dinsdag 8 mei 2018

Werkendemoeder

Vandaag kreeg ik, onder werktijd, een mailtje van de juf van mijn zoon. Dat hij morgen aan zijn werkstuk moet beginnen, op school (godzijdank), en dat hij nog geen boek bij zich had over danwel een dier, danwel een land, danwel een stad. En ze had ons daarover een maand geleden toch al wel een mail gestuurd. In de stroom van communicatie die mijn kant opkomt aangaande de bezigheden van mijn kinderen wil wel eens wat verloren gaan, en zo was ook het dierlandstadwerkstuk aan mijn twee agenda's ontsnapt. Ik zie mijzelf wel vaker voor zulke acute problemen gesteld en soms lukt het om die op te lossen met wat kunst-en-vliegwerk, en soms kom ik met mijn normaal geklede kind op school aan en staat het hele plein vol met Frozen prinsessen, flamengo danseressen, piraten en Spidermans en heb ik wat goed te maken.

Want ik ben een werkende moeder. De werkende moeder is een soort. Werkendemoeder. Ik heb nog nooit een Werkendevader ontmoet. Maar goed, ik hoor dus kennelijk bij de Werkendemoederorde. Feitelijk gezien klopt het. Ik ben moeder en ik werk. Maar het voelt een beetje als misplaatst medelijden, alsof ik een excuus heb om steken op het werk te laten vallen of de bloemenknutsel voor juffendag niet op tijd in te leveren. Stom dus die soortnaam. Bovendien ken ik heel veel moeders die misschien niet direct werken voor de kost maar die wel degelijk werk verzetten, en veel ook. Vaker ben ik eigenlijk meer een moederende werknemer. Want als mijn kindjes mij nodig hebben omdat bloedneuzen na een ruig potje voetbal of als ze groen van de buikgriep achter hun tafeltjes zitten ben ik ala minute vertrokken van mijn werk, al zit de hoogste baas aan mijn bureau. Maar ik zal thuis niet snel het gas onder mijn pannen met eten voor mijn hongerige bloedjes uitdraaien omdat mijn baas belt dat hij nú dit of dat stuk nodig heeft. Dan is hij morgen aan de beurt. 

Dus die mail van de juf. Morgen moet het boek mee. Maar er is nog geen boek. In gedachten ga ik door de kinderboekenkast, alleen het boek "Van wie is deze poep?" komt in de buurt. Maar ik werk vandaag de hele dag en bol.com gaat me niet meer helpen voor half 9 morgenochtend. Ik ben geen lid van de bieb. Ik hou van lezen maar niet van een anonieme snottebel uit 2014 op pagina 84. Zoon is wel lid van de bieb maar er staat nog een tientje boete open op zijn kaart en ik heb vandaag helemaal geen zin om dat te betalen. Bovendien, dat boek moet dan ook weer in goede orde retour en op de een of andere manier is dat voor ons een onmogelijke opgave, zowel de goede orde als retour. Er zit dus maar één ding op; ik moet naar de boekwinkel, onder werktijd, iets kopen (en ja ik weet dat dat meer kost dan die boete van de bieb maar ik ben bang dat we inmiddels ook al € 47 rente moeten aftikken, ik blijf dus voor de zekerheid maar uit de buurt van de bibliotheek). Het vinden van een boek over dier/stad/land is nog een hele expeditie. Terwijl ik met mijn hoofd onder een hoek van 45 graden langs de schappen van de boekwinkel loop vraag ik me af wat jufs gedachte achter deze boekenmissie is. Moet mijn kind in het kader van het behoud van het boek zijn informatie per se uit een analoog medium halen? Was het de bedoeling dat hij zelf op boekenjacht ging en was dat de les of is het een gezamenlijk complot van de juf en de noodlijdende bieb? Begrijpend lezen? Is ook nodig op het internet, toch? Of leert de jeugd van tegenwoordig door dat vermaledijde internet geen begrijpend lezen meer? Kijk ik zelf - kijkt íemand - nog wel eens in een boek om iets te weten te komen of uit te zoeken? Onderwijl mijmerend over deze vragen schiet de boekhandelaar mij te hulp en sta ik vijf minuten later buiten met een prachtig naslagwerkje over haaien. Hij wilde het werkstuk eigenlijk graag over Duitsland doen omdat hij zelf, weliswaar nog maar een achtste druppeltje, Duits bloed heeft. Maar het voorradige assortiment aan boeken over Duitsland beperkt zich rond deze (mei)tijd nogal tot één onderwerp. Hij is net aan het bijkomen van alle oorlogs-schooltv, dodenherdenking en de rondleiding in de bunker op Terschelling dus dat lijkt me niet zo geschikt. Hij zal zich de komende tijd op de haaien moeten storten. Niet zijn lievelingsdier op het moment maar dat kan volgende week weer anders zijn. Het is geregeld en zijn tas staat klaar met het haaienboek erin. Ik zat een half uur later weer op mijn post en heb misschien wel een tandje bijgezet om de verloren tijd in te halen.  

Papadag is een uitstervend woord en dat juich ik toe. Hoewel ik het nog steeds leuk vind om tegen collega's die honend vragen of ik een vrije middag heb als ik om 17 uur vertrek te zeggen dat ik mamadag heb. Laten we hopen dat het fenomeen papadag eveneens ophoud te bestaan als dat betekent dat de papa's en de mama's écht gelijk kunnen zijn. De werkende moeder moet als soort ook opgeheven worden. We hoeven geen pluimpjes, geen medelijden, geen excuus, geen vrijstelling, geen afwijking. We hebben alleen wat tijd nodig als we een kind dragen en baren, en misschien nog een tijdje voeden. Dat is nu eenmaal wat moeders echt zelf zullen moeten doen. En daarna? Geen nieuwe soortnaam alsjeblieft. Af en toe wat begrip, een klein beetje flexibiliteit en een snufje vertrouwen dat jouw moederende of vaderende werknemer echt wel weet wat verantwoordelijkheid is na een paar maanden fulltime werken voor de meest veeleisende werkgever.