woensdag 24 september 2014

Lief hart,

Je hoofd hier. We moeten praten, onze neuzen moeten dezelfde kant op. Ik weet het, onze werelden liggen mijlenver uit elkaar maar we zullen nu de handen ineen moeten slaan om hier doorheen te komen. Jij hebt jouw taken, ik de mijne. Vaak hebben we niets met elkaar te schaften, maar het komt ook best voor dat we botsen. Compromissen sluiten is voor ons praktisch onmogelijk. Soms krijg ik gelijk maar meestal trek jij aan het langste eind. En ik moet zeggen, vaak kon ik me daar, hetzij wat later, wel bij aansluiten. Ik moet toegeven dat de meeste van jouw beslissingen uiteindelijk best wel goed uitgepakt zijn, zelfs voor mij! Natuurlijk heb je ook wel beslissingen genomen die....tja, nou ja, we zijn het er over eens dat je soms weleens te hard van stapel loopt. Maar ja, zo ben jij nu eenmaal en ik kon ook niet altijd voorzien welke gevolgen jouw keuzes hadden, tenslotte ben ik ook maar een groeiproces en geen glazen bol. Dus daar heb ik ook steken laten vallen. Gelukkig neem jij het mij nooit lang kwalijk, hooguit een verwijtende vraag "waar ik zat op dat moment" maar eigenlijk hoef ik me daar nooit voor te verantwoorden bij jou. Dat stel ik op prijs, dat je zo mild bent voor me terwijl ik soms misschien mijn poot eens wat stijver moet houden als jij weer eens overloopt. Hoewel jij meestal niet voor rede vatbaar bent hoor, als je uit elkaar spat van enthousiasme.

Anyway, laten we er nu even geen doekjes om winden, het gaat niet goed met je. Hier kan ik de zaken prima op orde houden, maak je over mij geen zorgen. Ik hou de boel met één hand achter mijn rug draaiende hier. Dat merk je natuurlijk ook wel, we gaan niet onder de dekens liggen sippen in een vieze joggingbroek (ik weet wel dat je dat het liefste zou willen doen!). We luisteren maar één keer per dag naar zielige liedjes, voor het slapen gaan, dat gedoog ik, maar handig is het niet natuurlijk. Dan droom je vannacht weer over de hele toestand, en dan word je 's ochtends weer teleurgesteld wakker omdat het maar een droom was. Maar goed, dat sta ik nog even toe, alles op zijn tijd. Maar hé! We gaan nog lekker op stap, en dat is dan ook nog best leuk, we genieten nog van dingetjes en dat je je nu op je werk hebt gestort is ook alleen maar een geluk bij een ongeluk want er is genoeg te doen. De extra knuffels en overvloed aan kusjes en gezelligheid voor je kindjes, ik weet niet waar je het vandaan haalt, maar keep up the good work! Dat is je core-business schat, je merkt ook heus wel dat niet alleen zij maar jij daar zelf ook heel blij van wordt, en blij is wat je nodig hebt. Ik ben alleen niet zo goed in emoties en die dingetjes dus ik ben verheugd te merken dat daar geen schade is. En hartje, dat je afgelopen zondagavond dan even uit je hoekje kroop en dat daar traantjes door vloeiden zo in je uppie op de bank, dat geeft echt niet. Timing is het toverwoord. Niet meer doen als je op je werk bij de koffie automaat staat en iemand vraagt naar je liefdesleven, handen tegen je oren en heel hard lalalalala zingen, het is toch helemaal niet fijn als je dan in 10 minuten op het toilet weer in je hok geduwd moet worden, pak je momenten.

Nou, to the point. Twee dingen: het gaat over. Ja, ik weet het (ja duh, in tegenstelling tot het jouwe is MIJN archief WEL buitengewoon goed georganiseerd), je hebt al eerder met dit bijltje gehakt en ja, nu is het nog slechter en moeilijker dan die andere keren. Maar luister lieverd, ik weet, en vertel je keer op keer, het gaat over! Ga dat nou eens van me aannemen. Ik weet dat de tijd stil lijkt te staan en ja ik weet ook dat het niet meer mooi gaat helen maar het gaat helen. Ook die rafelrandjes enzo en na een tijdje kan je dat litteken prima verdoezelen en blijft het alleen nog een herinnering, die misschien pijnlijk is maar niet meer pijn doet. Je weet het en ik zie je nu zuchten en wanhopig kijken, blijf dat maar doen, er komt een dag dat je me gelijk gaat geven, ik weet het zeker, mijn archief hè. Ik ben me ervan bewust dat ik degene ben die deze hele situatie veroorzaakt heeft, het moest maar eens klaar zijn. Als het aan jou had gelegen was dit nog tijden zo doorgegaan en ik kon het niet meer aanzien. 
En het tweede; ga in plaats van dat zuchten en wanhopig kijken eens iets doen aan je wapenuitrusting. We zijn van oudsher een goed team samen wat dat betreft. Zie jij ergens tegenop, dan ga ik voor jou alle mogelijke scenario's na en bedenken we hoe we daarmee om zullen gaan. Daar worden we allebei rustig van en sterk. Want wat er ook gebeurt, wij zijn gewapend tegen alles. Je weet toch nog wel dat dat helpt? Dat we daardoor bijna alle confrontaties aandurven en kunnen? Dat we niet bang zijn? Kijk, ik weet dat het bijna, zo niet compleet onmogelijk is om een wapen te hanteren tegen iets of iemand waartegen je dat niet wil. Tegen iets wat je het liefst in jezelf zou opsluiten en nooit meer wil laten gaan, maar dat wat jij in wil sluiten, dat waar je het allermeest naar verlangt, dat wil niet. Kom op, je hebt het op alle mogelijke manieren en anders geprobeerd, het lukt niet. Ik weet dat jij een opportunist bent maar je moet ook eens kunnen toegeven: HET KAN NIET. We gaan ons wapenen. Dat betekent dat ik elke keer in ga grijpen als jij weer afdrijft en denkt aan alles wat had kunnen zijn en je weer verdrietig wordt over al die geweldige dingen die verloren gaan. Ik ga je dan steeds vertellen waarom het niet kan. Ik ga er niet te diep op in hoor, we gaan het hard aanpakken. Hup, niet zeiken maar door. Doorlopen. Doorwerken. Doorlachen. Dooreten. Doorslapen. Doorleven. Net zolang tot jij je beter voelt en je misschien weer voorzichtig gaat geloven dat lachen leuk is, eten lekker en slapen nodig. En dat er heel misschien nog wel iemand rondloopt op deze planeet die jij wil verzwelgen in alles wat je daarbinnen te bieden hebt, Hart, want dat is een hoop, dat staat niet ter discussie. En of we die tegen gaan komen dat zien we vanzelf wel. Maar zover is het nog lang niet. Nu gaan we lekker slapen. Gewoon, in één keer, geen gesodemieter vanavond en dan weer uit bed en stiekem sigaretjes roken in de keuken en zo. Morgen gaan we weer door, en overmorgen, en de dag daarna, en de week daarna, en het jaar daarna, en het hele leven daarna want als het goed gaat met jou is het zo'n feest, dat leven...Ik ben bij je!

Liefs,
Hoofd

maandag 15 september 2014

Piep

In het trappenhuis van mijn flat heeft iemand met een potlood op de muur kuthoer geschreven. En elke dag als ik de trap afraas moet ik de baksteen met dat giechelwoord erop spotten. Ik denk dat het een kwajongens/meisjesstreek is geweest want de letters zijn duidelijk nog in de groei en de schrijver van dit gevoelig stukje vandalisme heeft een spatie toegevoegd tussen kut en hoer. Wat niet zou moeten want kuthoer is natuurlijk gewoon één woord. Tenzij het anders bedoeld was, bijvoorbeeld als: Kut! Hoer! Misschien was het bedoeld als een vloek en daarna een verwensing aan de veroorzaakster van een eventueel ongemak, maar dan was de toevoeging van één of twee uitroeptekens of een komma achter Kut wel wenselijk geweest. Maar ja, interpunctie is misschien niet je eerste prioriteit wanneer je stiekem een muur aan het bekladden bent met je 2HB schoolpotlood. Het woord stuitert meestal nog even na in mijn hoofd op het ritme van mijn stappen van de trap. En soms is mijn humeur ernaar om het hard uit te schreeuwen door het trappenhuis maar dat doe ik maar niet. In plaats daarvan doe ik dat dan geluidloos, alsof ik het playback, met een hele grote mond en een boos hoofd, als ik alleen ben dan natuurlijk... Ik moet zeggen, het is een lekker woord, ik bewaar het in mijn collectie scheldwoorden voor uitzonderlijke situaties.

