dinsdag 8 december 2015

I walk the line

Ik stel me voor dat het leven een lijn is, een lijn waar we allemaal op lopen. Als je van die lijn af valt donder je in een diep ravijn waaruit het moeilijk terug klauteren is. We lopen allemaal op die lijn, soms is het makkelijk, soms loopt die lijn vlak langs die afgrond en is het ingewikkeld om hem te blijven volgen. Op televisie zijn daar een heleboel programma's over met John Williams en Wendy van Dijk.

Het leven: niet van de lijn vallen. Of soms: de verleiding weerstaan om eraf te vallen. Ik heb dit natuurlijk niet zelf verzonnen. Het is een liedje van Johnny Cash. Een liefdesliedje. Dat heeft niks te maken met mijn voorstelling. Maar het is ook de titel van de (prachtige) film die over 's mans leven gemaakt is. En dat levensverhaal komt er wel aardig dichtbij.

Als je klein bent heb je geen benul van die afgrond. Dan lopen er (als het goed is) twee mensen die dat van je afschermen. Waardoor je:
A. Niet weet dat het leven ronduit klote kan zijn.
B. Niet kunt vallen.
Dat is de bedoeling volgens mij van kind zijn. En als er niet twee mensen lopen dan in elk geval eentje die genoeg af kan schermen en beschermen. De schone taak van die mens(en) is wel om je al opgroeiende bewust te maken van die diepte, je op te vangen als je toch dreigt te struikelen en om je een beetje te leren hoe je kunt voorkomen dat je valt. Met die theorie kan je dan in theorie in je volwassen leven betere beslissingen nemen. Daarnaast is het gewoon hopen dat je de juiste stabiele genen doorgegeven hebt.

Als je bovenstaand leest zouden woorden als cynisch en gedesillusioneerd goed passen als je zou proberen me in een hokje te stoppen. En toegegeven; er zijn dagen waarop ik me in dat hokje prima op mijn plek voel. Maar het merendeel van de tijd is het tegendeel waar.  Er is een groep mensen die van die lijn af dondert het ravijn in, en er is een groep mensen die dat niet doet. Ik reken mezelf tot de laatste groep. Niet omdat ik daar bewust voor kies maar omdat ik simpelweg niet val. Nog niet dan hè. Ik ken geen honger en oorlog, uitbuiting of bittere armoede. Dus ik weet niet hoe veerkrachtig ik ben onder die omstandigheden. Maar vooralsnog is er nog niets geweest wat me over het randje heeft gekregen. En daar ben ik best een beetje trots op. Wat ook weer stom is want ik weet helemaal niet precies hoe ik dat doe, niet van die lijn af vallen. Ik doe het gewoon. Zoals een kind een keer opstaat en zijn eerste stapjes zet, zoals je zonder na te denken je glas naar je mond brengt en het leegdrinkt. Mensen prijzen me erom. Wat ben je toch altijd positief! Wat ben je sterk! En dat is fijn, want dat draagt daar weer aan bij. Maar net zoals een inwoner van een of ander verlaten eiland in de Stille Zuidzee die 138 is geworden, gevraagd naar zijn geheim zal antwoorden: "Gewoon blijven ademen", heb ik ook niet echt een kant-en-klaar recept voor positiviteit.

Maar als er één zin is waarmee ik mijn leven zou moeten omschrijven dan is het wel: de boel bij elkaar houden. Ik weet dat alleen de zon voor niets opgaat. Dat vertrouwen inwisselbaar is. Dat het weer stabiel is vergeleken bij de veranderlijkheid van mensen. Dat de waarheid aan interpretatie onderhevig is. En dat niet alleen tijd en afstand maar ook vertrouwen en geluk relatief zijn. Ik weet waar ik waarde aan hecht en ik ben een aanzienlijk deel van mijn tijd kwijt aan dat behouden. De rest van de tijd slaap ik of ben ik ergens op aan het wachten. En dat laatste doe ik dan misschien ook weer uit behoud van iets of iemand.

De fase waarin ik volgens de geleerden zit is de drukste in een mensenleven. Alles moet tegelijk. Kleine kinderen die opgevoed moeten, carrière moet gemaakt, ambitie nagestreefd, op tijd naar de kapper, bewegen, ontspannen, bijblijven, het juiste adres hebben, sociale contacten die onderhouden moeten worden, persoonlijke ontwikkeling. Veel dingen die ik ook 'moet' (en graag wil, voor alle duidelijkheid). En daarnaast nog de eeuwige onderstroom van gedachten over wie je bent en waarom en met welk doel.

Mij is beloofd door een dronken zeeman in een vage kroeg op een vaag tijdstip, dat het hoofd vanaf mijn veertigste rustiger gaat worden. Toen ik hem vroeg of dat dan kwam omdat ik me dan neer zou gaan leggen bij dingen of omdat ik vanaf dan antwoorden zou vinden op mijn Levensvragen keek hij me lodderig aan en sprak verbaasd: "Goh, misschien ben jij wel slim". Ik houd me maar vast aan die belofte en kijk derhalve een beetje uit naar mijn veertigste verjaardag. Ondertussen goochel en baan ik me een weg door het leven waarin ik me bijna dagelijks een octopus voel met een tentakel in de vaatwasser, eentje op mijn toetsenbord, eentje aan het stuur van mijn auto, eentje aan de telefoon, eentje die een nieuwsbrief van school probeert te reduceren tot een handjevol notities in mijn agenda, eentje die concertkaartjes probeert te bemachtigen voor iets wat ik niet wil missen, eentje die mijn kinderen knuffelt, eentje die eten kookt...en dan kom ik er nog een paar tekort. Ik moet er niet aan denken dat ik op een dag in het gips kom te zitten. En als de vaatwasser stuk gaat, een kind ziek wordt, de auto het af laat weten, dan stort dat kaartenhuis met een donderend geraas in elkaar. Dan kan ik de handdoek gooien, iets overhellen en mezelf die vrije val gunnen. Maar ik doe het niet. Ik kan het me niet permitteren om te beginnen, ik ben er te trots voor, en ik weet dat die lijn weer recht wordt. Dan stapel ik mijn kaartjes weer lekker op elkaar!

