woensdag 24 september 2014

Lief hart,

Je hoofd hier. We moeten praten, onze neuzen moeten dezelfde kant op. Ik weet het, onze werelden liggen mijlenver uit elkaar maar we zullen nu de handen ineen moeten slaan om hier doorheen te komen. Jij hebt jouw taken, ik de mijne. Vaak hebben we niets met elkaar te schaften, maar het komt ook best voor dat we botsen. Compromissen sluiten is voor ons praktisch onmogelijk. Soms krijg ik gelijk maar meestal trek jij aan het langste eind. En ik moet zeggen, vaak kon ik me daar, hetzij wat later, wel bij aansluiten. Ik moet toegeven dat de meeste van jouw beslissingen uiteindelijk best wel goed uitgepakt zijn, zelfs voor mij! Natuurlijk heb je ook wel beslissingen genomen die....tja, nou ja, we zijn het er over eens dat je soms weleens te hard van stapel loopt. Maar ja, zo ben jij nu eenmaal en ik kon ook niet altijd voorzien welke gevolgen jouw keuzes hadden, tenslotte ben ik ook maar een groeiproces en geen glazen bol. Dus daar heb ik ook steken laten vallen. Gelukkig neem jij het mij nooit lang kwalijk, hooguit een verwijtende vraag "waar ik zat op dat moment" maar eigenlijk hoef ik me daar nooit voor te verantwoorden bij jou. Dat stel ik op prijs, dat je zo mild bent voor me terwijl ik soms misschien mijn poot eens wat stijver moet houden als jij weer eens overloopt. Hoewel jij meestal niet voor rede vatbaar bent hoor, als je uit elkaar spat van enthousiasme.

Anyway, laten we er nu even geen doekjes om winden, het gaat niet goed met je. Hier kan ik de zaken prima op orde houden, maak je over mij geen zorgen. Ik hou de boel met één hand achter mijn rug draaiende hier. Dat merk je natuurlijk ook wel, we gaan niet onder de dekens liggen sippen in een vieze joggingbroek (ik weet wel dat je dat het liefste zou willen doen!). We luisteren maar één keer per dag naar zielige liedjes, voor het slapen gaan, dat gedoog ik, maar handig is het niet natuurlijk. Dan droom je vannacht weer over de hele toestand, en dan word je 's ochtends weer teleurgesteld wakker omdat het maar een droom was. Maar goed, dat sta ik nog even toe, alles op zijn tijd. Maar hé! We gaan nog lekker op stap, en dat is dan ook nog best leuk, we genieten nog van dingetjes en dat je je nu op je werk hebt gestort is ook alleen maar een geluk bij een ongeluk want er is genoeg te doen. De extra knuffels en overvloed aan kusjes en gezelligheid voor je kindjes, ik weet niet waar je het vandaan haalt, maar keep up the good work! Dat is je core-business schat, je merkt ook heus wel dat niet alleen zij maar jij daar zelf ook heel blij van wordt, en blij is wat je nodig hebt. Ik ben alleen niet zo goed in emoties en die dingetjes dus ik ben verheugd te merken dat daar geen schade is. En hartje, dat je afgelopen zondagavond dan even uit je hoekje kroop en dat daar traantjes door vloeiden zo in je uppie op de bank, dat geeft echt niet. Timing is het toverwoord. Niet meer doen als je op je werk bij de koffie automaat staat en iemand vraagt naar je liefdesleven, handen tegen je oren en heel hard lalalalala zingen, het is toch helemaal niet fijn als je dan in 10 minuten op het toilet weer in je hok geduwd moet worden, pak je momenten.