Al decennia lang probeert de Bond tegen het vloeken ons bij te brengen dat vloeken echt niet oplucht maar dat is een leugen. Als ik mijn kleine teen tegen het pootje van de bank aan ram dan zeg ik niet: verdikkie. Dan komt de hele gvd met alle lettergrepen en klemtonen op de juiste plaats uit mijn mond. Misschien meer dan één keer... Niet sjiek, wel fijn. In de loop der tijd is mijn gvd geëvolueerd naar godgloeiende. Meer iets voor een belegen, dikbuikige ober achter de toog van een rokerige kroeg, maar hij behoort ook tot mijn standaard godslasterende vocabulaire. Ook zo fijn uit te breiden. Godgloeiende is an sich afdoende om klein leed of irritatie mee te bezweren, een glas rode wijn over je witte broek en je kunt er onbeperkt (hier reeds uitgestorven) ziektes achtervoegen. Bij verontwaardiging heeft mijn holbewonersreflex een voorkeur voor Jezus. Al dan niet met toevoeging. Daar werd ik me van bewust toen mijn zoon van 5 jaar trots meldde dat hij wist hoe Jezus 'van zijn achternaam heet': "Mina". Aldus. Ik heb geen flauw idee wie of wat Mina is maar in mijn hoofd is het dé ideale toevoeging achter Jezus. Verbazing? Tering! Ik heb ook een favoriet voor blije gebeurtenissen hoor! Als de tuinman op mijn werk zijn schoffeltje even laat staan om zijn shirt uit te trekken om daar vervolgens zijn bezwete hoofd mee af te vegen en dat daar dan een enorm lekker lijf tevoorschijn komt dan is het zeer waarschijnlijk dat ik danwel mompel, danwel uitroep: "Godsamme!"

Ik kom uit Rotterdam, niet dat het een excuus is, maar in Rotjeknor is het goed gebruik om om het andere woord een vloek in te voegen of allerhande ziektes als bijvoegelijk naamwoord te gebruiken (cholerataxi, tyfusbrug, etc). Schelden kan zelfs op vriendschappelijke wijze, klootzak zeggen tegen je beste vriend is heel gewoon. Het accent heb ik nog op zolder liggen voor als ik het nodig heb op de markt of in goed Rotterdams gezelschap (ja toch?!) maar speelt geen rol van betekenis meer in mijn dagelijkse communicatie. Maar dit Rotterdamse trekje zit te verankerd in mij. Ik ben sociaal aangepast genoeg om te weten wanneer ik beter jeetje of verdorie kan zeggen.

Andere mensen schelden anders. Natuurlijk. Maar er is een enorme variëteit aan persoonlijke voorkeuren. Zo had ik vroeger een vriendinnetje in de klas, nou, die was niet zomaar een beetje Rotterdams, die had een poster van John de Wolf boven haar bed, ging elke zondag naar Feyenoord, droeg een zwikkie oorringen van Olympisch formaat, en bij haar was nooit sprake van verwarring want achter elk werkwoord plakte ze gewoon standaard een t. En als ze ergens verbaasd, geamuseerd of gepijnigd over of door was dan kon je haar horen galmen: "Attenooije!!!!" Ik weet niet zeker of ik de spelling juist heb maar als je je de Rotterdamse uitspraak van de dubbele tt en de oo's kunt voorstellen en er een goed volume aanhangt, de oorringen voor de geest haalt en een voortdurend malende kauwgummond dan heb je een aardig plaatje van mijn vroegere Rotterdamse vriendin.
Mijn omaatje, over wie ik hier wel eens heb geschreven, komt oorspronkelijk uit Duitsland. Nu kunnen ze er daar natuurlijk ook wat van, dat hebben we aan den lijve ondervonden, maar het grootste gedeelte van haar leven bracht ze ook in Rotterdam door. Zij heeft in de loop der jaren haar eigen ratjetoe aan scheldwoorden ontwikkeld. Eén van mijn persoonlijke favorieten is haar: "Jesemieke". Geen idee wie Mieke is maar het Jese zal ongetwijfeld afgeleid zijn van Jezus. Maar ze zegt het zo mooi, langgerekt: "Jeeeeeeeesemieke hé". En daar heeft ze dan een hele afkerige lichaamshouding en mimiek bij die ik uit kan tekenen. Hoeren zijn ook voor veel mensen een dankbaar mikpunt. Eén van mijn goede vriendinnen is bij tijd en wijle nog wel eens godvrezend en zal niet snel Zijn Naam ontheiligen. Maar een sleutel die niet lekker in het slot wil is een 'hoerensleutel' en een rommel op het aanrecht een 'hoerenzooi'. Waarbij de klemtoon heel nadrukkelijk ligt op hoeren.

Er zijn natuurlijk ook zat mensen die inderdaad nooit of zelden grof in de mond zijn. Die zeggen: "Ik word er tureluurs van!" of "Sjeempie" of (en dit vind ik echt heel erg...): "Chips".... Zodat ze toch nog een beetje shit kunnen zeggen als de kinderen erbij zijn... Nu kunnen mijn kinderen ook op een stevige uitbrander rekenen als ik ze schuttingtaal hoor bezigen hoor en pas ik ook wel op wat ik in hen bijzijn aan getier rondslinger. Maar niet altijd, ik voed geen porseleinen popjes op. Ik vertel ze wel dat als ze later groot zijn ze ook best wel eens een lelijk woord mogen zeggen maar dan beter weten wanneer ze dat beter niet kunnen doen. En vooralsnog nemen ze daar genoegen mee, en dat vind ik echt allejezusfijn!

zaterdag 2 augustus 2014

Flow

Ken je dit: je vraagt de tijd aan iemand en die iemand verteld je vervolgens hoe laat het is, de getallen gaan langs je trommelvlies op weg maar maken ergens onderweg een boemerangbeweging zonder je hersenen te bereiken. Met deze conversatie tot gevolg: "Hoe laat was het nou?" "Dat vroeg je net ook al." "Ja..." Of dat je zomaar ineens tijdens het lezen van iets denkt, waar gaat dit eigenlijk over? En dat je dan 3, 4, 5 pagina's terugmoet en alle woorden nog eens moet lezen om daarachter te komen. Terwijl je ze allemaal echt gelezen hebt. Of deze allerergstefrustrerendste: dat je een verhaal aan het vertellen bent met een clou die uiteindelijk gaat duidelijk maken waarom je dit hele verhaal aan het vertellen bent maar voor je zover bent vergeet je de hele uitkomst en heb je bij god geen idee meer waar je naartoe wilde en hoe daar te komen. Je valt stil, doet nog een vage poging, je gesprekspartner geeft je nog wat historische aanknopingspunten uit je verhaal van voor de vastloper of de aanleiding, maar vaak helpt het niet en schakel je maar over op iets totaal anders. Een paar dagen later sta je bij de kassa van de supermarkt en schiet het je ineens te binnen maar dan is het niet meer relevant. Opbellen en alsnog toelichten wat je nu precies wilde zeggen zal je waarschijnlijk een zeer verwarde toehoorder opleveren aan de andere kant van de lijn want die was het allang weer vergeten. Stom.

Focus. Ik ben er slecht in en ik baal ervan, ik baalde er al van toen ik nog niet eens wist dat focus bestond. Mijn brein heeft de neiging om in zeven sloten tegelijk te lopen. Zeven? Negen! En daarbij heb ik altijd interne achtergrondmuziek. Om de een of andere rare reden is er altijd een liedje in mijn hoofd. Niet eens per se iets van mijn muzikale voorkeur hoor, ik kan rustig een halve dag rondlopen met het Smurfenlied op repeat in mijn hoofd. Ik weet van mezelf waar mijn focus-valkuilen liggen en waar ik grofweg moet zijn om hem vast te houden maar aangezien daar nogal wat externe factoren in meespelen is die situatie soms lastig zelf te creëren. Forceren gaat vaak wel maar dat kost een dubbele portie energie en gaat vaak gepaard met figuurlijke schoppen onder de kont en zelf in het vooruitzicht gestelde beloningen. Voorbeeldje, als ik mijn btw-aangifte moet doen, 4 x per jaar, ga ik eerst naar wehkamp.nl/damesmode/schoenen/sacha. Dan zoek ik daar een paar schoenen op die ik graag wil hebben. Het venster met die schoenen laat ik dan open staan naast de vensters die ik nodig heb om mijn kwartaalcijfers te documenteren en doorlichten. Je voelt de bui al aankomen denk ik.

Waar ik dit gebrek mee compenseer is het vrolijke neefje van focus, de toverdrug waaraan je gewoon zonder problemen zwaar verslaafd kunt raken....flow. Wel eens de getijdestroming rondom de pijler van een brug bekeken? Dat, maar dan in je hoofd. Of je nu je huis in twee uur omtovert tot een spic en span blinkend paleis waar geen stofje te vinden is, in één nacht je scriptie in elkaar draait of één keer je potlood op papier zet en daar iets tevoorschijn tovert wat zo uit je hoofd door je arm op het papier vloeit zonder twijfels of wijzigingen onderweg. Ik ben dol op de flow, ik zoek hem, koester hem, laat hem bijna nooit zomaar gaan en mis hem intens als ie zich al een tijdje niet gemeld heeft. Hij komt ineens, uit ergernis of frustratie maar ook uit inspiratie. De oude Grieken meenden dat flow, of inspiratie, of creativiteit een op zichzelf staande entiteit was die huisde in de muren en zich alleen manifesteerde aan stoffelijke mensen die ervoor openstonden. En dat waren de kunstenaars, de grote denkers. Deze mensen kregen in hun tijd nooit de credits voor hun werk, want zij waren immers slechts de doorgevers van de boodschap van deze hogere macht. Voordeel was dat ze er ook nooit op afgerekend konden worden, want tja, zij hadden er zelf geen bijdrage aan geleverd dan behalve de fysieke faciliteiten. Natuurlijk best een rustgevende gedachte maar ook een gebrek aan verantwoordelijkheid en ik denk een belemmering in zekere zin voor de creativiteit en het zoeken naar diepere dingen in jezelf.