Johnny Cash - I Walk The Line 

vrijdag 30 oktober 2015

Vreemde ziekte

Zelfvertrouwen, een kostbaar goedje. Als je er een handeltje in kon beginnen... Natuurlijk, je kunt een lijntje cocaïne snuiven voor een nachtje on top of the world, je tieten vooruit steken als de vuilnismannen voorbij lopen voor een quick boost of gewoon een goede kapper zoeken. Maar ja, over het algemeen zal je toch gewoon een basis-portie moeten hebben om niet ten prooi te vallen aan een minderwaardigheidscomplex waar een beetje therapeut, of erger nog, goed aan kan verdienen. Sommige mensen hebben er te weinig van, dat zijn de mensen die in gezelschap proberen op te gaan in het behang, altijd onverstaanbaar praten, excuses rondstrooien alsof ze nooit geboren mochten worden en zichzelf sowieso altijd te slecht voor alles vinden. Dat is irritant. En dat merken ze dan weer, en daar worden ze dan nog onzekerder van en zo is het een neerwaartse spiraal van negativiteit en grijze muizerigheid. Zo zonde van het leven. De mensen die er teveel van hebben daarentegen zijn vaak ook niet de meest leuke personen om mee te verkeren. Een beetje nederigheid op zijn tijd houdt alles beter in balans en zorgt voor perspectief. Zo denk ik dat het goed zou zijn als elke man minstens één keer in zijn volwassen leven een maand lang een heel klein piemeltje zou moeten hebben. Ik heb geen wetenschappelijk bewijs maar uit ervaring weet ik dat het wonderen doet voor de charmante eigenschappen van de man in kwestie. Het moet toch ergens mee gecompenseerd worden nietwaar. Ik wil hier bij aanmerken dat het niet perse twee kanten op werkt, dus mocht je een charmante, lieve man treffen, dan kan het ook gewoon zo zijn dat hij dat is én fysiek ook niks tekort komt, zullen we maar zeggen... Enfin, er zijn natuurlijk ook mensen met teveel zelfvertrouwen die erin zijn geslaagd dat aan te wenden om heel succesvol te zijn en dan bijvoorbeeld Steve Jobs of Columbus zijn geworden. Die worden dan alleen nog afgerekend op hun briljantheid en verder zeurt niemand over arrogantie, narcisme, autisme een slechte kledingsmaak of volkerenmoord.

Ik ben uitgerust met een redelijke basisportie zelfvertrouwen. Dat zal voor een deel in mijn genen zitten en de rest heb ik van mijn vader en moeder meegekregen die mij mijn hele jeugd hebben verteld dat ik mooi, slim, grappig en belangrijk genoeg ben. En dat onderhouden ze nog steeds goed. In mijn volwassen leven zijn er natuurlijk ook een aantal mensen langsgekomen die dat hebben proberen te ondermijnen en situaties geweest die datzelfde deden. Maar ik ben tot nog toe steeds in staat geweest om mezelf het voordeel van de twijfel te geven. Ik kan een complimentje aanvaarden en ook uitdelen. Tuurlijk, er zijn dagen in mijn cyclus waarop ik in de spiegel kijk en het achternichtje van Quasimodo zie, op deze dagen kan ik ook naar mijn werk/huishouden/kinderen/inrichting/garderobe kijken en spontaan in tranen uitbarsten over mijn prestaties/opvoed techniek/smaak. Ik vergelijk mezelf voortdurend met anderen en dat valt heel vaak niet in mijn voordeel uit, maar, eerlijk is eerlijk, soms ook wel en daar teer ik dan weer op. Niks om perse trots op te zijn maar ook niks om je voor te schamen. 

Maar wat echt een uitdaging is voor je zelfvertrouwen: verliefdheid. En dan met name de soort die zich aandient als je inmiddels een beetje wijzer bent dan een puber met geen eelt op de ziel. Pfoe. Die verliefdheid is echt een geduchte tegenstander van je eigenwaarde. Komt vermomd als een leuke levensfase maar ondertussen bezorgt ie je hoofdbrekens als je 's morgens uit bed wil stappen en je er net even anders uitziet dan gister tijdens dat leuke avondje uit. Lacht je vierkant uit als je je nieuwe lief meeneemt in de krochten van je leven. Je ochtendrituelen, de eerste keer dat je buikgriep hebt, die pukkel op je bil, je rare tante, je haar na een regenbui, de neurotische manier waarop je je handdoeken opgevouwen wil hebben. Hij komt niet meer bij, je zelfvertrouwen hangt nog net niet KO in de hoek van de boksring. En dan papt ie ook nog aan met je intuïtie. Die verandert in een onbetrouwbare bron die je influistert dat je maar niet teveel moet verwachten en je vraagt hoe je dat straks allemaal weer gaat handelen die teleurstelling en zo. Nee verliefd zijn kan een behoorlijke uitputtingsslag zijn. Het enige wat je op de been houdt is dat je weet dat die ander door hetzelfde heen gaat en zichzelf blijkbaar over jouw ochtendlooks heen kan zetten en je dan nog steeds om te zoenen vindt. En gedeelde smart is halve smart hè. Dat hoop je dan maar. En dan ben je ook nog blij. Een vreemde ziekte. Dat is het.

