woensdag 29 februari 2012

Verse vis

In mijn vroege puberteit had ik een tijdje een vissen-houdt-hobby. Ze waren goedkoop en dus lag een huisdier binnen het bereik van mijn zakgeld. Het was wel even investeren in een kom en een zak stenen maar de vissen zelf, en een paar waterplanten waren haalbaar met mijn weektoelage en een onder mijn bed gevonden kwartje.

Dat ging dan als volgt; ik fietste naar de dierenwinkel, kocht een zak met één of twee vissen. De kom stond klaar, slechts kraanwater toevoegen was alles wat nog moest gebeuren. Als de vissen en ik de hachelijke terugreis al slingerend en uitwijkend voor claxonerende automobilisten hadden overleefd maakte in de zak open en goot mijn nieuwe aanwinsten zonder wennen in de kom. En dat was dan dat. Ze kregen een paar keer per week gekleurde snippers uit een geel potje die je volgens mij ook met een gerust hart aan je tropische vissen, guppies, snoeken, koi-karpers of huistonijn kon geven en één keer in de week vistte ik de bewoners eruit om het kommetje met een sopje te poetsen, liet het vollopen met schoon water, spoelde de stenen en de planten af, visjes er weer in, en hop, dat was de liefdevolle verzorging die mijn huisdieren van mij konden verwachten én waardeerden, dat wist ik want meestal leefden ze nog lang en gelukkig.

Natuurlijk dreef er wel 's eentje op zijn kop aan de oppervlakte maar die ging naar de vissenhemel door het riool en werd vervangen door een nieuw exemplaar, of als het bijna vakantie was, niet.

Vandaag ging ik met de twee jonge Van Dalen's ook twee vissen kopen. De nieuwe biotoop hadden we gekregen van een vriendin van oma die haar aquarium had geupgrade en aldus met leegstand zat. Het is een mooie bak, hoog en vierkant, met een lampje, een pomp en een deksel erop. Past alleen niet onder de kraan en is hoger dan mijn arm lang is. Het schoonmaken is dus een hele toer. Maar ik waagde me eraan. Toen de bak schoon was en ik de wateroverlast in de keuken weer had overmeesterd togen we naar het tuincentrum waar ik ze beiden een vis liet uitzoeken. De keuze was snel gemaakt en de uitverkoren vissen lieten zich gedwee vangen en in een zak gieten. De bolle zak heeft lang liggen wachten. We moeten plantjes. Allereerst moet ik een nauwkeurige beschrijving geven van ons aquarium aan de vissen-meneer. Algauw kom ik erachter dat er niet te licht gedacht moet worden over het houden en onderhouden van twee goudvissen van €1,99 per stuk. Er moeten minimaal twee zuurstofplanten in. Ik word naar de desbetreffende bak gebracht. Ik kies er twee, een gemengd potje en nog iets met lange, dansende bladeren. De ene mag mét pot in de bak, de andere zonder, want die moet wortel schieten. Daarna gaan we naar het vissenvoerschap. Ik krijg een potje in mijn handen gedrukt wat speciaal goudvissenvoer bevat. Voeder-instructies krijg ik ook: om de dag voeren, vijf minuten laten eten, daarna overtollig eten uit de bak schepnetten. Voorts krijg ik een flesje waarvan ik 5ml op 10ml water moet toevoegen om de vissen een betere speklaag te geven en dit wondermiddel zuivert ons kennelijk schadelijke kraanwater ook nog van zware metalen en chloor. Stenen. Ik wil een zak met gemengde kleuren. Maar nee, alle kleuren zijn tegenwoordig gescheiden verpakt. Blijkbaar is het niet meer esthetisch verantwoord om je vissen in een multi-gekleurde omgeving rond te laten zwemmen. Maar ik moet eerst een basis. Ik moet met mijn handen aangeven hoe groot de bodem ongeveer is en krijg op basis daarvan een zak met basis-stenen aangereikt die zwaarder is dan mijn weekendboodschappen. Ik schud de man af om zelf nog even een blik te werpen in het deco-vak. Maar hij wijkt niet voor hij me trots heeft laten zien hoe zij (hijzelf?) enkele aquaria hebben ingericht met de basis-bodembedekking en dat hebben afgewerkt met kleine poeltjes van gekleurde glasstenen. We nemen ook twee zakken blauwe glasstenen. En een gezonken onderzeeër evenals een paarse plastic waterplant om nog enige rebellie aan onze hedendaagse vissenkom toe te voegen.

