woensdag 26 februari 2014

We didn't start the fire

Onlangs mengde ik me tegen beter weten in in een discussie die kort door de bocht de strekking 'vroeger was alles beter' had. Eigenlijk was het nog geen discussie, meer een kabbelend gesprekje tussen twee heren in de leeftijdscategorie met o.a. als functieomschrijving vinden dat vroeger dus alles beter was, echt, heus, geen twijfel mogelijk. Zij hebben het volste recht en misschien zelfs wel de plicht om met argusogen te kijken naar de veranderende maatschappij en de ontwikkeling van de normen en waarden van de jeugd van tegenwoordig. Ik kwam eigenlijk het feestje verstoren met de bijdrage dat ik de kruidenier op de hoek niet miste, mijn boeken meestal bestel bij Bol.com en dat ik nog geen secondetje wakker heb gelegen van de teloorgang van die boekenketen met die achterlijke naam die je eerder zou associëren met het nieuwe ijsberenverblijf van Artis. En dat kwam me te staan op vermaningen als dat ik (en mijn generatiegenoten) niet meer weet hoe echt brood hoort te smaken, dat ik een boek moet bevoelen eer te kopen en dat het hartstikke zielig is voor de mensen van de koffieshop in de boekwinkel die nu ook noodgedwongen out of business is.

God mag weten waarom ik me bemoeide met deze mijmeringen en overpeinzingen met een vleugje 'dat waren nog eens tijden' en 'waar moet het naartoe met de wereld'. Wellicht voelde ik me toch enigszins persoonlijk aangesproken want inderdaad, ik kom nooit meer bij de slager en de groenteboer, en bij de bakker ook niet. En als ik bij de bakker kom, één keer per jaar om gebak te kopen voor mijn verjaardag, dan staat daar nooit een meneer met een bebloemd gezicht in een blauw geruite broek met een schort voor die eruit ziet alsof hij midden in de nacht is opgestaan om die bananensoezen eigenhandig voor mij te vervaardigen. Daar tref ik meestal een lege vitrine en wat pinnige dames die me mededelen dat het gebak net of nog niet uit de vriezer is. Dat Albert Heijn een hoop onzin verkoopt weet ik ook wel. Maar het brood smaakt me er zeker niet minder om en ik heb er geen bezwaar tegen dat het door toevoeging van wat kunstmatigheden (?) wat langer houdbaar is. Ik probeer bewust om te gaan met de inkoop van groenten en vlees en dat zoveel mogelijk biologisch en met het ritme van de seizoenen te doen. ik ben gek op de markt en kan me daar zomaar laten verleiden tot een impuls-aankoop bij de groentekraam (ach welja, doe die kilo mandarijntjes er ook maar bij en die bloemkool wil ik ook) en zonder een half pondje vers gebrande cashewnoten te kopen langs de nootjeskraam lopen....daarvoor moet je wel heel sterk in je schoenen staan. Bloemen, kaas, een visje, mij kan je met een paar daalders de markt op sturen en ik kom bepakt en bezakt terug. Maar als ik een paar weken niet op de markt kom dan word ik daar niet onrustig van hoor, ongetwijfeld in tegenstelling tot de moeders en huisvrouwen in de jaren 50.

Maar ja....die moeders en huisvrouwen moesten wel. Die waren namelijk met wettelijke goedkeuring hun baan kwijtgeraakt toen ze in het bijna verplichte huwelijksbootje stapte. En die hadden maar rond te komen van het loon wat manlief elke maand in het laatje bracht, zij moesten schipperen en verantwoorden, op de kleintjes letten, letterlijk en figuurlijk. Mijn situatie is 180 graden anders, ik werk, ben bovendien ook nog een alleenstaande moeder (o gruwel) en het huishouden staat ergens ver weg op mijn prioriteitenlijstje. Maar was dat nou niet precies waarvoor die dolle dames in de jaren 60 zo hard gevochten hadden? Dat ik die vrijheid zou hebben? Gevolg is dat ik geen tijd heb om vijf verschillende adressen af te lopen voor mijn boodschappen en dat mijn kinderen denken dat ze nieuwe schoenen van de postbode krijgen. Voor alle duidelijkheid, als ik een verloren zaterdagmiddag heb struin ik graag de echte winkels af om een budgetje stuk te slaan aan schoenen, sjaaltjes, nieuwe boeken en prullaria voor in huis. Maar niets zo ontspannend als op de bank met een wijntje of kopje thee, een pak kaakjes binnen handbereik een heleboel pagina's jurkjes te bekijken en als je er eentje (of twee, of vijf) in je virtuele winkelmandje hebt gegooid direct aansluitend bijpassende schoenen uit te zoeken!