dinsdag 1 september 2015

Wij van wc-eend

Ik denk dat iedereen zich weleens schuldig heeft gemaakt aan deze opmerking: "Als ik je één advies mag geven..." En hoewel het 'als ik mag'-gedeelte in die zin doet vermoeden dat je daar nog ja of nee op kunt antwoorden werkt dat in de praktijk natuurlijk nooit zo. Doorgaans komt het advies er meteen achteraan of je dat nu wilt of niet. En vaak wordt de belofte dat het maar één advies betreft ook meteen gebroken en volgt er nog een advies in dezelfde adem. Dat advies (of die adviezen als je echt pech hebt) is dan ook nog eens geen echt advies maar een ergernis die zich vermomd heeft als advies. Omdat degene die het je toevoegt je te aardig vindt om de ergernis over het feit dat jij precies het tegenovergestelde aan het doen bent van wat hij (of meestal zij) vindt dat je zou moeten doen en je het ook nog waagt je te beklagen over het feit dat het niet lukt (nee natuurlijk niet!), niet durft uit te spreken. Want zo zijn wij nou eenmaal. Wij vinden dat wat wij vinden het beste is om te doen en te vinden, ikzelf niet uitgezonderd, en ik kan me kapot ergeren of op zijn minst verbazen over dat wat de mensen om me heen doen en laten. Dat alles doe ik in de wetenschap dat ik zelf ook prima en uitstekend in staat ben om met volle overtuiging in meer of mindere mate een puinhoop van mijn eigen leven te maken.

Want advies, hoe goed bedoeld ook, heeft op mij een vreemd averechts effect. Misschien is het recalcitrant, misschien is het rebellie en een probleem met gezag of mijn hang naar vreemde wegen en avontuur, ik weet het niet. Ik weet alleen dat het zo gaat in mijn duistere onderbewustzijn. Dat ik me daarvan inmiddels bewust ben helpt me op zich wel weer hoor. Adviezen van bijvoorbeeld medische mensen, daar kan ik heel ver in mee gaan. Vroeger ging een kuurtje nog wel eens onafgemaakt de prullenbak in, tegenwoordig maak ik ze trouw af na een donderpreek van een bevriende laborant over resistente bacteriën en het einde van de wereld als we slordig om zouden springen met antibiotica. En zo zijn er nog wel meer adviezen die ik niet zomaar in de wind zal slaan maar welbeschouwd zou je die adviezen misschien beter goede tips kunnen noemen. Ik laat me graag en gretig adviseren over nieuwe muziek, een goed boek, een film die ik moet zien of een restaurant waar ik moet eten. En ik zal echt geen advies van mijn mannetje-voor-de-auto in de wind slaan. Maar als het ergens in de verte begint te lijken op iets wat ik anders zou moeten doen en dat dat beter is dan haak ik al af. En het is geen wantrouwen of achterdocht, het is gewoon simpelweg een onbedwingbare nieuwsgierigheid naar wat er dan zal gebeuren als ik de andere optie kies. Iets in mezelf wat ik maar moeilijk een halt toe kan roepen. Toen ik letterlijk op mijn achttiende verjaardag het huis uitging en eindelijk zelf mocht kiezen welke kleur mijn muren mochten, moest en zou het knalrood worden. Nergens te krijgen.Vandaag de dag kan elke zaterdaghulp bij de Gamma een emmertje in elke gewenste kleur voor je mengen, mijn vader moest stad en land af met mij in zijn kielzog op zoek naar rood voor op de muur. De meneer met stofjas in de speciaalzaak waar we uiteindelijk belandden, die zich nota bene nog wel de verfmenger noemde, raadde het sterk af. Want, zo sprak hij, "Donkere kleuren absorberen het licht en dus zul je een hele donkere woonkamer hebben, dat doet dus niemand". Ik vraag me af of hij nog wel eens aan die wanhopige vader met die rare dochter teruggedacht heeft toen kleur op de muur in de mode kwam. Uiteindelijk werden de muren geel. Sneltreingeel. Het was geen porum maar het was tenminste geen oersaai wit. Door de jaren heen heb ik nog menig kamer rood geverfd, dat was toch een groef in mijn kop geworden door die verfmenger met zijn lichtabsorberende-dat-doet-niemand-flauwekul. En ik vind het nog steeds zonde om een muur wit te schilderen. Geen 20 Jan des Bouvriesen die me van het tegendeel zouden kunnen overtuigen.

Goede raad krijg je niet zomaar, de meeste adviezen verhouden zich toch sterk tot 'Wij van wc-eend adviseren wc-eend'. Want wat je ook zegt, jouw advies, jouw kijk op de zaken of de situatie is altijd gekleurd door jouw ervaringen, kennis van zaken en persoonlijke voorkeuren. Men zegt wel eens dat kinderen hun eigen fouten moeten maken, dat je ze niet kunt behoeden voor het leed dat een verkeerde keuze zal aanrichten, en dat klopt, maar ik denk dat het voor de meeste volwassenen niet anders is. Pas als je op je bek gaat zal je misschien terug denken aan die ene keer dat je broer, moeder, buurvrouw, vriend, oma, collega, willekeurige voorbijganger (die zijn het ergst) je afraadde om het zus of zo te doen. En dat is misschien maar goed ook. Het leven zou toch een huis met alleen maar witte muren zijn als je alleen op basis van een theorie van iemand anders afziet van grootse plannen.

Er is één advies dat ik maar één keer genegeerd heb en daarna nooit meer. Ik geef het je nu, en als je het niet ter harte neemt dan moet je het zelf maar weten. Maar je zal aan me terugdenken, dat weet ik zeker, op precies het moment dat je het in de wind slaat of vergeet. Dus, als ik je één advies mag geven: nooit oogcontact maken als je een banaan eet.

