zondag 6 november 2016

Lekker makkelijk

Naast de muziek van Bruce Springsteen, op kleur gesorteerde boekenkasten en lang houdbare champignons heb ik tevens een gruwelijke hekel aan gourmetten. Gourmetten is de meest overschatte gezelligheid in de Nederlandse keuken (ik weet niet of er buiten onze landsgrenzen ook gegourmet wordt maar we hebben het ook voor elkaar gekregen om de stroopwafel en de klomp tot exportproduct te verheffen dus ik vermoed het ergste).

Gourmetten is dus gezellig. De meeste mensen gourmetten namelijk als er iets te vieren is. Vraag maar eens op een paar willekeurige doordeweekse dagen aan mensen om je heen wat ze die dag gaan eten en je zult zelden dit antwoord krijgen: "Vanavond gaan wij gourmetten, zomaar." En dat komt zo. In tegenstelling tot wat men altijd denkt, namelijk dat gourmetten een makkelijk alternatief is voor een feestmenu, is gourmetten helemaal niet makkelijk.

Je moet om te beginnen naar de supermarkt voor een scheepslading miniatuurvlees. Daarnaast heb je, voor dezelfde maaltijd, ook nog stokbrood, friet en pannenkoekenmix nodig. Normaal gesproken kun je met deze verscheidenheid aan boodschappen drie tot vier keer een maaltijd op tafel zetten. Niet per se een gezonde maaltijd, maar soit, je hebt een maaltijd. Ga je gourmetten heb je dit allemaal op dezelfde dag nodig. Ik heb nog nooit slavinken met pannenkoeken en stokbrood met kruidenboter tijdens hetzelfde diner gegeten. Maar ok, dan heb je je koelkast volgepropt met die microscopische biefstukjes en kipfiletjes en een schier oneindige reeks aan sausjes en smeerdingetjes voor op je stokbrood. Daar gaat het hele concept makkelijk eigenlijk al verloren. Vooruit, je hebt jezelf nog wel het gemak van drie zakken voorgesneden stokbrood gegund.

Dan ga je de vliering op/overvolle trapkast in/de schuur te lijf om je gourmetstel op te duikelen. Je installeert de hele bende op tafel, pas op dat je je nek niet breekt over de kluwen aan verlengkabels en stekkerdozen die door de huiskamer liggen voor de stroomtoevoer. Vervolgens sta je minstens anderhalf uur in de keuken om je vleesjes en visjes leuk én praktisch te schikken op schalen. Champignons, uien en paprika's te snijden, pannenkoekenbeslag te klutsen, pepersausjes te roeren en een salade te maken. Dan moet alles op de tafel die voor 1/3 in beslag genomen wordt door het gourmetstel zelf, de rest van de ruimte is nodig voor bordjes, bestek en misschien heb je nog van die koddige spateltjes voor iedereen. Je propt alles zo goed en zo kwaad als het gaat in de overgebleven ruimte. Het volgende probleem waar je tegenaan loopt is dat je van heel veel dingen maar één hebt. Eén peper, één zout, één margarinefles, één pannenkoekenbeslagspuitfles. Straks zit je met dat hete gourmetstel en dan is het helemaal niet handig dat je steeds allemaal dingen door moet geven. Maar ja, je hebt die zout en peper wel 84 keer nodig want ja, al die ministukjes vlees natuurlijk. Gevolg: iedereen zit de godganse tijd margarine en zout aan elkaar te vragen. En hebben jullie nog garnalen liggen daar? Niet makkelijk.

Dan begint het feest. Ik had de voortdurende zoektocht naar dingen die je nodig hebt op tafel al genoemd maar dat is nog the least of your concerns... Weet iemand of dat pannetje nou boven of onder moet?! Ik heb het in elk geval nog nooit kunnen ontdekken. Al was het alleen al omdat de grote eters aan tafel meteen een hele slagerij op de bovenplaat kwakken. Als dat pannetje al daar hoorde dan is dat sowieso per direct onmogelijk. Dan ga je zitten kijken hoe je vlees gaar ligt te bakken. Ondertussen eet je een stokbroodje. Althans, dat denk je. Zonder dat je het merkt eet je 13 stokbroodjes. En dan: hoera! Je biefstuk is klaar. Je legt hem op je bord. Kiest een gezellig sausje uit, neemt je bestek ter hand en snijdt het ding in vier stukken. Ten overvloede want je kan het makkelijk in één keer naar binnen werken. Maar ja, dat is natuurlijk niet gezellig. Na drie minuten is je bord leeg en stort je je weer op het stokbrood. Je wijn heeft intussen de temperatuur bereikt waarop je graag je koffie drinkt. Ondertussen loop je je de blaren naar de frituurpan. De kinderen aan tafel heb je al ettelijke malen gered van derdegraads verbrandingen en onderin staan een paar vergeten pannetjes gevuld met pannenkoekenbeslag. Die pannenkoekjes verbranden nooit in een gourmetpannetje maar gaan vooral erg lijken op je gefacelifte tante. De mannen van de generatie 'wie is die man die op zondag altijd het vlees snijdt' eten of alles half rauw op of vragen doorlopend aan hun tafelgenoten of iets al klaar is. Iedereen vergeet wat van wie was en pakt gewoon waar hij of zij zin in heeft en wat gaar is, of niet en je ziet zo'n slavinkje langzaam vergaan tot een hoopje as. Dan, plotseling, begint iedereen te zuchten en steunen dat ie vol zit en meestal moet je er dan ook nog bij zeggen dat "het allemaal kleine stukjes vlees zijn maar je ongemerkt toch veel eet, hè", en één iemand bakt en braadt gewoon doodgemoedereerd verder maar heeft nu de hele plaat tot zijn beschikking. De pannenkoekjes zien er inmiddels uit als je tante voor haar facelift. 

Hartstikke gezellig. Je huis ruikt nog zeven weken gezellig. Je haar ziet eruit alsof je met je hoofd in de juskom hebt gehangen. Onderdelen van het gourmetstel die aan een hogedrukspuit toe zijn passen gezellig niet in de vaatwasser en je verbrandt je fikken alsnog gezellig aan een pannetje. En morgen kan je gezellig gekookte aardappels eten met minibiefstuk, minihamburger en minisparerib. Gezellig. En lekker makkelijk natuurlijk.