Wat ik nu eigelijk wilde zeggen met dit hele verhaal ben ik vergeten....maar de flow was wel weer even lekker! Want daarom typ ik hier bij nacht en ontij en koude en warmte mijn kronkels en spinsels. Niet voor jou, lieve, gewaardeerde lezer wie u ook moge zijn, maar puur en alleen om hier in mijn uppie met mijn laptop op schoot, een (lichte!) alcoholische beneveling en een vol pakje sigaretten binnen handbereik in een flow te komen die lekker is. Mooi meegenomen is dat ik er mezelf soms wat inzichten mee verschaf of gewoon een digitale uitlaatklep heb in barre tijden en dat jij nu weer 5 minuutjes iets hebt gelezen als je het tot hier gered hebt! 

maandag 16 juni 2014

Onthorken

Nu ik alweer een tijdje vrijgezel ben (raar woord ook als je het uit elkaar trekt maar dat laat ik even liggen voor nu, probeer zelf maar te analyseren, je loopt vast, echt) heb ik wat meer zicht gekregen op hoe het er zoal aan toe gaat in de singlesbranche, en vooral wat er te koop is. Ook in de niet-singlesmarkt trouwens maar dat is weer een verhaal op zich.

Als je een jaartje of 21 bent is het allemaal een stuk overzichtelijker, weinig verwachtingen, kinderen, exen, schulden, verplichtingen en excuses in overvloed. Tien jaar tot twee kinderen tot één scheiding later liggen de zaken wat ingewikkelder. Vind ik dan. Is ook wel weer een fase geloof ik want alle celebs die met het grootste gemak voor de vijfde keer in het huwelijksbootje stappen doen me vermoeden dat het alleen maar makkelijker wordt. Net zoals met kinderen. De eerste is twee fte en een ontwricht huishouden, de vierde doe je erbij. Dus...dat biedt perspectief!

Maar wat er te koop is dus, op die singlesmarkt. Geen nieuwe exemplaren meer in elk geval. Althans, die zijn er wel hoor, maar die zijn over. Het is triest maar dat zijn de stakkers die nog thuis wonen op hun 40e en hun moeder nog steeds hun onderbroeken van de Hema laten wassen (....en strijken). En verbazingwekkend genoeg is het de mode onder een heleboel twintigers om een oude fiets aan de haak te slaan. Sommige trends moet je overslaan.

Dan heb je de categorie zo goed als nieuw. Lange relatie achter de rug, nu weer vrij en tot de tanden toe bewapend klaar voor de nieuwe strijd. Te eager. Echt. Je herkent ze aan een heule hippe outfit, uitzinnig veel zin om te stappen, lopen over van de energie, hoeft pas te gaan slapen als ie alle sterren heeft gezien, als ie al overweegt om überhaupt ooit nog te gaan slapen. Vaak omringd door een clubje vrienden die wel een relatie hebben en die voor de gelegenheid mee op stap zijn om een graantje mee te pikken in zijn slipstream van die lang vervlogen gezelligheid. Gapen meestal rond een uur of twee, op een kruk, met een dood biertje in de hand. Die Weer Vrije Man heeft totaal geen respect voor je persoonlijke ruimte, staat meteen té dichtbij, praat met zijn mond tegen je gezicht, kijkt je tegelijkertijd diep aan en struikelt bijna over zijn eigen woorden om zo snel mogelijk aan te komen op het punt in zijn verhaal waarop hij verteld dat hij nu weer vrij is na een heeeeeele lange relatie en dat het heel moeilijk was maar zich nu weer top voelt en écht niet zit te wachten op een nieuwe relatie. Stelt zich en passant ook nog heel kloek en ferm voor en vraagt naar jouw naam maar merkt het waarschijnlijk niet eens op als je daar geen antwoord op geeft. Reken maar als je ze meeneemt naar huis dat ze binnen een week meer willen. Niks an alleen. Oppassen geblazen dus en duidelijk zijn. Tenzij je er ook niks meer aan vindt, alleen, natuurlijk. Ook even checken op kinderwens...

En je hebt de categorie zoveelstehands. Tweede, derde, vierde. Niks mis mee, op zich. Kent inmiddels ook de spelregels en weet zo ongeveer wat er te koop is en hoe de kansen en verwachtingen liggen. Maakt hem ook vaak wel weer een tikkie nonchalant en makkelijk wat weer voor een hoop verwarring kan zorgen. Dus ook hier geldt; duidelijk zijn. Is ook niet alleen in de kroeg maar met één of twee goede vrienden, of zijn buurvrouw van het pannetje soep. Kan hem het schelen, hij is toch al lang niet meer de pas-vrije man dus hij weet ook wel dat hij niet de tweede, derde of vierde ware daar aan de bar gaat tegenkomen. Deze kun je trouwens overal tegen het lijf lopen, in de trein, de supermarkt, je werk. Maar doet waarvoor ie is gekomen: bier drinken/ouwehoeren/treinreizen/werken/boodschappen. Moeilijk te bereiken, zelfs als je al zo ongeveer bij hem ingetrokken bent.

Hoe dan ook. Ik hoor zelf bij de laatste categorie. En ik weet wat ik wil en ook heel goed wat niet. Wat reuzehandig lijkt maar in de praktijk helemaal niet is. Ga maar eens een bankstel uitzoeken wat die en die kleur moet hebben, zus maat, zo model, prijsklasse x, en moet ook nog lekker zitten voor de visite en relaxed liggen voor jezelf. No way dat je met een nieuwe bank thuiskomt. Het goede nieuws is, je geeft het waarschijnlijk niet op want er zijn heel veel bankenwinkels....

Dat eisenpakket van mij groeit dus gestaag. Steeds als ik denk, het kan niet lomper, komt er een nieuwe verrassing op mijn pad. En dat staat dan allemaal nog los van mijn natuurlijke, aangeboren voorkeuren. Tel daarbij op dat ik echt geen zin heb in nieuwe teleurstellingen en mezelf redelijk goed kan onderhouden en vermaken en je hebt het recept voor een eenzame oude dag te pakken. Met mij komt het goed. Ik kan ook heel goed eenzaam zijn, ik ben er niet bang voor in elk geval, kan ik nu, na bijna drie jaar, prima en kan er ook prima aan ontsnappen.

Echter, ik voel door mijn ervaringen de verantwoordelijkheid enorm toenemen om mijn eigen, nu nog om op te vreten, potentiële leuke mannen te onthorken voor ze zich in de strijd gooien. Buiten de normale dingen zoals boeren, scheten en neuspeuteren, tafelmanieren en welbespraaktheid (echt mannen, goed en netjes communiceren is een zeer gewaardeerde vaardigheid die heel rap aan het uitsterven is, doe er je voordeel mee!) moet ik ze ook meegeven hoe wel en wat niet.

Ik hoop van harte dat ze hun talenten zullen uitbuiten en zichzelf zullen ontwikkelen tot grote mensen met een brede blik op de wereld om hen heen. Maar ik hoop ook heel vurig dat het twee charmante, lieve, respectvolle mannen zullen zijn die hun verantwoordelijkheden nemen en weten hoe ze om moeten gaan met hun partner, of dat nu een vrouw of een man zal zijn. Ik hoop dat ze sterk zullen zijn en zelfstandig en daarmee de harten van hun grote liefdes zullen veroveren en niet met gezeur, geïmponeer, lompheid, spierballen, auto's, geld of andere materiële zaken. Want uiteindelijk kan je een behangrol vol met hebben met eisen, als je iemand tegenkomt die je aan het lachen maakt en die je het gevoel geeft dat je de mooiste van het universum bent, je veilig bent en je vasthoudt als je het niet meer ziet zitten maar je los kan laten als je je vleugels uit wil slaan zonder zijn of haar vertrouwen in je te verliezen, dan maakt de rest niet meer zo heel veel uit...of je moet gitaar leren spelen, heel goed, dan maakt helemaal niks meer uit ;-)

zondag 11 mei 2014

Lieve David Jan

Je was een paar daagjes vrij en ik was dodelijk ongerust dat het je allemaal teveel was geworden! Gevalletje je weet pas wat je mist als het er niet meer is voor mij.

David, (of vind je dat een vervelende afkorting? Bij mensen met dubbele namen weet je nooit zo goed waar ze de voorkeur aan geven), elke avond breng jij namens de NOS de laatste ontwikkelingen uit Oekraïne bij mij in de huiskamer. En ik denk dat het plots allemaal wat langer duurde dan verwacht. Eerst ging het alleen nog om de grimmige situatie in Kiev. Toen de zoveelste boef van een president verjaagd was en het volk met camera's in de aanslag zijn privé dierentuin en het 24-karaats gouden presidentiële paleis geënterd had dacht jij waarschijnlijk, net als ik, ook dat het nieuwsvuurtje wel weer zou doven. Hoe het uiteindelijk de stuurloze Oekraieners zou zijn vergaan zouden we misschien alleen nog te horen krijgen in een blokje kort nieuws, als er tijd voor was, wat we dan hadden bekeken terwijl we bij onszelf dachten: "wat was er ook alweer dan daar in (De) Oekraïne?" zonder op het antwoord te komen.