woensdag 22 juli 2015

What's another year

Ik ben vandaag jarig. Of, om precies te zijn, gisteren. Zesendertig keer ben ik nu om de zon gedraaid, de maan 432 keer om mij. Jarig zijn vind ik sinds ik me kan herinneren leuk. Toen ik klein was begon de voorpret al zodra de ju in de maand zat, nu ben ik daar iets rustiger in en word ernaartoe gewerkt door mijn beste vriendin die na dik 20 jaar vriendschap nog steeds elk jaar rond deze tijd vraagt wanneer het nou ook alweer precies zover is. Ik vat het niet persoonlijk op, na een vergeten verjaardag lang geleden (de mijne) is dat haar dwangneurose geworden. En ik moet bekennen; als ik mijn geboortedatum ergens zie staan, in welke context dan ook, heb ik die kriebel. Heel kinderachtig maar het gaat waarschijnlijk nooit meer over, anders was het nu wel klaar geweest. Ik vind de datum ook leuk. Hartje zomerder gaat het niet worden, alles groeit en bloeit en heeft vakantie, de zon blijft laat op, je kan op de fiets taart gaan kopen, de wereld is blij. Ik ben mijn ouders dankbaar dat ik mijn verjaardag niet hoef te delen met Sinterklaas of de kerstman of met vallende blaadjes, sneeuw en chagrijnige mensen. Op mijn verjaardag is het ook altijd Tour de France en Vierdaagse, niet dat dat ook maar iets te maken heeft met mijn verjaren maar ik voel me toch een beetje verbonden met al die mensen. Alsof alle deelnemers denken; mooie etappe vandaag hoor op haar verjaardag! Ik weet dat ik mijn verjaardag deel met wijlen Robin Williams en Ernest Hemingway. Toch twee creatieve mensen -hetzij dolende zielen- en dat is toch anders dan tegelijk jarig zijn met pakweg Jan Peter Balkenende (7/5).

Twee keer vond ik mijn verjaardag niet leuk. Eén keer omdat ik idioothoogzwanger was en bijna uit elkaar knalde, de tweede keer omdat ik alleen was en dacht dat dat niet zo erg zou zijn omdat het in feite 'toch een dag als alle andere was' en 'wat betekende zo'n verjaardag nou helemaal' enz. Ondanks deze bemoedigende gedachten kon ik toch niet voorkomen dat ik doodongelukkig en eenzaam naar bed ging met het voornemen mijn verjaardag maar niet meer stilletjes voorbij te laten gaan. Dus. Vandaag droeg ik een jurk die ik anders misschien te dit dat zus en zo voor naar het werk zou vinden, en gloednieuwe hakken van 12 cm en toen ik dat zat was liep ik op blote voeten door het kantoor. Vandaag ging ik pizza's eten met mijn jongens en in de zon een boek lezen terwijl zij zich uitleefden in de speeltuin van het restaurant. Vandaag kocht ik 20 tompoezen voor mijn collega's en nam ik iets langer pauze dan anders en zoende ik met allemaal. Vandaag testte ik mijn blender op ijsblokjes-bestendigheid om cocktails te maken van wodka, cointreau, limoen, suiker, cranberry's en ijsblokjes dus om te proosten met de vriendinnen die op bezoek kwamen en mezelf. Vandaag kreeg ik van mijn zoons een als cadeau verpakt stoppen-met-roken-plan wat zo slim en doordacht is dat ik het zeker in overweging ga nemen en werd ik vanmorgen vroeg via Facetime toegezongen door mijn vader, moeder en broer die 1100 km hiervandaan zijn. Vandaag belde mijn vriendin die op vakantie was speciaal naar mij om te feliciteren. Vandaag riep mijn oudste zoon toen hij al in bed lag me om me nog een keer te feliciteren voor hij in slaap viel. Vandaag vierde ik mijn leven nog een beetje meer dan op andere dagen die leuk zijn en dat was heel fijn. Vandaag was een 10. Zonder twijfel.

Het jaar wat ik gehad heb was goed. Het was niet alles wat ik had gewild, het was een 10 maar ook een 2. En dat geeft niet. Want zonder dalen geen pieken. Ik had lief, ik was geliefd, ik was bezorgd, ik was opgetogen, ik was eenzaam, ik was overweldigd door de mensen om me heen, ik was positief, ik zag het niet meer zitten, ik was productief en laks, ik was gemotiveerd en geïnspireerd, ik was enthousiast en vond de dingen stom. Ik was alles wat ik wilde zijn en kennelijk moest zijn. Het was een mooi jaar, ik zou het nooit meer over willen doen maar ook nooit meer willen vergeten. Het was het 36e hoofdstuk van hopelijk een hele dikke pil die spannend blijft tot het einde en nu begin ik aan het 37e en ik heb er zin in.

zaterdag 20 juni 2015

Pina Colada

Er zijn liedjes die ik nooit zelf zal opzetten of opzoeken, laat staan toevoegen aan mijn vaste collectie. Maar als ik ze ineens op de radio hoor, of op de speaker van de supermarkt, het tankstation of de sauna for that matter vind ik het een waar kadootje. Omdat ze zo leuk zijn, of lief en vooral omdat je ze niet vaak zomaar meer hoort. The Outfield bijvoorbeeld met Your Love (You know I like my girls a little bit older), of Lonely Boy van Andrew Gold. Number Two van Joe Jackson (Would you be my number two cause number one and me are through) is er ook eentje, mijn ex heeft het eens in zijn geheel in mijn intercom gezongen om me te veroveren. Dat is gelukt.

Van al die liedjes is er eentje mijn lievelings: The Pina Colada song. Althans, zo kent iedereen het maar het nummer heet eigenlijk Escape. Je kent het, en zo niet, dan wel als je het hoort. Het verhaal is fantastisch. Man is uitgekeken op zijn vrouw en ziet bij toeval een contactadvertentie in de krant. In de advertentie kijkt een vrouw uit naar een man die houdt van Pina Colada, een beetje verstand heeft, niet van yoga houdt en zin heeft om sex te hebben in de duinen. Degene die dit aanspreekt wordt uitgenodigd om samen met haar te ontsnappen. Hij voelt zich aangesproken en stuurt een brief terug waarin hij op alle punten van de functieomschrijving bevestigend antwoord. Ze spreken af in een kroeg op een zekere dag en een tijd. Zo ging dat nog in die tijd, je had geen flauw benul van wie of wat je ging aantreffen op je date, in tegenstelling tot wat wij inmiddels al allemaal vooraf kunnen achterhalen over onze 'blind' date. Enfin, hij stapt binnen in de kroeg op de afgesproken tijd en ziet zijn date meteen zitten, en herkent haar uit duizenden; het is namelijk zijn eigen "lovely lady", de vrouw waar hij op uitgekeken was dus. En dit is zo mooi aan verhalen, in plaats van hem een mep te verkopen en publiekelijk een scène te schoppen lacht zij, lacht hij, en ze praten. En ze zijn weer verliefd op elkaar.

