Ik ben uitgerust met een redelijke basisportie zelfvertrouwen. Dat zal voor een deel in mijn genen zitten en de rest heb ik van mijn vader en moeder meegekregen die mij mijn hele jeugd hebben verteld dat ik mooi, slim, grappig en belangrijk genoeg ben. En dat onderhouden ze nog steeds goed. In mijn volwassen leven zijn er natuurlijk ook een aantal mensen langsgekomen die dat hebben proberen te ondermijnen en situaties geweest die datzelfde deden. Maar ik ben tot nog toe steeds in staat geweest om mezelf het voordeel van de twijfel te geven. Ik kan een complimentje aanvaarden en ook uitdelen. Tuurlijk, er zijn dagen in mijn cyclus waarop ik in de spiegel kijk en het achternichtje van Quasimodo zie, op deze dagen kan ik ook naar mijn werk/huishouden/kinderen/inrichting/garderobe kijken en spontaan in tranen uitbarsten over mijn prestaties/opvoed techniek/smaak. Ik vergelijk mezelf voortdurend met anderen en dat valt heel vaak niet in mijn voordeel uit, maar, eerlijk is eerlijk, soms ook wel en daar teer ik dan weer op. Niks om perse trots op te zijn maar ook niks om je voor te schamen.
Maar wat echt een uitdaging is voor je zelfvertrouwen: verliefdheid. En dan met name de soort die zich aandient als je inmiddels een beetje wijzer bent dan een puber met geen eelt op de ziel. Pfoe. Die verliefdheid is echt een geduchte tegenstander van je eigenwaarde. Komt vermomd als een leuke levensfase maar ondertussen bezorgt ie je hoofdbrekens als je 's morgens uit bed wil stappen en je er net even anders uitziet dan gister tijdens dat leuke avondje uit. Lacht je vierkant uit als je je nieuwe lief meeneemt in de krochten van je leven. Je ochtendrituelen, de eerste keer dat je buikgriep hebt, die pukkel op je bil, je rare tante, je haar na een regenbui, de neurotische manier waarop je je handdoeken opgevouwen wil hebben. Hij komt niet meer bij, je zelfvertrouwen hangt nog net niet KO in de hoek van de boksring. En dan papt ie ook nog aan met je intuïtie. Die verandert in een onbetrouwbare bron die je influistert dat je maar niet teveel moet verwachten en je vraagt hoe je dat straks allemaal weer gaat handelen die teleurstelling en zo. Nee verliefd zijn kan een behoorlijke uitputtingsslag zijn. Het enige wat je op de been houdt is dat je weet dat die ander door hetzelfde heen gaat en zichzelf blijkbaar over jouw ochtendlooks heen kan zetten en je dan nog steeds om te zoenen vindt. En gedeelde smart is halve smart hè. Dat hoop je dan maar. En dan ben je ook nog blij. Een vreemde ziekte. Dat is het.