Maar het liep anders. Rusland had een paar decennia geleden, toen ze nog (of weer?) met elkaar door één deur konden, een schiereilandje inclusief inwoners cadeau gedaan aan de buren, met behoud van recht van overpad, dat was dan wel Rusland maar het zat toch vast aan Oekraïne. Maar die inwoners vonden het nu allemaal niet meer zo tof om in een land te wonen waar iedereen zich afzette tegen hun vroegere vaderland. Verongelijkte buur Rusland strooide wat nieuwe paspoorten in de rondte, stationeerde een bataljon 'anonieme' strijdkrachten en materieel op de Krim en lijfde het hele gebied vervolgens zonder al teveel poespas in. Europa mopperde wel wat, en als we echt consequent zijn in Nederland moeten we Groningen alsnog af laten zinken om die hele gasbel eruit te krijgen om te kunnen blijven stoken, maar ik weet zeker dat Poetin er geen nacht van wakker heeft gelegen. Jij was in de buurt, op de hoogte, en dus moest jij hals over kop naar De Krim! En toen zat je daar, wie wist voor hoe lang nog, met je ene North Face jasje en je fladderige sjaal en je haardos die steeds wilder begon te worden. Ik denk dat je verder gekleed ging in een stevige outdoor (afrits?)broek en schoenen waarmee je gemakkelijk de Gobi woestijn kunt doorkruisen, maar dat weet ik natuurlijk niet helemaal zeker want ik heb nooit gezien hoe het qua outfit verder ging na die jas.

En weet je, natuurlijk had je dat aan. Jeetje, eerst stond je daar op dat plein in Kiev tussen de fikkende autobanden met een kogelvrij vest aan schreeuwend en om je heen kijkend je verslag te doen, om vervolgens midden in de nacht een reportage te maken van een door vrijwilligers gerund noodhospitaal in het kantoor van de taxi-centrale waar de slachtoffers van de revolutie werden verbonden met de achtergebleven papierrollen van de fax. Daar moet je natuurlijk niet in je mooie maatpakkie op je geborstelde Broques tussen willen staan. Dat snap ik heel goed. En toen moest je naar De Krim, en nu sta je weer elke avond allemaal plaatsnamen te melden van steden in staat van oorlog aan de oostgrens met namen met veel te veel medeklinkers achter elkaar. (Dat doe jij trouwens echt heel goed, je moet er toch niet aan denken dat een Russische reporter in Zuid-Limburg verslag moet doen over rellende separatisten in MaastriCHt, ECHt, MaasbraCHt of rOErmond die ineens toch bij België of Duitsland willen gaan horen omdat iedereen ze daar wel verstaat...)

Elke avond zat (en zit!) ik bijna dwangneurotisch te wachten op jouw bijdrage. De pret begint al als Annechien of Rob jou aankondigen, jouw achternaam (Godfroid) is voor hen beiden nog steeds een lastig obstakel. Ik denk dat zij samen alleen al daarom hopen dat alle conflicten snel achter de rug zijn. En dan sta jij daar, meestal in het donker, achter je zien we wat onrustige lichtjes van een meer stadse omgeving of de desolate uitgestrektheid van het platteland. Met je kaaklijn van Ridge Forrester en de haardos van een Schotse Hooglander in vijftig tinten door elkaar gewapperd (mooi!) grijs. En dan ga jij met de stem van Pavarotti en de blik van Ridge die Brooke veelbetekenend aankijkt vertellen....en dan hoor ik er niets van. Door al dat uiterlijk vertoon en mijn fascinatie met jouw garderobe. Ik kan mezelf tot de orde blijven roepen dat dit echt heel erg oppervlakkig en kinderachtig is maar ik kan het niet helpen. Niet dat ik nou verliefd naar de tv zit te staren, want je bent denk ik een jaar of 20 te oud voor me (sorry als ik er erg naast zit hoor) maar op de een of andere manier kan ik niet stoppen met al deze onbenullige overdenkingen over je jas, je haar, de schoenen, je achternaam, je stem, je avonturen.

Nou...en vorige week werd ik ineens overvallen door een broekie met een blonde blockhead in een poloshirtje die op monotone wijze droogjes verslag deed, duidelijk vanuit een overdekte studioruimte, van de gebeurtenissen daar. Ik had spijt dat ik niet beter naar je had geluisterd al die tijd. Maar vanavond....was je er weer! Wat een opluchting! En David! Je bent denk ik even naar huis geweest, of naar Moskou misschien wel, even een kappertje gedaan, je koffertje aangevuld, en daar was je, haren nog steeds wild maar een beetje getemder. Je North Face jas omgeruild voor een mooi jasje met een beetje glim én revers, daaronder een duidelijk nog niet gewassen want pikzwart shirt. Fonkelende verhalen en ogen die meevertelden. David Jan, ik ben blij dat je er weer bent! En hoe het nu echt gaat in Oekraïne? Ik lees het wel in de krant...

maandag 21 april 2014

Grens

In mijn hoofd is meestal een Schengen akkoord van kracht, geen actieve grensbewaking. Dat krijg je ervan als je je gevoel volgt. Het vrije verkeer levert me veel moois op. Van alles komt er binnen, moois om te zien, om te horen, ruiken, voelen, proeven, ervaren. Er gebeuren dingen met die open grenzen, vooral onverwachte. Soms ook vervelende, en dan denk je, goh, ik had er beter even op kunnen letten dat dat niet binnenkwam. Maar ik vraag me echter steeds meer af of je daar nou wel een juiste inschatting van kunt maken. Ik ben ook wel eens in een verstandige (of opstandige?) bui, en dan kijkt mijn onzekere ik heel kritisch en met knikkende knieën naar wat er zoal passeert. Dan solliciteer ik bijvoorbeeld niet op een baan die ik voorbij zie komen omdat ik denk dat dat allemaal veel te veel gedoe geeft als ik die baan zou krijgen. Of dat ik toch niet competent genoeg ben om in aanmerking te komen. Misschien heb ik wel een paar goede dingen de toegang geweigerd.

Soms zit op mijn grenspostje een ik die vriendelijk knikt naar alles wat voorbij komt, rustig doorgaat met haar kruiswoordpuzzeltje en zit ik vervolgens met de gebakken peren of in het gunstigste geval met een netelige kwestie die ik aan moet pakken. Daar ben ik dan ook niet te beroerd voor maar ik baal dan wel een beetje van mezelf, maar niet meer dan wanneer ik er bijvoorbeeld thuis achterkom dat de kassa mijn bonuskorting niet heeft verrekend.

Maar er is ook nog een andere parttime grensbewaker in mijn hoofd, die heeft een hele complexe persoonlijkheid. Die laat namelijk bewust door wat voor (door)gebakken peren kan zorgen. Ik weet niet zeker hoe het komt dat ze dat doet maar ik denk dat het iets te maken heeft met het verlangen naar avontuur, grote en meeslepende dingen en een dubbele agenda met op de verborgen kant de hoop op een heleboel leuks en moois. Moois wat niet voor het oprapen ligt maar waar je je best voor moet doen, want dat maakt het nog mooier. Psychologen zouden er vast graag hun tanden in zetten maar ik ben bang dat het ongeneeslijk is en dat de symptomen slechts te onderdrukken zijn met een zeer actieve grensbewaking die ratio heet en alles binnenstebuiten en achterstevoren bekijkt alvorens toegang te verlenen. En dan ben ik beschermd tegen alle pijnen en teleurstellingen. En tegen alle grote liefdes en geweldige ervaringen.

woensdag 26 maart 2014

Rode hamer

Honderd jaar geleden toen ik nog een stamkroeg had waar het barpersoneel mijn voor-, tussen- en achternaam kende, wist welke auto ik tot morgenmiddag voor de deur zou laten staan en waar de kok off-card voor me kookte werd ik eens onderworpen aan een onbenullig testje. Ik kreeg een Heineken oberschrijfblokje en een pen en moest twee antwoorden noteren op de volgende vragen:

1 Schrijf een kleur op.
2 Schrijf een stuk gereedschap op.

Dat deed ik, met de geheimzinnigheid van een hoogbejaarde dame die haar pincode intoetst bij de supermarktkassa. Het was onmogelijk dat iemand had gezien wat ik daar op dat papiertje krabbelde. Triomfantelijk keek ik de barman aan en liet hem raden naar mijn antwoorden. "Rode hamer" antwoordde hij. Precies dat wat ik op mijn briefje had geschreven... Mijn mond hing denk ik open want hij barstte in lachen uit, verfrommelde mijn papiertje en merkte achteloos op dat dat de antwoorden waren die iedereen als eerste opschreef. Ik bleef machteloos, ontredderd, gefrustreerd en gedesillusioneerd achter. En nog steeds zit het me ergens in de krochten van mijn brein dwars dat ik daar op dat moment door de mand viel als gewoontedier. Weken, maanden, nee jaren! vroeg ik me af of er misschien een listig trucje achter dat testje zat of dat de barman die me hieraan onderwierp misschien meer van mij wist dan me lief was. Maar ik ben er nooit achtergekomen. Alle bouwmarkten ben ik afgeweest en nog nooit kwam ik een rode hamer tegen. Groen, blauw, zwart, antraciet, zelfs een gele zag ik, maar nimmer zag ik mijn rode hamer....

Al mijn hele leven (toch al gauw iets meer dan 20 jaar op dat moment) had ik het nagestreeft om lekker tegendraads en onconventioneel te zijn (een woord wat trouwens nog lang niet tot mijn vocabulaire behoorde toen). Ik hoorde niet bij een groepje maar fladderde tussen verschillende kuddes heen en weer of was op mijn dooie up ook net zo tevreden. Ik droeg bijna altijd All-Stars gympen waarvan ik de witte rand bekladde met songteksten en liefdesverklaringen, tot grote ergernis van mijn ouders, vooral wanneer ik ze ook droeg als we op visite gingen, onder mijn gescheurde spijkerbroek. Toen ik Alicia Silverstone zag in Cryin' van Aerosmith bungelend aan een brug aan haar navelpiercing zat ik de volgende dag bij de piercer. Toen kon je gewoon nog als vijftienjarige zo'n shop binnenstappen zonder een verklaring van toestemming in viervoud van je ouders voorzien van een zegel met het familiewapen en naar buiten gaan met een gepiercte navel en een flesje Sterilon. Van een vriendje waar ik een kortstondige doch meeslepende romance mee beleefde kreeg ik het singletje Living La Vida Loca van Ricky Martin (ja en denk maar van Ricky wat je wil, wedden dat je niet stil blijft staan/zitten als je hem hoort!) omdat hij vond dat dat liedje over mij ging. Ik luister nog graag naar dat nummer als ik me saai en onbetekenend voel.