Laatst hoorde ik het liedje weer en het inspireerde me tot mijn eigen contactadvertentie. Gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verwachtingen van de toekomst. Als volgt.

Jij bent een sterke man met een brede algemene ontwikkeling en de vaardigheden om op beschaafde en correcte wijze te communiceren in woord en geschrift. Je hebt tafelmanieren en vraagt niet om bier als er een wijnarrangement bij het 5-gangen diner zit (wat je trouwens ook op-eet zonder gemor). Je bent niet bang voor het leven. Daarmee bedoel ik niet dat je in je vrije tijd steeds van bruggen en kliffen afspringt met een elastiek aan je benen of alleen maar off piste wilt wintersporten. Wintersport is sowieso niet zo mijn ding dus prima als jij winter en sport leuk vindt en daar een smak geld voor wil betalen elk jaar, ik ga niet mee en daar wil ik geen gezeik over. Maar je houdt van het leven en staat ook stevig in je schoenen als het even tegenzit voor jou en vooral ook voor mij. Je kunt keuzes maken en beslissingen nemen. Niet alleen over een nieuw bankstel maar ook over welke kant je leven op gaat. Daarbij durf je af en toe een risico te nemen. Je hebt genoeg zelfvertrouwen om mij vrij te laten als ik daar behoefte aan heb. Niet om af te spreken met een of andere scharrel, maar wel om een weekje weg te gaan met vriendinnen naar Ibiza en dat je weet dat ik daar: Ja, zal flirten met andere mannen. Want je weet dat ik niets liever zal doen dan thuiskomen om jouw gezicht in de aankomsthal te zien, wetende dat ik straks in jouw veilige armen lig en weet dat ik thuis ben. Daar in die aankomsthal zal je trouwens op eigen initiatief zijn en niet nadat ik er vier keer om gevraagd heb en je er uiteindelijk niet meer onderuit kon en me vervolgens blijft lastigvallen met praktisch geneuzel over waar je dan de auto moet parkeren en waar je moet gaan staan wachten. Dat hele praktische, daar moet je me sowieso niet te vaak mee lastig vallen. Als ik vrijdagavond thuiskom en voorstel om naar Parijs te rijden om daar het weekend te zijn, niet gaan zitten miepen over dure drankjes en waar we dan gaan slapen of de champions league finale. Gewoon, hup tandenborstel en schone onderbroek in een tasje en meegaan. Je kunt relativeren en vindt mij ook nog leuk als ik op maandagochtend uit de douche stap met nat haar en een wit lijf. Je hoeft me heus niet op mijn mooist te vinden dan maar je laat dat in elk geval niet zichtbaar merken. Je kunt overweg met mijn zo nu en dan chaotische en ongeorganiseerde instelling. Dat betekent dat je wel eens een betalingsherinnering voorbij ziet komen, dat ik maar zelden een slipje draag dat past bij mijn bh en dat ik om de zoveel tijd buiten sta zonder sleutel. Ik ben bijna 36 jaar, dat gaat niet meer veranderen en ik weet zelf ook wel dat ik moet checken of ik mijn sleutel mee heb maar soms vergeet ik dat dus en dan hoef ik geen preek. Voorts zou het leuk zijn als je kunt koken maar dat is geen vereiste. Kleine dingetjes: ik knap erg af op lelijke schoenen, lange nagels en een slecht bij mij passende muzieksmaak. Ik weet het, niet handig maar het is nu eenmaal zo. En last maar zeker not least, je accepteert mijn vrienden. Jij hoeft geen vrienden te worden met ze maar ik wil geen gesodemieter over met wie ik wel of niet omga. Zij zijn stuk voor stuk al lang in mijn leven om een reden. Wat er dan ook in jouw ogen mis is met ze; dat alles heeft onze vriendschap kennelijk nog nooit in de weg gestaan en zal het dan ook nooit. Zij zullen altijd blijven en zo niet, dan is dat ook mijn eigen keuze. En oja, ik rook en dat blijf ik doen tot ik dat zelf om welke reden dan ook niet meer wil doen, bespaar me je belerende praatjes over gezondheid en geld.