Toen onze eigen ouders kleine kinderen waren dronken ze water of misschien eens melk of een vers sapje als ze welgesteld opgroeiden. Ze aten wat de pot schaftte en de man des huizes vrat 2/3 van het vlees op, de restjes verdelend onder zijn acht kinderen. Tussendoortjes waren er niet, misschien zo af en toe een plakje worst van de slager of een weggerolde appel van de appelboom van de buurman. Natuurlijk werden ze niet dik want ze werden daarbovenop ook nog eens het huis uitgesmeten als er gepoetst moest worden of speelden uit pure verveling of gebrek aan privacy buiten, genoeg beweging dus. Mijn oma's hoefden niet eens na te denken over wat hun kroost binnen kreeg aan voedsel en frisse lucht. Mijn kinderen daarentegen moet ik beschermen tegen een stortvloed aan vette, ongezonde etenswaren, drankjes met het equivalent van zes klontjes aan suiker er in, drukke schema's en teveel binnenzitterij. En wat doen ze nu die oma's? Hun (achter)kleinkinderen volstoppen met fristi, snoep, ijs, friet. Gewoon, omdat het kan! Ze zijn zich totaal of niet genoeg bewust van wat ze allemaal in hun winkelwagen gooien. Als alle oma's morgen ineens weer pakweg 27 jaar zouden zijn....ik ben ervan overtuigd dat ze binnen de kortste keren in de schulden zouden zitten, obees zouden zijn en zich nogal promiscue zouden gedragen.

Wat ik maar wil zeggen is dat wij misschien wel de generatie zijn van de bewustwording. Of in elk geval van het begin daarvan. En dat gebeurt gewoon allemaal, dat is een natuurlijk proces, een soort moderne evolutie. Ik zag gisteren een college op internet van een socioloog die het werk van een collega uit de jaren 30 aanhaalde die zich op zijn beurt weer afvroeg of de 'individualisering en secularisatie van de samenleving' (geleerde taal voor allemaal lekker op ons eigen eilandje ons eigen straatje schoon zitten te vegen zonder op een ander te letten) niet de nekslag zouden zijn voor de normen en waarden en de naastenliefde. En wat blijkt? Het is wetenschappelijk aangetoond dat de wereld een stuk veiliger en gezelliger is dan 100 jaar geleden en dat die ontwikkeling al sinds mensenheugenis aan de gang is!

Klakkeloos aannemen dat een verandering een verbetering is is kortzichtig. Maar er van uitgaan dat het een verslechtering, alleen maar omdat er iets verdwijnt waar je aan gehecht was is precies hetzelfde. Ik heb ook geen flauw idee waar we naartoe gaan of waar het naartoe moet en misschien mijmer ik over 40 jaar dezelfde mijmeringen maar ik denk vooral dat we niet bang moeten zijn, want dát is die nekslag.

donderdag 20 februari 2014

Keukengeheimen

Ik kan niet koken. Beetje raar natuurlijk want ik ben nou ook niet bepaald een raw food typ. Ik moet er niet aan denken dat ik dag in dag uit op rauwe paprika's en stukken krakende prei moet kauwen. Het zodanig verhitten van rauw voedsel tot het zonder gevaar voor de gezondheid gegeten kan worden kan ik wel. Daarbij moet ik ook nog bekennen dat ik heel goed boerenkool kan maken, dat mijn eerste pannenkoek nooit (nooit dus) mislukt en dat ik met een ei heel aardig overweg kan. Nu ben ik zelf niet dol op boerenkool en mijn kinderen ook niet, en zij helaas ook niet op pannenkoeken trouwens. Wij eten veel ei. En tosti's, uit de pan, niet uit zo'n pletijzer dat alleen maar zwarte strepen op je brood brandt.

Nu is dat allemaal niet zo erg. Ik eet echt niet elke dag patat of pizza, integendeel, ik kan best een gezellige prak op tafel toveren in de categorie aardappelen/groenten/vlees en dat wissel ik af met macaroni of spaghetti. Pastasoorten met een meer exotische vorm komen er bij mijn spruitjes niet in. En als ik alleen moet eten zorgen meestal andere mensen (lees; lieve mensen die wel kunnen koken en weten dat ik een stakker ben in de keuken en dat ik meestal lekkere wijn of een goede toet meeneem), of de sushibar, dat ik niet met honger naar bed ga of een beker cupnoodles opentrek en er een halve liter heet water overheen schenk bij wijze van avondeten.