En hoewel ik nog steeds redelijk stevig in mijn schoenen sta (de hele collectie) en probeer zelf na te denken en te doen heeft de rode hamer me ook geleerd dat het niet erg is om ergens bij te horen. Het vuurtje brand nog wel maar af en toe een platgetreden weg bewandelen is niet erg. Zolang je maar oog blijft houden voor het moois wat groeit in de berm en links of rechts gaat omdat je dat zelf wil en niet omdat de rest ook gaat. Ikea vind ik geen uitstapje maar ze hebben er wel verdomd goede opbergspullen voor de lego en de playmobil én hele fijne kleerhangers waar mijn bloesjes niet vanaf vallen als ik de kastdeur opentrek. Voor bijna al mijn ramen hangen vouwgordijnen en als de VT wonen verantwoorde snijplank in de bonus is bij AH dan is ie voor mij. En zo gaat het ook met de niet materiële zaken in mijn leven, achteraf kom ik altijd tot de conclusie dat ik alle klassieke valkuilen heb aangedaan en tot dezelfde conclusies ben gekomen als degenen die me voorgingen. Maar die conclusies heb ik dan wel zélf getrokken uit mijn eigen ervaringen, gedrag en beslissingen. Ik kan nu zelf zien dat ik mijn haar niet zwart had moeten verven, de geschrokken bleke kleur van mijn moeder bij het zien van het resultaat heeft me destijds niet van mijn overtuiging afgebracht. De Van Gogh's, Da Vinci's en Einsteins waren niet de meest gelukkige mensen op deze wereld! Ik ben dan misschien maar gewoon en goed genoeg, ik heb mijn beide oren nog, trotse ouders, een vriendenschare waar mijn hart voor overloopt en ik ben waar ik ben en wie ik ben omdat ik het zelf wilde!

zondag 9 maart 2014

Kind

Het allerleukste ongeluk wat je in je leven kan overkomen is kinderen krijgen. Ik heb er zelf twee, twee testosteron-tijdbommen. Ze bezorgen me de slappe lach, tijdelijk hartfalen, chronisch tijdgebrek en een niet te stuiten onbedwingbare stroom rotzooi.

Wetenschappelijk bewezen: mensen die kinderen krijgen zijn statistisch gezien ongelukkiger dan mensen in dezelfde leeftijdscategorie zonder. Iedereen met kinderen die dat wel eens ergens gelezen of gehoord heeft zal daar gapend zijn en haar schouders over opgehaald hebben; geen nieuws. Eerst houden ze je maandenlang uit je slaap waardoor je veranderd in een wandelende zombie-achtige snauwende schim van je vroegere zelf. Als dat voorbij lijkt te zijn begint de fase waarin ze je hele interieur overhoop trekken, en je kunt het advies van de lieve mevrouw van het consultatie bureau opvolgen en duidelijk en op dreumeshoogte 'nee' blijven zeggen maar ze hebben er geen boodschap aan. Ze weten nog niet van ja en nee en van opruimen en van slaapgebrek en van hoe duur spullen zijn en van poezen die het niet leuk vinden om aan hun staart getrokken te worden. Nee is geen optie. En als je dacht dat dit vermoeiend was, wacht dan maar tot ze een viltstift vast kunnen houden en je witte bank of pas geverfde muur gebruiken om hun artistieke vaardigheden op te botvieren. De eerste keer ga je nog naar de Karwei voor een emmertje latex en koop je een agressief middeltje om textiel van de meest afschuwelijke vlekken te ontdoen, de keer daarna check je alleen nog maar of het niet meer afgeeft en ga je er bovenop zitten en ben je je alleen nog bewust van je expressionistische bankstel als je visite kritisch naar je bank kijkt alvorens plaats te nemen, zelf zag je het al niet meer. Net zomin als grillige afdruk van chocomelk op de muur die je bloedje daartegenaan heeft gesmeten omdat hij zijn boterham met hagelslag niet in de dvd speler mocht stoppen...

Enfin, ze worden groter en de wereld met hen. Ze drinken het badwater niet meer op, nemen niet meer ELK buikgriepvirus mee naar huis en ze plassen op de wc, of in elk geval daar ergens dichtbij in de buurt. Ze eten hetzelfde als jij, tenzij het iets met groenten en/of vitaminen te maken heeft. Je kunt weer eens langer dan vijf minuten douchen en de meeste nachten gaan in stilte voorbij, hoewel je wat flexibeler wordt met de aanduiding 'nacht'. Zo heb ik zelf alle originele afleveringen van The Incredible Hulk gezien die SBS een hele tijd dagelijks om 5.30 uitzond. Met een baby/dreumes/peuter in huis heb je je geheel eigen tijdzone bij de hand. De nacht verplaatst zich kloktechnisch gezien wat of nogal naar links, en trekt daarmee de rest van de dag met zich mee. Zo kan je in deze fase(s) om 8 uur 's morgens het gevoel hebben dat het al tijd is voor de lunch omdat je 3 uur geleden ontbeten hebt. Eigenlijk is deze fase een soort chronische jetlag waar geen pilletje tegen gewassen is, slechts cafeïne.

Zodra ze een jaar of 3 zijn, en dan heb je het al redelijk gerekt, kan je met goed fatsoen ook niet meer met de buggy op pad. Allereerst zal je een behoorlijk hoge graad in de een of andere vechtsport moeten hebben om je spruit erin te krijgen. Voorts is het echt een belachelijk gezicht zo'n groot kind in een buggy. Een kind van 3+ moet echt op eigen benen staan. En dus ga je naar de H&M met je kleine anarchist on the loose... Bij een heleboel H&M's is de kinderafdeling boven, bereikbaar per roltrap. De roltrap is een peutermagneet. De roltrap is de kinderboerderij, de speeltuin en de efteling in één. En terwijl jij in de sokkenbak staat de roeren op zoek naar de juiste maat met over je arm een scheepslading aan shirts, broeken, truien, vesten en andere zaken om de nooit complete garderobe van je kleintje aan te vullen kan een andere moeder of een winkelmeisje nog net voorkomen dat je kind achterstevoren van de roltrap die naar boven gaat naar beneden probeert te lopen terwijl het touwtje van zijn capuchon tussen de band vastzit. De eerste paar keren sta je je beschaamd stamelend in excuses uit te putten tegen de reddende engel, als je eenmaal gewend bent aan deze winkelsessies ga je door met sokken uitzoeken en doe je net of je dat kind nog nooit van je leven gezien hebt en wacht je tot je stiekem kunt vertrekken zonder samen gezien te worden. Lang leve de webshop.

Het overkomt iedere ouder wel eens dat er boodschappen gedaan moeten worden in het prettige gezelschap van je kinderen. En dan geef je hem of haar zo'n koddig karretje, heeft ie ook wat te doen. En dat vindt hij ook hartstikke leuk, de stemming is opperbest en je kart samen gezellig langs de paden. En bij pad 5 kijk je eens in die kar om vervolgens te constateren dat je peuter voor de komende 10 jaar genoeg tandpasta heeft ingeslagen en ook voor de zekerheid de dopjes eraf heeft gedraaid om te proeven of dat lekker is, tandpasta. De volgende keer ben je wijzer en maak je voor je door het tourniquetje gaat duidelijke afspraken dat er eerst overlegt wordt voor we iets in de kar doen en leg je uit dat alles wat nog niet bij de kassa is geweest dicht moet blijven. Het gaat goed tot je boodschappenmaatje zonder enige aankondiging de topsnelheid van het karretje wil testen en uit de bocht vliegt. In het gunstigste geval schampt hij een andere klant en de kaasvitrine maar waarschijnlijker is dat de vlag die aan de kar bevestigd is in de val een hele rij potten appelmoes van een schap veegt die voor je voeten in slowmotion één voor één uit elkaar spatten op de vloer... De keer daarna loop je langs de kleine karretjes en zeg je al nee voor hij een klein vingertje uitsteekt naar de kinderkarren.

Je slooft je uit in de keuken om ze een voedzame maaltijd voor te zetten maar zodra ze plaatsnemen aan tafel kunnen ze alleen maar jammeren over hoe vies het eten is wat je ze voorzet en moet je ze doorlopend manen te blijven zitten, niet te boeren, uitleggen dat die vork er ligt om mee te eten en het mes om kleinere stukje te snijden in plaats van een hele gehaktbal met je handen in één keer in je mond te proppen. Er komt een moment dat zij opstaan en jij nog even, of nog lang, ligt te soezen in je bed en dat ze zelf een beker melk in schenken. Dat is heel fijn. Tot je zelf met je ogen nog halfdicht in de keuken komt waar je koelkast als een vliegtuig staat te ronken omdat de deur al anderhalf uur open staat. Er komt een moment waarop ze zelf uit bed kunnen klimmen om je om half drie 's nachts klaarwakker te komen vertellen dat ze gedroomd hebben over een eng monster terwijl ze bij je in bed kruipen waar ze het allerliefste overdwars gaan liggen, onmiddellijk weer in slaap vallen terwijl jij nog lang ligt te denken dat je echt vaker teennagels moet knippen. Ze pulken duizenpoten uit je tuin en gaan die bestuderen in jouw bed, ze maken fantastische bubbelfestijnen onder de douche met jouw dure shampoo, de hele fles, ze oefenen wheelies aan de rand van de sloot, ze tekenen vrachtwagens in je agenda op dagen die nog moeten komen, ze wijzen dingen aan op de tv met vla op hun vingers, ze kijken je aan terwijl je tegen ze praat zonder ook maar een woord mee te krijgen van wat je zegt.