Wat kun je verwachten van mij? Als ik eenmaal mijn hart aan je verlies zal ik door roeien en ruiten gaan om je te behouden en onze relatie te koesteren. En ik ga ver. Ik zal mijn grenzen verleggen om jou in mijn leven te passen en ik zal je pas verlaten als ik echt niet meer weet waar ik het vandaan moet halen om het op te kunnen brengen bij je te zijn. Je zult mijn gelijke zijn en de nummer 1 in mijn leven zijn, gedeeld met mijn kinderen. Ik zal jouw veilige haven zijn for better or for worse. Als je ziek bent of zielig zal ik je verzorgen met liefde en toewijding en ik zal je aanmoedigen in alles wat jij, binnen de grenzen van de wet, denkt te moeten doen met je leven. Ik zal je in je waarde laten want ik weet: mensen veranderen niet meer aan mijn kant van de dertig. Ik zal niet zeuren over het huishouden of geld (echt waar). Als we uitgaan, waar dan ook naartoe, dus als we quality time hebben samen zal ik er altijd proberen op mijn aller best uit te zien. Daartoe heb ik leuke jurkjes, een kast vol mooie schoentjes, een krultang en goede mascara. Maar ik vind het net zo gezellig om samen een pizza uit de doos te delen op de bank en samen een film te kijken. Dat hoeft ook niet perse een jankfilm te zijn, ik kijk ook graag naar thrillers, actie en avontuur en laat me graag verrassen door jouw keuze. Ik ben gezegend met een goed metabolisme waardoor ik de 10 kilo extra die ik eigenlijk verdien niet meezeul, mijn lijf is nog best om aan te zien. Ondanks dat ik niet zo sportief ben. Hier en daar wat gebruikssporen maar met leuke verlichting is het heel goed te doen. Ik hou van avontuur en onverwachte dingen en beschik over een groot aanpassingsvermogen en een gezonde dosis opportunisme. Ik laat je zonder zeuren op stap gaan met je vrienden of op vakantie. Ik ben wars van jaloezie maar zal wel verongelijkt zijn als je dingen deelt met iemand anders dan met mij, omdat ik heel graag zou willen weten wat je bezighoudt, ook als dat niet gunstig is voor mij kan ik het handelen. Ik zal je onomwonden zeggen waar het op staat, misschien niet altijd meteen maar uiteindelijk zal ik je vertellen hoe ik me voel of denk over wat dan ook, ik ben bepaald geen binnenvetter. Ik luister het liefste naar Rock/Pop/Indie/Soul en hou van het bezoeken van concerten en festivals, het liefst met jou samen en dan ga ik daar helemaal in op. O ja, en ik wil niet nu en ook niet later ergens op het platteland wonen, ook niet in Frankrijk. Ik hou van de stad en rumoer en van reizen en verandering, en van schimmelkaas. En ik geef toe, als ik tegen mijn maandelijkse periode aan zit ben ik niet zo leuk, maar dus verminderd toerekeningsvatbaar. Ik zal dit ruimschoots goed met je maken als ik weer uit mijn donkere wolk ben. En hier last but not least; ik heb twee leuke kinderen waar ik dol op ben en dat is genoeg. Ik heb dus geen rammelende eierstokken meer. Maar het kan nog wel dus als jij nog wel een ongelofelijke aandrang hebt om je voort te planten (alleen als je dat helemaal nog niet gedaan hebt!) wil ik het in overweging nemen maar ik ben niet leuk zwanger, neem dat mee.

Escape - Rupert Holmes

dinsdag 2 juni 2015

De laatste (k)eer

Ik ben redelijk nuchter over de dood. Of onder de dood. Want uiteindelijk trek je natuurlijk toch aan het kortste eind. Voor alle duidelijkheid, ik heb het hier over mijn eigen einde. Geen zorg, ik heb geen slaappillen opgespaard en ook hoop ik dat hij me nog lang niet komt halen want ik heb nog een hele hoop te doen en daar kijk ik naar uit. Maar ik ben niet bang voor hem. Ik geloof ook niet dat er daarna nog iets is, geen hogere macht, zelfs niet 'iets'. Best saai. Maar geloven in een hiernamaals of een ziel die keer op keer opnieuw leeft is denk ik vooral iets wat wij bedacht hebben om de dood wat minder definitief en dus eng te maken. Selffulfilling prophecy's. En dat alles met elkaar verbonden is. Daar geloof ik in. Maar ik denk ook dat die zaken op natuurkundige/psychologische wijze te verklaren zijn. Dus daar blijft dan ook geen spirituele spaan van heel. Maar als de dood mijn geliefden komt halen....dan hebben we een appeltje te schillen. Dan wacht ik hem op met een honkbalknuppel en dan sla ik die kutzeis en die flauwe cape he-le-maal verrot. En zeker als hij te vroeg is.

Kleine en grote gedachten die vanmiddag door mijn hoofd spookten toen ik op een uitvaartplechtigheid was. Ik dacht ook: wat is het toch jammer dat mooie liedjes die je hoort op begrafenissen of crematies een tijdje of altijd gelinkt zijn aan de dood/de dode vanaf dat moment. En ook: hoe ouder je wordt, hoe meer liedjes dus doodgaan. Ik hou van veel liedjes. Om vrolijke redenen, ook om minder vrolijke, maar toch, de dood legt altijd beslag, en dat vind ik niet eerlijk. Gelukkig dus soms maar tijdelijk. Op de voorste rij zitten de mensen die al aan het bedenken zijn waar ze hun honkbalknuppel hebben gelaten. Vandaag zat ik daar gelukkig niet. Iemand zei me eens; "Uiteindelijk zitten we allemaal op de eerste rij". En dat klopt, je schuift steeds een rijtje naar voren, maakt plaats voor jongere generaties die nog achterin horen. Tot je uiteindelijk zelf in die kist ligt. Dat is de juiste volgorde, maar die klopt ook niet altijd natuurlijk. Ik keek vandaag naar de mensen om me heen. Allemaal met hun eigen intentie gekomen maar allemaal om de laatste eer te bewijzen aan de dode of om de achterblijvers te steunen. En allemaal dachten we: Goh, het is dus echt waar, de dood bestaat. Ik dacht dat ook. Want wie gelooft het nou eigenlijk, dat je echt dood kan gaan? Jij! Dood! Dat bestaat toch niet? Je zou geen leven meer hebben als je het zou geloven.

Zo'n uitvaart (Waar is de boot trouwens? Vreemd eufemistisch woord.) maakt ook zacht en vergevingsgezind. Je ziet een tante die je al jaren niet meer sprak en als ze verteld dat ze ook al 80 jaar is nu zeg je spontaan: "Nee toch?! Pas geworden toch zeker!?" En ze lacht en schudt het hoofd maar ze is blij dat je met die opmerking de dood nog even ver wegjaagt van haar, ksssst! Geluiden zijn zacht en stemmig. Het lijkt alsof we allemaal een collectieve zucht van opluchting slaan. Wij waren nog niet aan de beurt. Wij knuffelen elkaar nog, praten nog, mogen nog.

