijke kleurplek kon toewijzen in mijn nieuwe boekenrangorde liggen ze nu naast de kast, uit het zicht. Dat is niet alleen heel onpraktisch maar geeft ook te denken natuurlijk, ga ik me nu laten beïnvloeden bij de keuze van een nieuw boek door de kleur van de omslag of door de inhoud? Judge the book by the colour?

Een tijdje geleden was ik in de weer met een lampjessnoer dat ik zelf moest voorzien van van die guitige mini-rijstpapieren kapjes in verschillende kleuren. Je weet wel, zo'n lichtsnoer dat je voor een prijs koopt die op zichzelf alweer genoeg stof geeft tot nadenken over bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden en als je er erg op gesteld bent de kwaliteit, langer dan één zomer gaan ze vaak niet mee. Nu goed, in elke kleur waren twee lampenkapjes beschikbaar. Je kunt natuurlijk diverse configuraties bedenken voor de kleurindeling van je lampjessnoer. Daarbij kan je weer verschillende uitgangspunten hanteren om keuzes te maken, bijvoorbeeld een strategische, waarin je rekening houdt met hoe blauw licht zich verhoudt tot groen licht en of rood licht op een bepaalde plek wel handig is. Nu zullen de meeste mensen zich daar niet zo druk om maken maar vooral een esthetisch aspect voor ogen houden. En dan komen we al snel uit bij een repeterend patroon want daar worden we als mensen rustig van. Zonder erover na te denken 'monteer' ik de lampenkapjes bewust niet in een repeterende volgorde maar in een combinatie die dicht in de buurt komt van voorgemonteerd door een kleurenblinde fabrieksarbeider die er met zijn hoofd niet bij was. Ik ben dus niet bepaald een rebel of non-conformist maar ik heb wel een lichte aversie tegen patronen, ga gedoseerd om met symmetrie en kan me mateloos ergeren aan zo'n dodelijk voorspelbaar patroon. Soms krijg ik vragen over zulke dingen en dan weet ik niet goed wat ik moet antwoorden. Ik weet niet of mensen die van al hun woonaccessoires twee hebben of juist drie of wat VT wonen zegt, of die elke dag hetzelfde op hun brood doen daar ook wel eens vragen over krijgen, trouwens.

Maar goed. Ik heb nu een boekenkast die op het oog gekwalificeerd kan worden als georganiseerd maar die door de liefhebber van andere orden juist als heel ongeorganiseerd zal worden bestempeld. Wat ik wel weet is dat ik die kleuren bij elkaar toch leuk vind en dat ik geen leven meer heb, officieel. Zegt mijn puber nadat ik hem desgevraagd uitleg wat ik aan het doen ben ("Heb je de boekenkast verkocht?"). En dat ik heel veel zwarte boeken heb. Wat zegt dat over mij? En wat zegt het over de boekenbusiness dat grappige boeken heel vaak rood of geel zijn? Dat mijn eigen lievelingskleur groen is en dat mijn collectie groen echt heel grillig is, precies wat ik leuk vind aan het leven. Kortom, wil je ook wel eens over iets anders nadenken dan walvissen vol met plastic of over waar de vakantie naartoe moet van het jaar, trek je boekenkast leeg en sorteer 'm op kleur; een paar dagen stof tot nadenken gegarandeerd!

zondag 2 december 2018

E-mineur

Mijn kinderen hebben allebei door genetische omstandigheden een obsessieve liefde voor muziek. Dat was nog helemaal niet zeker toen ze nog erg klein waren maar hoe ouder ze worden hoe meer de liefde zich begint te manifesteren. De jongste zit vanuit die liefde sinds kort op gitaarles. Toen de bevlieging waarin hij probeerde zichzelf Seven Nation Army te leren op een gammele gitaar maar niet over wilde waaien ben ik overstag gegaan en heb mijn één-clubje-beleid overboord gegooid (stoppen met voetbal is onbespreekbaar). We wilden thuis de rest van het nummer nu ook wel eens horen en we waren ook wel toe aan een iets uitgebreider repertoire. Plus, ik weet natuurlijk dat hij later op de verkeringsmarkt geramd zit als hij gitaar kan spelen maar dat vertellen we hem maar niet, dat merkt hij vanzelf wel (en hij is al heel knap, ahum). Hij is gek op Elvis, vindt de Beatles leuk al weet ie nog niet of hij nou meer fan van John Lennon of van Paul McCartney is en het allerliefst wil hij een specifiek nummer van de Eagles leren spelen waar zijn vader gek op was. Die hield ook erg van Pink Floyd, dat is eigenlijk nog een muzikaal bruggetje te ver voor hem qua waardering maar hij luistert er wel naar "omdat hij het toch leuk wil gaan vinden". Dat ontmoedig ik niet. Op vakantie hadden wij de nieuwe cd van Snow Patrol in de auto, omdat we dat zelf leuk vonden, maar op onophoudelijk en zeer dringend verzoek vanaf de achterbank ongeveer 2000 km lang diezelfde cd luisteren heeft enige (tijdelijke) slijtage toegebracht aan ons eigen enthousiasme. Een vleugje fatalisme heeft hij dan ook geërfd vrees ik. Voor de goede orde; Nederlandse snotneusrappers die teveel verdienen voor hun leeftijd en attitude zijn hier ook schering en inslag maar elke tijd heeft zijn muzikale zonden dus daar maak ik me niet al te druk om.