Kinderen grootbrengen is de meest ondankbare en bevredigende taak die het leven te bieden heeft. Bezoek alle uithoeken van de wereld om je te verwonderen over de zeven wereldwonderen maar je verwondering zal nooit groter zijn dan je kindje voor het allereerst onder de douche te zien stappen en zijn handjes verbaasd onder de stralen te zien houden met een blik alsof er goud uit de lucht komt vallen. Nooit zal iemand enthousiaster zijn je te zien dan je eigen kind na een schooldag. Niemand zal meer zelfvertrouwen voor de rest van zijn leven krijgen van jouw 'goed gedaan' dan je eigen kind. De meest luxe roomservice ter wereld zal je geen beter ontbijt bezorgen dan de rafelige ontbijtkoek met pindakaas met chocomelk die je op moederdag kreeg. Er is geen ander mens ter wereld voor wie je het laatste zou doen wat je kon doen, je leven geven.

woensdag 26 februari 2014

We didn't start the fire

Onlangs mengde ik me tegen beter weten in in een discussie die kort door de bocht de strekking 'vroeger was alles beter' had. Eigenlijk was het nog geen discussie, meer een kabbelend gesprekje tussen twee heren in de leeftijdscategorie met o.a. als functieomschrijving vinden dat vroeger dus alles beter was, echt, heus, geen twijfel mogelijk. Zij hebben het volste recht en misschien zelfs wel de plicht om met argusogen te kijken naar de veranderende maatschappij en de ontwikkeling van de normen en waarden van de jeugd van tegenwoordig. Ik kwam eigenlijk het feestje verstoren met de bijdrage dat ik de kruidenier op de hoek niet miste, mijn boeken meestal bestel bij Bol.com en dat ik nog geen secondetje wakker heb gelegen van de teloorgang van die boekenketen met die achterlijke naam die je eerder zou associëren met het nieuwe ijsberenverblijf van Artis. En dat kwam me te staan op vermaningen als dat ik (en mijn generatiegenoten) niet meer weet hoe echt brood hoort te smaken, dat ik een boek moet bevoelen eer te kopen en dat het hartstikke zielig is voor de mensen van de koffieshop in de boekwinkel die nu ook noodgedwongen out of business is.

God mag weten waarom ik me bemoeide met deze mijmeringen en overpeinzingen met een vleugje 'dat waren nog eens tijden' en 'waar moet het naartoe met de wereld'. Wellicht voelde ik me toch enigszins persoonlijk aangesproken want inderdaad, ik kom nooit meer bij de slager en de groenteboer, en bij de bakker ook niet. En als ik bij de bakker kom, één keer per jaar om gebak te kopen voor mijn verjaardag, dan staat daar nooit een meneer met een bebloemd gezicht in een blauw geruite broek met een schort voor die eruit ziet alsof hij midden in de nacht is opgestaan om die bananensoezen eigenhandig voor mij te vervaardigen. Daar tref ik meestal een lege vitrine en wat pinnige dames die me mededelen dat het gebak net of nog niet uit de vriezer is. Dat Albert Heijn een hoop onzin verkoopt weet ik ook wel. Maar het brood smaakt me er zeker niet minder om en ik heb er geen bezwaar tegen dat het door toevoeging van wat kunstmatigheden (?) wat langer houdbaar is. Ik probeer bewust om te gaan met de inkoop van groenten en vlees en dat zoveel mogelijk biologisch en met het ritme van de seizoenen te doen. ik ben gek op de markt en kan me daar zomaar laten verleiden tot een impuls-aankoop bij de groentekraam (ach welja, doe die kilo mandarijntjes er ook maar bij en die bloemkool wil ik ook) en zonder een half pondje vers gebrande cashewnoten te kopen langs de nootjeskraam lopen....daarvoor moet je wel heel sterk in je schoenen staan. Bloemen, kaas, een visje, mij kan je met een paar daalders de markt op sturen en ik kom bepakt en bezakt terug. Maar als ik een paar weken niet op de markt kom dan word ik daar niet onrustig van hoor, ongetwijfeld in tegenstelling tot de moeders en huisvrouwen in de jaren 50.

Maar ja....die moeders en huisvrouwen moesten wel. Die waren namelijk met wettelijke goedkeuring hun baan kwijtgeraakt toen ze in het bijna verplichte huwelijksbootje stapte. En die hadden maar rond te komen van het loon wat manlief elke maand in het laatje bracht, zij moesten schipperen en verantwoorden, op de kleintjes letten, letterlijk en figuurlijk. Mijn situatie is 180 graden anders, ik werk, ben bovendien ook nog een alleenstaande moeder (o gruwel) en het huishouden staat ergens ver weg op mijn prioriteitenlijstje. Maar was dat nou niet precies waarvoor die dolle dames in de jaren 60 zo hard gevochten hadden? Dat ik die vrijheid zou hebben? Gevolg is dat ik geen tijd heb om vijf verschillende adressen af te lopen voor mijn boodschappen en dat mijn kinderen denken dat ze nieuwe schoenen van de postbode krijgen. Voor alle duidelijkheid, als ik een verloren zaterdagmiddag heb struin ik graag de echte winkels af om een budgetje stuk te slaan aan schoenen, sjaaltjes, nieuwe boeken en prullaria voor in huis. Maar niets zo ontspannend als op de bank met een wijntje of kopje thee, een pak kaakjes binnen handbereik een heleboel pagina's jurkjes te bekijken en als je er eentje (of twee, of vijf) in je virtuele winkelmandje hebt gegooid direct aansluitend bijpassende schoenen uit te zoeken!

Toen onze eigen ouders kleine kinderen waren dronken ze water of misschien eens melk of een vers sapje als ze welgesteld opgroeiden. Ze aten wat de pot schaftte en de man des huizes vrat 2/3 van het vlees op, de restjes verdelend onder zijn acht kinderen. Tussendoortjes waren er niet, misschien zo af en toe een plakje worst van de slager of een weggerolde appel van de appelboom van de buurman. Natuurlijk werden ze niet dik want ze werden daarbovenop ook nog eens het huis uitgesmeten als er gepoetst moest worden of speelden uit pure verveling of gebrek aan privacy buiten, genoeg beweging dus. Mijn oma's hoefden niet eens na te denken over wat hun kroost binnen kreeg aan voedsel en frisse lucht. Mijn kinderen daarentegen moet ik beschermen tegen een stortvloed aan vette, ongezonde etenswaren, drankjes met het equivalent van zes klontjes aan suiker er in, drukke schema's en teveel binnenzitterij. En wat doen ze nu die oma's? Hun (achter)kleinkinderen volstoppen met fristi, snoep, ijs, friet. Gewoon, omdat het kan! Ze zijn zich totaal of niet genoeg bewust van wat ze allemaal in hun winkelwagen gooien. Als alle oma's morgen ineens weer pakweg 27 jaar zouden zijn....ik ben ervan overtuigd dat ze binnen de kortste keren in de schulden zouden zitten, obees zouden zijn en zich nogal promiscue zouden gedragen.

Wat ik maar wil zeggen is dat wij misschien wel de generatie zijn van de bewustwording. Of in elk geval van het begin daarvan. En dat gebeurt gewoon allemaal, dat is een natuurlijk proces, een soort moderne evolutie. Ik zag gisteren een college op internet van een socioloog die het werk van een collega uit de jaren 30 aanhaalde die zich op zijn beurt weer afvroeg of de 'individualisering en secularisatie van de samenleving' (geleerde taal voor allemaal lekker op ons eigen eilandje ons eigen straatje schoon zitten te vegen zonder op een ander te letten) niet de nekslag zouden zijn voor de normen en waarden en de naastenliefde. En wat blijkt? Het is wetenschappelijk aangetoond dat de wereld een stuk veiliger en gezelliger is dan 100 jaar geleden en dat die ontwikkeling al sinds mensenheugenis aan de gang is!

Klakkeloos aannemen dat een verandering een verbetering is is kortzichtig. Maar er van uitgaan dat het een verslechtering, alleen maar omdat er iets verdwijnt waar je aan gehecht was is precies hetzelfde. Ik heb ook geen flauw idee waar we naartoe gaan of waar het naartoe moet en misschien mijmer ik over 40 jaar dezelfde mijmeringen maar ik denk vooral dat we niet bang moeten zijn, want dát is die nekslag.

donderdag 20 februari 2014

Keukengeheimen

Ik kan niet koken. Beetje raar natuurlijk want ik ben nou ook niet bepaald een raw food typ. Ik moet er niet aan denken dat ik dag in dag uit op rauwe paprika's en stukken krakende prei moet kauwen. Het zodanig verhitten van rauw voedsel tot het zonder gevaar voor de gezondheid gegeten kan worden kan ik wel. Daarbij moet ik ook nog bekennen dat ik heel goed boerenkool kan maken, dat mijn eerste pannenkoek nooit (nooit dus) mislukt en dat ik met een ei heel aardig overweg kan. Nu ben ik zelf niet dol op boerenkool en mijn kinderen ook niet, en zij helaas ook niet op pannenkoeken trouwens. Wij eten veel ei. En tosti's, uit de pan, niet uit zo'n pletijzer dat alleen maar zwarte strepen op je brood brandt.