De dood is raar. Dat vind ik wel hoor. We weten allemaal dat het er ooit van zal komen, zonder uitzondering. Soms denk ik wel eens dat hoe gezonder, rijker en slimmer we worden, hoe banger we ervan worden. We zijn ver af komen te staan van de dood, bestrijden hem met alles wat we voor handen hebben en zijn daardoor vergeten om te accepteren dat de dood nu eenmaal part of life is en dat Het Leven niet stopt bij één dode. De dood komt altijd, maar het leven nog veel meer. En dat is mooi. Vind ik dan hè. Want het leven dat was blijft ook bestaan, misschien komt er wat stof op maar het kan nooit meer uitgewist worden. Zoals Bram Vermeulen ooit zei; "Want ik ben pas dood als jij niet meer aan me denkt."

vrijdag 27 maart 2015

Voetbal

Ik geef er niet veel om, niks, eigenlijk. Ik groeide praktisch ín de Kuip op maar heb er nimmer een voetbalwedstrijd bijgewoond. Elders ook niet trouwens. Bij ons thuis was ook weinig interesse voor het spel en het enige wat ik me kan herinneren van '88 is dat we een oranje tompouce kregen. Pas toen ik mijn huidige ex-man leerde kennen begon voetbal een kleine rol van betekenis te spelen in mijn leven. Hij was al sinds jaar en dag een fanatieke amateur en had zelfs bij zijn vereniging het eerste elftal en de plaatselijke krant een paar keer gehaald. In onze tijd was hij niet meer zo actief maar hij speelde nog weleens mee met zijn oude maten. Die ene keer dat ik ging kijken scheurde hij na een paar minuten zijn achillespees, brachten we een volle dag door op de spoedeisende hulp en kon hij 3 maanden niets meer, ook geen boterhammen smeren want ziek is ziek. Dat was het einde van zijn voetbalcarrière maar de liefde bleef natuurlijk. Naast Feyenoord en het Nederlands elftal werd wel zo'n beetje alles globaal gevolgd. Alle eredivisie uitzendrechtenverhuizingen hebben wij meegemaakt. Studio Voetbal, VI, Studio Sport, niks werd bij ons thuis overgeslagen. De transfers werden tot de allerlaatste minuut (31 augustus 23.59 als ik het me goed herinner) nauwlettend in de gaten gehouden en o wee als ik afspraken plande die conflicteerden met speelschema's. Op dat laatste na heb ik me er nooit aan gestoord. Maar ik heb ook nooit een Bavaria jurk aangetrokken en me tijdelijk bekeerd tijdens EK's en WK's maar omdat het openbare leven nogal stilvalt in die 90 minuten zag ik me weleens gedwongen om ook plaats te nemen voor de buis.

Ik zette twee zoons op de wereld. Nog voor het geboortekaartje de deur uit was waren ze al lid van de Kameraadjes en natuurlijk gloorde bij hun vader de hoop om, hetzij indirect, weer het eerste elftal te halen. Zo gaat dat, bomen en appels. Inmiddels melden we ons op zaterdagochtend voor dag en dauw ergens in de regio, hij als leider van één van beide teams, ik (spring alleen bij als ze tegelijk moeten) als chauffeur/aanmoediger/tosti betaler. Ze hebben er allebei plezier in hoor, zelfs als het weer niet meezit mopperen ze niet.

Ons jongste kind zit in een team dat MP3 heet. MP staat voor Mini Pupillen. De 3 heeft iets te maken met de hoeveelheid MP teams en niet per sé met de voetbalkwaliteiten. Maar dat weet ik niet helemaal zeker. Een elftal kun je het niet noemen. De samenstelling van het team schommelt een beetje tussen de 4 en de 15. Tijdens de training is dat niet zo'n probleem maar als er een 'serieuze' wedstrijd op het programma staat is het helemaal afhankelijk van hoeveel spelers er namens de tegenstander paraat zijn. Het kan dus gebeuren dat of zijn team, of de tegenstander 10 wisselspelers heeft want in het veld moet het aantal spelers gelijk zijn. En dat die dan de hele tijd als een soort Masai op een rijtje op en neer staan te springen langs de kant en doorlopend vragen aan de trainer of ze weer mogen. Die lijkt daar geen echte strategie voor te hebben maar geeft gewoon zo nu en dan iemand de beurt. Of noodgedwongen omdat een speler in het veld ineens besluit dat het mooi is geweest en bij zijn moeder mee gaat kijken langs de kant of moet plassen. Verder is er niet echt een vaste keeper. Ze zijn het allemaal, of niet. Er is in elk geval meestal nooit iemand bij het doel(tje) als de bal daar is. Of ze zijn er allemaal tegelijk zonder dat daar een duidelijke noodzaak toe is. Er is in zijn team ook een volleerde breakdancer die heel goed op zijn hoofd kan staan. Dat doet hij dan ook de hele tijd, heel knap hoor, dat wel. En er zijn altijd wel een paar spelertjes die niet goed kunnen onthouden in welk doel ze moeten scoren. Als het afgelopen is dan mogen ze penalty's schieten en dan is al het eventueel verdriet, aan beide zijden, vergeten. Het spel zelf mag dan nog niet al te hoogdravend zijn, de emoties zijn er niet minder om. Als er gescoord wordt worden er rondjes gerend met shirts over hoofden, gehighfived en geslide richting het publiek. Als er een doelpunt voor de tegenpartij valt vallen alle schouders in een simultane beweging naar voren en sloffen ze mokkend richting eigen helft. De uitslag staat nog wel eens ter discussie maar is altijd een monsterzege of -verlies, 14-0, 18-6, 22-4, etc. En als het afgelopen is gaat het gezamenlijk richting kleedkamer met de hoofdjes in de nek en de bidons erboven, de tenues zonder uitzondering te groot.