Nou, to the point. Twee dingen: het gaat over. Ja, ik weet het (ja duh, in tegenstelling tot het jouwe is MIJN archief WEL buitengewoon goed georganiseerd), je hebt al eerder met dit bijltje gehakt en ja, nu is het nog slechter en moeilijker dan die andere keren. Maar luister lieverd, ik weet, en vertel je keer op keer, het gaat over! Ga dat nou eens van me aannemen. Ik weet dat de tijd stil lijkt te staan en ja ik weet ook dat het niet meer mooi gaat helen maar het gaat helen. Ook die rafelrandjes enzo en na een tijdje kan je dat litteken prima verdoezelen en blijft het alleen nog een herinnering, die misschien pijnlijk is maar niet meer pijn doet. Je weet het en ik zie je nu zuchten en wanhopig kijken, blijf dat maar doen, er komt een dag dat je me gelijk gaat geven, ik weet het zeker, mijn archief hè. Ik ben me ervan bewust dat ik degene ben die deze hele situatie veroorzaakt heeft, het moest maar eens klaar zijn. Als het aan jou had gelegen was dit nog tijden zo doorgegaan en ik kon het niet meer aanzien. 
En het tweede; ga in plaats van dat zuchten en wanhopig kijken eens iets doen aan je wapenuitrusting. We zijn van oudsher een goed team samen wat dat betreft. Zie jij ergens tegenop, dan ga ik voor jou alle mogelijke scenario's na en bedenken we hoe we daarmee om zullen gaan. Daar worden we allebei rustig van en sterk. Want wat er ook gebeurt, wij zijn gewapend tegen alles. Je weet toch nog wel dat dat helpt? Dat we daardoor bijna alle confrontaties aandurven en kunnen? Dat we niet bang zijn? Kijk, ik weet dat het bijna, zo niet compleet onmogelijk is om een wapen te hanteren tegen iets of iemand waartegen je dat niet wil. Tegen iets wat je het liefst in jezelf zou opsluiten en nooit meer wil laten gaan, maar dat wat jij in wil sluiten, dat waar je het allermeest naar verlangt, dat wil niet. Kom op, je hebt het op alle mogelijke manieren en anders geprobeerd, het lukt niet. Ik weet dat jij een opportunist bent maar je moet ook eens kunnen toegeven: HET KAN NIET. We gaan ons wapenen. Dat betekent dat ik elke keer in ga grijpen als jij weer afdrijft en denkt aan alles wat had kunnen zijn en je weer verdrietig wordt over al die geweldige dingen die verloren gaan. Ik ga je dan steeds vertellen waarom het niet kan. Ik ga er niet te diep op in hoor, we gaan het hard aanpakken. Hup, niet zeiken maar door. Doorlopen. Doorwerken. Doorlachen. Dooreten. Doorslapen. Doorleven. Net zolang tot jij je beter voelt en je misschien weer voorzichtig gaat geloven dat lachen leuk is, eten lekker en slapen nodig. En dat er heel misschien nog wel iemand rondloopt op deze planeet die jij wil verzwelgen in alles wat je daarbinnen te bieden hebt, Hart, want dat is een hoop, dat staat niet ter discussie. En of we die tegen gaan komen dat zien we vanzelf wel. Maar zover is het nog lang niet. Nu gaan we lekker slapen. Gewoon, in één keer, geen gesodemieter vanavond en dan weer uit bed en stiekem sigaretjes roken in de keuken en zo. Morgen gaan we weer door, en overmorgen, en de dag daarna, en de week daarna, en het jaar daarna, en het hele leven daarna want als het goed gaat met jou is het zo'n feest, dat leven...Ik ben bij je!

Liefs,
Hoofd

maandag 15 september 2014

Piep

In het trappenhuis van mijn flat heeft iemand met een potlood op de muur kuthoer geschreven. En elke dag als ik de trap afraas moet ik de baksteen met dat giechelwoord erop spotten. Ik denk dat het een kwajongens/meisjesstreek is geweest want de letters zijn duidelijk nog in de groei en de schrijver van dit gevoelig stukje vandalisme heeft een spatie toegevoegd tussen kut en hoer. Wat niet zou moeten want kuthoer is natuurlijk gewoon één woord. Tenzij het anders bedoeld was, bijvoorbeeld als: Kut! Hoer! Misschien was het bedoeld als een vloek en daarna een verwensing aan de veroorzaakster van een eventueel ongemak, maar dan was de toevoeging van één of twee uitroeptekens of een komma achter Kut wel wenselijk geweest. Maar ja, interpunctie is misschien niet je eerste prioriteit wanneer je stiekem een muur aan het bekladden bent met je 2HB schoolpotlood. Het woord stuitert meestal nog even na in mijn hoofd op het ritme van mijn stappen van de trap. En soms is mijn humeur ernaar om het hard uit te schreeuwen door het trappenhuis maar dat doe ik maar niet. In plaats daarvan doe ik dat dan geluidloos, alsof ik het playback, met een hele grote mond en een boos hoofd, als ik alleen ben dan natuurlijk... Ik moet zeggen, het is een lekker woord, ik bewaar het in mijn collectie scheldwoorden voor uitzonderlijke situaties.