Nu is dat allemaal niet zo erg. Ik eet echt niet elke dag patat of pizza, integendeel, ik kan best een gezellige prak op tafel toveren in de categorie aardappelen/groenten/vlees en dat wissel ik af met macaroni of spaghetti. Pastasoorten met een meer exotische vorm komen er bij mijn spruitjes niet in. En als ik alleen moet eten zorgen meestal andere mensen (lees; lieve mensen die wel kunnen koken en weten dat ik een stakker ben in de keuken en dat ik meestal lekkere wijn of een goede toet meeneem), of de sushibar, dat ik niet met honger naar bed ga of een beker cupnoodles opentrek en er een halve liter heet water overheen schenk bij wijze van avondeten.

En hoewel ik echt wel graag wat lekkers eet vind ik het helemaal niet erg dat ik geen keukenprinses ben. Ik heb het allang geaccepteerd dat ik door mijn kookgebrek dus aangewezen ben op uit eten, aanschuiven of bezoek dat wel overweg kan met ingrediënten, pannen, kruiden, oventijden etc. Zo heb ik een aantal vriendinnen (en vrienden ook trouwens), die printen op een achternamiddag een receptje uit van smulweb of weet ik veel hoe al die kookwebsites heten, rennen door de appie, weten precies waar ze bijvoorbeeld sesamzaadjes moeten pakken en hoe een Romeinse sla eruit ziet. En ze hoeven maar een paar boodschappen, want alle kruiden en specerijtjes die ik niet standaard in huis heb, evenals pecannoten, maizena en diverse oliesoorten, staan bij hen gewoon standaard in de grote uitschuifkast. Niet weg te teren, maar omdat ze gewenst en nodig zijn. Als ik daarentegen in een dolle bui weleens ga kokkerellen dan moet ik altijd alles hebben van de lijst, behalve zout en peper. Als er voor mij gekookt wordt dan ben ik een gedienstig hulpje in de keuken, ik snij, hak, zet wekkertjes, ruim op/in/af en hou de glazen vol. Ik heb dus een prachtig symbiotisch kookverbond met mijn vrienden die twee rechter ovenwanten hebben.

Natuurlijk (en helaas) moet ik meestal wel zelf zorgen voor de dis. Een klus die ik aanvaard als alle andere huishoudelijke aangelegenheden, zonder plezier maar met plichtsbesef. En dat doe ik dan schaamteloos met behulp van pakjes, potjes en zakjes. Pastasaus? Prima van het eigen merk van de Jumbo. Gooi ik er een blik tomatenblokjes, een courgette en wat champignons doorheen en tada, van alles wat. Spinazie gaat alleen diepgevroren door mijn handen en voor alles geldt: als het voorgesneden, achter glas of bevroren beschikbaar is staat het op mijn menu. In mijn oven bak ik meestal alleen maar broodjes af op zondagmorgen. Als ik zelf mosselen wil maken bel ik mijn moeder omdat ik na 280 keer doen nog niet onthouden heb of ze nou wel moeten koken of juist niet. Moeders nodigt me dan ook gelukkig geregeld uit voor haar mosselavondjes. Waar ik dan alle tijd dat zij bezig is met het bereiden ervan op het aanrecht kan zitten met mijn neus bijna in de pan zonder te registreren wat er gebeurt met het eten voor het op mijn bord ligt.

Ik ben niet al te bang dat ik wat mis van de schijf van vijf en ziek ben ik praktisch nooit, dik ook niet en hongerig al zeker niet. Waar ik wel bang voor ben is dat die schijf van vijf langzaampjesaan in het verdomhoekje begint te raken... Ik denk dat tegen de tijd dat ik oma ben geworden van een paar kleinkindertjes, ik ze stiekem kan verwennen met een bruine boterham met pindakaas. "Oma, dachten jullie vroeger echt dat dit gezond was?" "Ja kind, papa at dit elke dag en hij dronk er zelfs nog melk bij, soms wel 2 liter in de week." "Melk? Dat is toch wat er uit koeien komt voor de kalfjes?! Dat is toch niet voor mensen!?" Zoiets stel ik me voor bij een gesprek met mijn kleinkinderen. En dat ze dan thuis elke ochtend een smoothie krijgen van rode bietjes met gojibessen die gekruist zijn met suikervrije sinaasappels, met een eetbaar rietje van sojableekselderij. Maar alle gekheid op een stokje, ik begin mijn boterhammetje - of erger, mijn saucijzenbroodje! - zo onderhand hetzelfde te bezien als iedere sigaret die ik rook. Met elke hap denk ik aan mijn organen die puffend en steunend al dit onvoedsel moeten verwerken en verteren en er geen klap aan hebben. Dat ze al die jaren al overleven op een minimum aan goede dingen die per ongeluk en sporadisch langskomen!

Zucht....ik ga mijn gedoogbeleid zeker nog niet opschorten maar ik zie de toekomst van mijn geliefde boterhammetjes en stokbroodjes en pistoletjes en pizzabodems (ja ook die!) en al die andere lekkere deegachtige dingen met gluten, koolhydraten en meer slechts waar ik zo hartstochtelijk van hou somber in. En zaterdag verstop ik nog maar een kilo geraffineerde kristalsuiker onder mijn biologische kip terwijl ik schichtig om me heen kijk of ik geen bekenden zie in de supermarkt.

woensdag 29 januari 2014

DIY

Er zijn mensen die er ronduit voor uitkomen dat ze niet graag alleen zijn. Dat voeren ze dan aan als (ongevraagd) excuus om bijvoorbeeld hun relationele cv toe te lichten. En daar neemt iedereen dan ook genoegen mee. Niemand die zegt, goh, zou je niet eens fijn een paar jaar alleen in je eengezinswoning gaan zitten kniezen in je uppie? Want nee, je weet, deze persoon heeft nu eenmaal in elk geval één iemand om zich heen nodig voor danwel huishoudelijke ondersteuning, danwel als dekmantel om niet dieper over zichzelf en/of het leven na te denken dan zijn of haar neus lang is. En dat is een algemeen geaccepteerd sociaal verschijnsel waar met name mannen van profiteren. Over dat laatste zou je nog in de war kunnen raken als je dit vanuit een geëmancipeerd oogpunt bekijkt maar dat is niet nodig. Dit fenomeen is gewoon net zo oud als de mensheid (denk zorg voor de kinderen, schone kleding, gaar gekookt voedsel, een schoon huis). Natuurlijk kon je er als vrouw tot pakweg 35 jaar geleden ook beter niet alleen voor komen te staan maar dat vrouwen beter zijn in de uitvoering van alleen zijn is een mindset die al redelijk oud en cliché is. En misschien wel waar...

Alweer even geleden heb ik het comfort van een vaste relatie officieel verruild voor een solo-carrière. Dat stukje alleen was niet de motivatie, alleen was ik al een paar jaar, ook in de relatie, daar hoefde ik niet naar op zoek. Misschien was ik daar nog wel allener dan nu. Er waren een aantal redenen om die keuze te maken en ik sta er tot op de dag van vandaag nog steeds achter. Ondanks al het ongemak wat een scheiding met kinderen en alle toeters en bellen met zich meebrengt. Ik kan in een paar woorden opsommen wat het me heeft opgeleverd behalve dat ik mezelf verlost heb van een paar akelige kwesties die onoplosbaar waren geworden. Het heeft me geleerd dat ik niet mijn huis/kleren/saldo/vakantie ben (was geen leuke les), dat ik kennelijk in staat blijk om dat op te geven om mijn eigen geluk te waarborgen (en daar ben ik nog steeds trots op), en (pak maar een teiltje nu) 'waar het echt om gaat in het leven'. Daarover kan ik nog urenlang doortikken maar dat doe ik maar niet want dat zult gij zelve moeten ondervinden. Of niet.

Maar mijn alleen-zijn-status roept ook veel vragen op. Sowieso krijg ik bijna wekelijks de vraag waarom ik 'nog steeds alleen (vrijgezel) ben'. Net zo dom als vragen aan een pas bevallen moeder of er nog een tweede kindje komt... Het ongevraagde medeleven zit met name in het operationele stuk. Kinderen, huishouden, inkomsten, vakantie, feestjes, zondag, klusperikelen. En hoewel het natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn is, en ik ook wel eens overloop, zit alleen zijn, de negatieve variant, niet daarin voor mij. Ik wil dit erover kwijt omdat ik vandaag weer eens die blik kreeg, die ach meisje toch wat naar dat je dat dan ook nog alleen moet regelen allemaal blik.

Alleen zijn kan ik prima. Ik kan er zelfs best wel van genieten. Er zijn talloze voordelen aan alleen zijn. Zo kun je eten wat je wil en vooral hoe, wanneer en waar je dat wil. Je kunt er zelfs voor kiezen om chili con carne te maken en dat vervolgens uit de pan te eten op de bank. Scheelt weer afwas en als het op is is het op. En als het niet op gaat kan je het ook gewoon zo in de prullenbak schuiven zonder dat er iemand staat te miepen over verspilling. Heel relaxed allemaal. Je kunt bijvoorbeeld ook makkelijk twee jankfilms die je al 10 keer gezien hebt al zappend tegelijk kijken terwijl de Champions League finale ook ergens live uitgezonden wordt. En als het dan afgelopen is kun je de tv uitdoen en dan nog drie kwartier op de bank blijven zitten met de afstandbediening in je hand omdat je geen zin hebt om op te staan, zonder dat er iemand is die zich afvraagt waarom je dat doet of die graag wil dat je mee gaat naar bed. Of wat te denken van op volume burengerucht You Are Everything van Diana Ross en Marvin Gaye op repeat zetten, de hele avond, fijn hoor. Of dat je lief niet altijd zegt: "Feyenoord?" als je zegt 'fijn hoor', bedoeld als grap en je al kramp in je kaken krijgt bij de gedacht alleen al.