Ik wacht in de kantine, de meeste die ik tot nu toe bezocht zijn voor 1950 gebouwd en daarna nooit meer verbouwd of gemoderniseerd. In sommige kantines geldt dat ook voor het personeel. Aan de wanden hangen foto's van clubhelden van weleer, elftal-foto's van jaren achtereen, vaantjes en geprinte A4-tjes waarop de plaatselijke drive-in show zichzelf in regenboogletters adverteert. Achter de bar hangt een een zwart ribbelbord waar je losse letters in kunt prikken, zoals in de kerk de geplande psalmen elke week worden getoond, zo staat in de voetbalkantine op zo'n bord hoe laat en waar de hoogste elftallen spelen en daaronder hoe laat de tap open gaat, officieel. Officieus worden de eerste biertjes al ruim voor die tijd getapt voor de veteranen die uit gewoonte nog elke zaterdag op de voetbal rondhangen. Eikenhouten stoelen schuiven over de plavuizen en mijn zoon komt zijn tosti opeisen. Als we weer thuis zijn zal hij zeggen: "Ik was echt goed hè mam?" En ik zal het altijd bevestigen en hoop stiekem dat het niet zo gek lang meer duurt voor hij zijn eigen veters strikt en het huis uitsluipt als ik nog slaap...

dinsdag 6 januari 2015

Smoelensmid

Stel je voor, je bent een jaar of 10, jij en je vriendjes willen piloot worden, of 'leger', politie of gewoon brandweerman. Misschien was je iets avontuurlijker en droomde je ervan om leeuwentemmer of duikinstructeur te worden. Of een meisje en werd je juf, of dolfijnentrainer. Natuurlijk is iedereen wat anders geworden. Wie piloot is geworden wilde vast vroeger banketbakker worden en de juffen van vandaag waren vroeger in hun fantasie zeker volleerde amazones, of kapster. Hoe dan ook, er was vast niemand die dacht op zijn of haar tiende, later als ik groot ben word ik second senior assistant financial controller en ga ik elke middag een cupasoupje drinken op een saai kantoor op een saai industrieterrein langs de A16. Denk je ook hmhm nu?

Maar wat? Is er in hemelsnaam gebeurd in het hoofd, toen dat nog een hoofdje was, van je tandarts? Was er een moment dat hij of zij dacht, weet je wat mij leuk lijkt? Om iemand in een compleet hulpeloze positie een boormachine in zijn mond te duwen. Ging hij voor het geld of voor een geile assistente? Voor alle duidelijkheid, ik ga trouw twee x per jaar. Om dat niet te vergeten stuurt mijn tandarts mij tweemaal jaars een aardig kaartje waarop staat dat het weer tijd is om me aan hem te onderwerpen. En de gruwel van een gehavende lach dwingt me om dat dan te doen. En dan is er altijd  wel weer wat. Ik had een tijdje een tandarts, daar mocht ik altijd zo weer weg, geen centje pijn. Hartstikke fijn, tot ik een nieuwe tandarts moest omdat de geen centje pijn tandarts met pensioen ging, en deze constateerde dat mijn oude tandarts waarschijnlijk al tijdens zijn werk was gaan pensioneren. Kortom, nieuwe tandarts zag wel brood in mijn gebit. Oude vullingen die vervangen moesten worden, een wortelkanaaltje, eeuwig terugkerend tandsteen, gaatjes die nog geboren moesten worden en-zo-voorts. Inmiddels is alles weer op orde maar ik heb aardig wat uurtjes doorgebracht in de Stoel. En altijd als ik daar lig krijg ik acute jeuk aan alles wat zich buiten het bereik van mijn handen bevindt en kijk ik ongewild naar de neusharen van de tandarts.

Ik heb een paar tandartsen versleten in mijn leven maar globaal gaat het overal hetzelfde. Je gaat zitten, de stoel gaat in de no way out stand en om te voorkomen dat je alsnog opspringt en maakt dat je wegkomt wordt de hele marteluitrusting in stelling gebracht ter hoogte van je kin en daar komt de haak. Dan die eindeloze zoektocht langs al je tanden en kiezen, dan blijft hij even hangen, wrikt nog eens naar links, rechts, tussenin....en je weet; foute boel. Maar in plaats van tegen jou te zeggen wat er loos is begint hij in onbegrijpelijk jargon dingen tegen de assistente op te sommen die op dat teken in beweging komt en laatjes open en dichtdoet, dingen klaarlegt op een dienblaadje akelig dicht bij je hoofd. Ze vult het spoelbekertje alvast en vraagt voor de zekerheid of je een verdoving wil. Ik neem hem altijd. Zo lang ik nog met mijn ogen kan knipperen vind ik het best, verder mogen ze mijn hele gezicht lamleggen. Dan maar de hele dag een hangend lipje. En maar kletsen. "Ga je nog op vakantie?" "Hm, hier is het zeker een beetje gevoelig?"(JA!) "Ben je nog bij de mondhygieniste geweest onlangs?" Dat vinden ze lollig hoor, ik wed dat ze het expres doen. Vragen stellen terwijl je met je bakkes open op die stoel ligt te knijpen met je ogen tegen het felle licht met een afzuiginstallatie in je mond die probeert al het vocht uit je lijf te zuigen. Je kunt geen woord terugzeggen maar je probeert nog een halfslachtige vorm van communicatie tot stand te brengen met je ogen of door te knikken of schudden met je hoofd. Ik voel me persoonlijk altijd een behoorlijke debiel als ik dat aan het doen ben. Mijn huidige tandarts put er echt genoegen uit, die zegt gerust nog: "jij denkt natuurlijk dat je niks terug kunt zeggen.....en dat klopt." Verder is ie wel ok hoor...

Mijn kinderen vinden het vooralsnog prima bij de tandarts. Ze krijgen altijd complimenten, af en toe op de kiek om te kijken hoe het met de wissels gaat, fluor met een smaakje en na afloop nog een nieuwe stuiterbal of Cars tandenborstel. Een poosje was er een vrouwelijke tandarts in onze praktijk. (Een lieve Belgische mevrouw die alles wat ze zei verkleinde - dan ga ik hier even een vullinkske in plaatsen en daarna polijsten we dat kiesje even mooi -, dat maakte het iets minder erg.) Boven haar stoel aan het plafond had zij een plaat bevestigd met erop een stuk op 100 hondjes afgebeeld, verstopt tussen die honden was een kat en de uitdaging aan mijn kinderen om tijdens de controle de kat te spotten. Het lukte mijn jongste zoon op een dag, hij schoot omhoog, het haakje klapte tegen de veiligheidsbril van de tandarts, en riep euforisch: "Tandarts! Ik zie je poesje!"