Dus. Gaan we sinds enige tijd elke week naar een wijkcentrum waar hij van een idealistisch type die zijn spandoeken en hashpijp aan de wilgen heeft gehangen maar zijn haar nog wel in een staart draagt leert wat akkoorden zijn, noten lezen en waarom Jimi Hendrix god is. De gammele gitaar hebben we inmiddels ingeruild voor een ietwat handzamer model dat beter toegerust is op zijn 10-jarige anatomie.

Het wijkcentrumzaaltje voldoet aan alle eisen uit het boekje inrichting van wijkcentrumzaaltjes uit 1983. Er staan in een U-vorm tafels met knutsellittekens en praktische stoelen, aan de muur hangt een magnetisch whiteboard dat niet meer schoon wil worden maar desondanks toch schoongemaakt wordt. Aan het (nep?)houten schrootjesplafond hangen lichtbakken waar vliegen de eeuwigheid vinden en waaronder iedereen er zonder uitzondering uitziet als een wassenbeeld. Langs de muur staan beukengefineerde kasten waarin naar ik vermoed materiaal van de crea-club zit. Want op de kasten staan namelijk vaak projecten die nog niet helemaal klaar zijn. Vandaag staan er grote houten kerstkaarsen, met druipers en al gefiguurzaagd. Ze hebben een laagje grondverf inmiddels. Aan de muur achterin de zaal hangt een foto van Manhattan by night met de Twin Towers er nog op. Voor de ramen hangen lamellen en in de hoek staat een grote plant van de soort die het beste gedijt op koude koffie, van die bruine steentjes en kunstlicht, ik geloof dat het een Yucca betreft. Hij staat op een plankje met wielen eronder zodat hij makkelijk verplaatst kan worden maar dat is overbodig want alles wat hier belandt gaat nooit meer weg. Behalve de cursisten, al ben ik daar ook niet helemáál zeker van.

Maar dat maakt allemaal niks uit. Het zeer gevarieerde groepje gitaarleerlingen is gemotiveerd. De leeftijden lopen uiteen van 7 tot 11 jaar en er zijn ook twee dames bij het gezelschap waarvan er eentje een zuurstokroze gitaar heeft. Ze zitten allemaal achter een muziekstandaard op een onhandige stoel en als ze gezamenlijk een muziekstuk ten gehore moeten brengen barst een kakofonie van noten en toonhoogtes los waar de Yucca wellicht eens onder zal bezwijken. Maar ze spelen het stuk altijd onverstoorbaar uit en nadien zegt meester Peter dat ze het "hartstikke goed gedaan hebben!", alleen iets minder hard op de snaren rammen dames en heren. Soms neemt hij zijn eigen elektrische basgitaar mee en dan mogen ze om de beurt het stuk daarop spelen. De kleinsten moeten een beetje gestut worden als ze met het kolossale ding op schoot zitten en nooit zie ik iets van ongerustheid bij meester Peter als zo'n onervaren handje zijn ongetwijfeld dure instrument beroert.

Ik ga niet altijd kijken maar als ik ga mijmer ik weg en zie mijn spruitje later, met een beetje fantasie en kijkend door mijn wimpers kan ik me hem al voorstellen als 20-jarige, gebruind en met lange blonde lokken bij een kampvuur zitten waar zijn vrienden maar vermoedelijk vooral de vriendinnen (van die vrienden?) zeuren of hij nou alsjeblieft zijn gitaar wil pakken en dit of dat voor ze wil spelen. Hij geniet ervan want hij weet heus wel dat hoe nonchalanter hij doet des te interessanter ze het allemaal vinden, dat spel heeft hij nu nog niet door maar ik ben er niet bang voor dat hij dat niet snel genoeg in de vingers zal hebben. En dan zal ie New Kid In Town spelen of Wish You Were Here of iets wat dan in de mode is of wat dan van vroeger is. De Yucca is nergens meer te bekennen, alleen de ondergaande zon en de echo's van zijn helden die al lang niet meer zijn. En hoewel ik nu gewoonlijk steen en been klaag over hoe de verplichtingen van mijn kinderen mijn agenda bepalen ben ik erg trots en beleef ik wekelijks en steeds meer plezier aan mijn eigen kleine John Mayer in de muzikale dop.