Al decennia lang probeert de Bond tegen het vloeken ons bij te brengen dat vloeken echt niet oplucht maar dat is een leugen. Als ik mijn kleine teen tegen het pootje van de bank aan ram dan zeg ik niet: verdikkie. Dan komt de hele gvd met alle lettergrepen en klemtonen op de juiste plaats uit mijn mond. Misschien meer dan één keer... Niet sjiek, wel fijn. In de loop der tijd is mijn gvd geëvolueerd naar godgloeiende. Meer iets voor een belegen, dikbuikige ober achter de toog van een rokerige kroeg, maar hij behoort ook tot mijn standaard godslasterende vocabulaire. Ook zo fijn uit te breiden. Godgloeiende is an sich afdoende om klein leed of irritatie mee te bezweren, een glas rode wijn over je witte broek en je kunt er onbeperkt (hier reeds uitgestorven) ziektes achtervoegen. Bij verontwaardiging heeft mijn holbewonersreflex een voorkeur voor Jezus. Al dan niet met toevoeging. Daar werd ik me van bewust toen mijn zoon van 5 jaar trots meldde dat hij wist hoe Jezus 'van zijn achternaam heet': "Mina". Aldus. Ik heb geen flauw idee wie of wat Mina is maar in mijn hoofd is het dé ideale toevoeging achter Jezus. Verbazing? Tering! Ik heb ook een favoriet voor blije gebeurtenissen hoor! Als de tuinman op mijn werk zijn schoffeltje even laat staan om zijn shirt uit te trekken om daar vervolgens zijn bezwete hoofd mee af te vegen en dat daar dan een enorm lekker lijf tevoorschijn komt dan is het zeer waarschijnlijk dat ik danwel mompel, danwel uitroep: "Godsamme!"

Ik kom uit Rotterdam, niet dat het een excuus is, maar in Rotjeknor is het goed gebruik om om het andere woord een vloek in te voegen of allerhande ziektes als bijvoegelijk naamwoord te gebruiken (cholerataxi, tyfusbrug, etc). Schelden kan zelfs op vriendschappelijke wijze, klootzak zeggen tegen je beste vriend is heel gewoon. Het accent heb ik nog op zolder liggen voor als ik het nodig heb op de markt of in goed Rotterdams gezelschap (ja toch?!) maar speelt geen rol van betekenis meer in mijn dagelijkse communicatie. Maar dit Rotterdamse trekje zit te verankerd in mij. Ik ben sociaal aangepast genoeg om te weten wanneer ik beter jeetje of verdorie kan zeggen.

Andere mensen schelden anders. Natuurlijk. Maar er is een enorme variëteit aan persoonlijke voorkeuren. Zo had ik vroeger een vriendinnetje in de klas, nou, die was niet zomaar een beetje Rotterdams, die had een poster van John de Wolf boven haar bed, ging elke zondag naar Feyenoord, droeg een zwikkie oorringen van Olympisch formaat, en bij haar was nooit sprake van verwarring want achter elk werkwoord plakte ze gewoon standaard een t. En als ze ergens verbaasd, geamuseerd of gepijnigd over of door was dan kon je haar horen galmen: "Attenooije!!!!" Ik weet niet zeker of ik de spelling juist heb maar als je je de Rotterdamse uitspraak van de dubbele tt en de oo's kunt voorstellen en er een goed volume aanhangt, de oorringen voor de geest haalt en een voortdurend malende kauwgummond dan heb je een aardig plaatje van mijn vroegere Rotterdamse vriendin.
Mijn omaatje, over wie ik hier wel eens heb geschreven, komt oorspronkelijk uit Duitsland. Nu kunnen ze er daar natuurlijk ook wat van, dat hebben we aan den lijve ondervonden, maar het grootste gedeelte van haar leven bracht ze ook in Rotterdam door. Zij heeft in de loop der jaren haar eigen ratjetoe aan scheldwoorden ontwikkeld. Eén van mijn persoonlijke favorieten is haar: "Jesemieke". Geen idee wie Mieke is maar het Jese zal ongetwijfeld afgeleid zijn van Jezus. Maar ze zegt het zo mooi, langgerekt: "Jeeeeeeeesemieke hé". En daar heeft ze dan een hele afkerige lichaamshouding en mimiek bij die ik uit kan tekenen. Hoeren zijn ook voor veel mensen een dankbaar mikpunt. Eén van mijn goede vriendinnen is bij tijd en wijle nog wel eens godvrezend en zal niet snel Zijn Naam ontheiligen. Maar een sleutel die niet lekker in het slot wil is een 'hoerensleutel' en een rommel op het aanrecht een 'hoerenzooi'. Waarbij de klemtoon heel nadrukkelijk ligt op hoeren.

Er zijn natuurlijk ook zat mensen die inderdaad nooit of zelden grof in de mond zijn. Die zeggen: "Ik word er tureluurs van!" of "Sjeempie" of (en dit vind ik echt heel erg...): "Chips".... Zodat ze toch nog een beetje shit kunnen zeggen als de kinderen erbij zijn... Nu kunnen mijn kinderen ook op een stevige uitbrander rekenen als ik ze schuttingtaal hoor bezigen hoor en pas ik ook wel op wat ik in hen bijzijn aan getier rondslinger. Maar niet altijd, ik voed geen porseleinen popjes op. Ik vertel ze wel dat als ze later groot zijn ze ook best wel eens een lelijk woord mogen zeggen maar dan beter weten wanneer ze dat beter niet kunnen doen. En vooralsnog nemen ze daar genoegen mee, en dat vind ik echt allejezusfijn!