Alleen je kinderen opvoeden? Tja, iedereen kan denk ik beamen dat het met twee kapiteins op één schip lastig koersen blijft. En van compromissen is nog nooit iemand beter geworden. Wim Kok misschien met zijn hele paarse poldermodel maar misschien had hij ook gewoon de wind wel mee. Dus dat is ook allemaal niet zo moeilijk. Je kunt het ganse weekend zo inconsequent als de pest zijn zonder daarover in discussie te moeten en maandag weer bruine boterhammen serveren en de tv op tijd uitzetten. Klinkt misschien onverantwoord, in de praktijk is het erg rustgevend. Tuurlijk, ik sta elke dag iets eerder op om ervoor te zorgen dat mijn kinderen niet met hun onderbroek op het hoofd op het schoolplein staan en ik verwacht misschien iets meer zelfstandigheid van ze maar verder is het goed te doen. Van zelfstandigheid is nog nooit een kind slechter geworden.

Voorts ben ik niet alleen op de wereld. Ik heb een schare vrienden en vriendinnen en familie die ik rond de klok om bijstand kan vragen. Of dat nu gaat om een financiële kwestie of omdat ik nu nog niet weet hoe dat bandenspanning apparaat bij de pomp werkt, ze zijn er altijd. Ik koester ze hopelijk genoeg en als het even kan is de vriendschappelijke dienstverlening immer wederzijds.

Alleen ben ik als mijn woorden onuitgesproken blijven omdat er niets is wat ze weerkaatst. En dan bedoel ik niet een echoput of een lange tunnel maar een mens van vlees en bloed. Die reflectie en betekenis en relativering meegeeft aan de weerkaatsing. Natuurlijk kan ik altijd de telefoon pakken maar dat is dof en altijd slecht getimed. Dat is soms slikken en dat is heel veel leren om te vertrouwen op je eigen gevoel en beoordelingsvermogen.

Alleen ben ik ook als ik moe ben om mijn plek te bevechten. Om ervoor te zorgen dat ik niet van de radar verdwijn. Als ik niet mijn vinger in de lucht blijf houden en blijf roepen om mezelf te laten zien is de vergetelheid heel snel dichtbij. En dat lijkt heel dramatisch maar dat is heel gewoon en alledaags. En heel lastig soms maar meestal ook niet, als je energie hebt en blij bent en zelfvertrouwen hebt. Maar heb je dat even niet, kan het zomaar gebeuren dat je twee weken thuis zit omdat iedereen even druk was met andere dingen of er toevallig even niemand jarig was. Niet? Want je hebt 180 vrienden en een hele grote familie? Dan ook. Geloof het maar. Maar als je niet alleen woont valt het niet op, want dan kruip je gewoon lekker naast je lief op de bank en kijk je samen naar Ik hou van Holland en je smeert nog twee toastjes met eiersalade. Niet alleen zijn als je dat niet wil moet je leren.

Al met al heb ik nog niet de behoefte om voor een second best relatie te gaan om maar niet alleen te zijn of me als een doorgeslagen moeder de gans op mijn kinderen te storten om het te verdoezelen. En dat zal ook nooit gebeuren want ik geloof in het leven en als daar nog een relatie in zit verwelkom ik die met open armen, komt het niet of niet zoals ik wil, dan zal ik met opgeheven hoofd mijn vinger in de lucht houden tot ie krom staat van de artrose en een knipperend lichtje blijven op die radar. En ik ga niet op doe-het-zelfles.

zondag 12 januari 2014

Tijd

Bij mijn opa en oma thuis hing aan de muur een door mijn oma geborduurde en door mijn opa ingelijste spreuk die luidde: "Geniet nu, het is later dan u denkt". Het geniet nu gedeelte zei me nooit zoveel. Genieten is iets wat je gaat doen als je weet dat er ook een heleboel dingen te doen zijn die niet zo genietbaar zijn. Maar het tweede gedeelte van de spreuk fascineerde me wel mateloos. Ik nam keer op keer de proef op de som. Zodra ik de spreuk zag begon ik dwangmatig in proberen te schatten hoe laat het was om dat daarna te checken op de grote Friese staartklok die loom en stoïcijns de tijd stond weg te slingeren. Ik kan me niet meer herinneren of ik er vaak naast zat. Maar het dwangmatig proberen hielp natuurlijk om een steeds nauwkeuriger schatting te kunnen maken. Ik vond het dus ook een rare, overbodige spreuk en begreep niet zo goed waarom het zo'n prominente plek aan de muur had. Maar oma zei ook vaak tegen me: "Meisje, denk erom! Als je één gulden hebt kun je er geen twee uitgeven!". Hoe je dat überhaupt voor elkaar moest krijgen wist ik niet dus ik nam oma niet al te serieus. Nu ik een grote meid ben en in staat om vier euro's uit te geven zonder en eentje te hebben is dat met terugwerkende kracht veranderd in heel serieus...

Maar die tijd. Zo oneindig en nietszeggend als ie vroeger voor me was, zo dwingend en heersend is ie nu. En ik blijf het een wonderlijk fenomeen vinden. Een maat die we hanteren om alles in te gieten. Je moet mee met de tijd. Zelfs als je ervoor kiest om dat niet te doen, dan nog moet iedereen er op enig moment aan geloven. Zelfs al kies je voor een kluizenaarsbestaan in een zelfgebouwd hutje in een diep donker bos met een paar kippen, een moestuintje en een houtkacheltje, te slapen en waken met het ritme van de zon en de maan, de tijd zal zich melden!

Tijd is ook zo schizofreen. Als het leuk is gaat ie er als een bange haas vandoor, zit je in een hoorcollege over kwantumfysica (in mijn geval dan), is ie niet weg te branden. Je moet de tijd van nu in de gaten houden en tegelijk bezig zijn met de tijd die gaat komen. En dan zijn wij zelf ook nog eens tijdens al die tijd bezig met de tijd die geweest is. Omdat we daar knettergek van worden volgen we workshops en lezen we boeken die ons moeten leren om vooral in het nu te leven en mindfull te zijn, terwijl mijn mind al behoorlijk full is met nu, straks en daarnet en gisteren, overmorgen, komende zomer, volgend weekend, eergisteren vier jaar geleden...

Ik snap heus dat mindfullness nou net weer gaat over dat genieten gedeelte uit die wijze spreuk van oma's zorgvuldige hand. Maar over genieten bestaat een misverstand. Volgens de dikke van dale is genieten: 'zich vermaken, genot hebben'. Genieten is dus een werkwoord. Dus als je het ergens naar je zin hebt of je doet iets wat je vermaakt, ben je eigenlijk al aan het genieten! Simpeler kan het bijna niet. Waarom lijkt het dan toch zo moeilijk? Waarom denk je dan achteraf vaak; ik heb er te weinig van genoten? Door die snerttijd! Je bent alweer bezig met wat er moet of komt na die periode waarin je je vermaakt. Vooral als het genieten is ingepland tussen twee activiteiten of periodes die niet per sé ter vermaak zijn. Kortom, je moet je bewust zijn van het moment en de klok alleen hanteren als hulpmiddel voor bij dat wat je aan het doen bent en waarvan je geniet. En DEZE tijd niet over één kam scheren met DIE tijd die nog komt! Wel zorgvuldig mee omgaan, voorpret moet je wel uitbuiten, natuurlijk.

Misschien zijn we te geconserveerd door de klok en de kalender. Ik ben geen Stones-fan maar ik kan overvallen worden door het nummer Time Is On My Side en een enorm geluksgevoel, als de tijd zich out of the blue aan mijn zijde voegt en ik verbluft daardoor ineens stilsta in mijn hal achter de voordeur of met mijn handen op mijn stuur zit zonder te weten waar ik naartoe moet of beter, als ik overal naartoe kan gaan waar ik naartoe wil totdat de tijd me weer verplichtingen oplegt! Als je even vrij krijgt van de tijd zou het een fair deal zijn als je dan de tijd ook even met rust laat. En inderdaad van zonsopgang tot de schemer ergens op een steigertje of een pier gaan zitten kijken hoe de schepen binnenglijden en weer vertrekken zoals een wijs man ooit zong. De tijd zoek maken, zich druk laten maken om andere mensen en dingen.

En soms moet je de tijd zijn gang laten gaan en het wonden laten helen, nieuwe kansen laten creëren, nieuwe energie laten genereren. Hem je vertrouwen schenken en geloven dat hij het voor je gaat regelen.

Maar je moet niet spotten met de tijd. Uiteindelijk is je tijd op. Er is geen pauze, geen uitwijkmogelijkheid, wat je wil doen moet je doen, als het te laat is is er geen weg meer terug. De tijd staat ver, ver boven wat de mensen vinden en denken. Waar een wil is biedt tijd een weg, vroeg of laat. Nu het nieuwe jaar op onze kalender weer begonnen is kiezen veel mensen dat moment om het roer om te gooien. Maar de kunst is om het te doen als het er tijd voor is.