En hoewel ik echt wel graag wat lekkers eet vind ik het helemaal niet erg dat ik geen keukenprinses ben. Ik heb het allang geaccepteerd dat ik door mijn kookgebrek dus aangewezen ben op uit eten, aanschuiven of bezoek dat wel overweg kan met ingrediënten, pannen, kruiden, oventijden etc. Zo heb ik een aantal vriendinnen (en vrienden ook trouwens), die printen op een achternamiddag een receptje uit van smulweb of weet ik veel hoe al die kookwebsites heten, rennen door de appie, weten precies waar ze bijvoorbeeld sesamzaadjes moeten pakken en hoe een Romeinse sla eruit ziet. En ze hoeven maar een paar boodschappen, want alle kruiden en specerijtjes die ik niet standaard in huis heb, evenals pecannoten, maizena en diverse oliesoorten, staan bij hen gewoon standaard in de grote uitschuifkast. Niet weg te teren, maar omdat ze gewenst en nodig zijn. Als ik daarentegen in een dolle bui weleens ga kokkerellen dan moet ik altijd alles hebben van de lijst, behalve zout en peper. Als er voor mij gekookt wordt dan ben ik een gedienstig hulpje in de keuken, ik snij, hak, zet wekkertjes, ruim op/in/af en hou de glazen vol. Ik heb dus een prachtig symbiotisch kookverbond met mijn vrienden die twee rechter ovenwanten hebben.

Natuurlijk (en helaas) moet ik meestal wel zelf zorgen voor de dis. Een klus die ik aanvaard als alle andere huishoudelijke aangelegenheden, zonder plezier maar met plichtsbesef. En dat doe ik dan schaamteloos met behulp van pakjes, potjes en zakjes. Pastasaus? Prima van het eigen merk van de Jumbo. Gooi ik er een blik tomatenblokjes, een courgette en wat champignons doorheen en tada, van alles wat. Spinazie gaat alleen diepgevroren door mijn handen en voor alles geldt: als het voorgesneden, achter glas of bevroren beschikbaar is staat het op mijn menu. In mijn oven bak ik meestal alleen maar broodjes af op zondagmorgen. Als ik zelf mosselen wil maken bel ik mijn moeder omdat ik na 280 keer doen nog niet onthouden heb of ze nou wel moeten koken of juist niet. Moeders nodigt me dan ook gelukkig geregeld uit voor haar mosselavondjes. Waar ik dan alle tijd dat zij bezig is met het bereiden ervan op het aanrecht kan zitten met mijn neus bijna in de pan zonder te registreren wat er gebeurt met het eten voor het op mijn bord ligt.

Ik ben niet al te bang dat ik wat mis van de schijf van vijf en ziek ben ik praktisch nooit, dik ook niet en hongerig al zeker niet. Waar ik wel bang voor ben is dat die schijf van vijf langzaampjesaan in het verdomhoekje begint te raken... Ik denk dat tegen de tijd dat ik oma ben geworden van een paar kleinkindertjes, ik ze stiekem kan verwennen met een bruine boterham met pindakaas. "Oma, dachten jullie vroeger echt dat dit gezond was?" "Ja kind, papa at dit elke dag en hij dronk er zelfs nog melk bij, soms wel 2 liter in de week." "Melk? Dat is toch wat er uit koeien komt voor de kalfjes?! Dat is toch niet voor mensen!?" Zoiets stel ik me voor bij een gesprek met mijn kleinkinderen. En dat ze dan thuis elke ochtend een smoothie krijgen van rode bietjes met gojibessen die gekruist zijn met suikervrije sinaasappels, met een eetbaar rietje van sojableekselderij. Maar alle gekheid op een stokje, ik begin mijn boterhammetje - of erger, mijn saucijzenbroodje! - zo onderhand hetzelfde te bezien als iedere sigaret die ik rook. Met elke hap denk ik aan mijn organen die puffend en steunend al dit onvoedsel moeten verwerken en verteren en er geen klap aan hebben. Dat ze al die jaren al overleven op een minimum aan goede dingen die per ongeluk en sporadisch langskomen!

Zucht....ik ga mijn gedoogbeleid zeker nog niet opschorten maar ik zie de toekomst van mijn geliefde boterhammetjes en stokbroodjes en pistoletjes en pizzabodems (ja ook die!) en al die andere lekkere deegachtige dingen met gluten, koolhydraten en meer slechts waar ik zo hartstochtelijk van hou somber in. En zaterdag verstop ik nog maar een kilo geraffineerde kristalsuiker onder mijn biologische kip terwijl ik schichtig om me heen kijk of ik geen bekenden zie in de supermarkt.