We krijgen alles levend en heel thuis. Ik open de zak basisstenen en kiep de helft in de bak. Daarna gooi ik er drie emmers kraanwater in en voor de zekerheid, twee doppen van het ontgiftingsmiddel. Nu hebben we een grote, hoge, glazen, onverplaatsbare bak die tot de rand gevuld is met wit water. Ik lees op de halflege zak: spoel de stenen goed af voor het eerste gebruik. Er komt een sms binnen, mijn moeder stuurt: vergeet niet je steentjes eerst even af te spoelen. Ik laat de hoop varen dat het water over een uurtje wel weer helder is en begin de handelingen met de emmers in omgekeerde volgorde te herhalen. Als hij bijna leeg is sta ik voor de vraag, hoe spoel ik de zand-formaat steentjes af? Ik pak de beslagkom uit de la en zie de zeef liggen. Ik haal de meeste steentjes eruit en spoel ze in etappes langdurig af onder de hete kraan. De restjes in het aquarium laat ik in de gootsteen lopen en duw ik door de afvoer. Opnieuw maak ik de bak schoon. Schone stenen erin, klein beetje water, en we doorstaan de stenentest, het water blijft helder. Ik pak de plantjes uit de zak en kan met de beste wil van de wereld niet meer terughalen welke nu met en welke zonder pot in de bodem mocht. Ik zet ze beiden voor het gemak dus maar met pot en al in de grond. Maar als ik halverwege ben met water toevoegen zijn ze allebei weer uit de grond en zweven rustig en behoedzaam met pot door het water. Ik herinner me de sticker uit mijn natuurkundelokaal van vroeger; eerst water, de rest komt later en vul vervolgens doodgemoedereerd verder, hetzij in een rustiger tempo, met een klein kannetje. Interesse van de Van Dalentjes is inmiddels verdwenen en in zijn geheel verplaatst naar de televisie. Met een lange pollepel duw ik de planten weer op hun plek, ik laat de onderzeeër afzinken en knip de vissenzak open, ik giet ze in hun nieuwe onderkomen en ze zwemmen er meteen vrolijk (of bang, nerveus en onzeker?) op los. Als ik de zak bij het plastic afval stop lees ik nog de instructies voor tewaterlating; 30 minuten met zak en al in het aquarium hangen, daarna de zak openmaken en water erin laten stromen, daarna de zak verwijderen om de vissen te laten wennen aan het water.

Ik schuif, duw en trek nog een beetje aan de bak zodat mijn Boedha-beeld er weer naast kan staan, plug een stekkerblok in voor alle elektronica, lampje aan, en tadaa, zie daar, een heus aquarium is geboren! Blub-Blub en Blub lijken het prima naar hun zin te hebben en de poes is op pad. Nu nog even de vaatwasser aanzetten om alle gebruikte huisraad weer van de vislucht te ontdoen, stofzuigen en dweilen en het is alsof het nooit anders geweest is!


maandag 27 februari 2012

Voorjaarsvakantie


Morgen is de laatste schooldag voor mijn oudste zoon. Daarna hebben hij en de juf een week vakantie op de agenda staan. Die vakantie heet voorjaarsvakantie en ik vraag me al jaren af waarom. Toen ik zelf nog profiteerde van een week teren op mijn moeders tijd uiteraard niet maar nu ik de moeder ben wel. Het is namelijk helemaal nog geen voorjaar. Omdat alles buiten nog kaal, koud, dor en nat is. Omdat de hele buurt voor de derde keer dit seizoen op wíntersport gaat en omdat het nu eenmaal nog geen voorjaar is, kalendertechnisch. Misschien ergens halverwege wordt het wel metereologisch gezien voorjaar maar ik associeer toch graag met bermen vol narcissen, lammetjes langs de dijk, een cv-ketel die zo nu en dan ook in ruste is omdat hij niet meer continu het huis of mijn bevroren lijf hoeft te verwarmen en een zon die iets hoger staat dan net boven mijn dashboard.

Wat gaan we doen? Ik verkeer in de luxe-positie dat ik als zelfstandige vanuit huis werk  en dus niet alsnog 3 dagen vroeg uit de veren hoef om iedereen om 7 uur in de auto te hebben en af hoef te leveren op de vakantie-BSO. Aldus pas ik me gewillig en makkelijk aan aan het tijdelijk verlengde weekend-ritme en spring niet onmiddellijk in de douche terwijl mijn hoofd nog aan het snoozen is maar strompel rustig de trap af richting koffiezetter en krant in mijn Little Pony pyjama. Want vakantie of geen vakantie ,mijn kinderen hebben nog de leeftijd en bijbehorende mentalitieit om ook buiten kantooruren op onchristelijke tijden naast hun bedjes te staan en mijn aandacht en dienstverlening op te eisen.  Dan lummelen we wat rond tot we echt beginnen te stinken en dan gaan we onszelf toch maar toonbaar maken. De eerste één à twee dagen kan ik dan nog wel stilletjes achter mijn computer kruipen met mijn vierde bak slappe koffie  terwijl ze spelen of tv kijken. Maar vanaf dag drie moet ik toch echt verantwoording af gaan leggen over hoe ik de rest van de vakantie had gedacht door te gaan brengen, ofwel, hoeveel en welke indoor-speeltuinen, pretparken, dierentuinen en/of bioscopen ik ingepland had en uiteraard, gaan we zo weg?

Nu vind ik het ook best wel leuk en voelt het bijna als een Calvinistische verplichting om mijn kinderen in elk geval een voor de vakantieduur redelijk aantal dagen te entertainen en dus struin ik op internet sites als uitjesmetkinderen, vakantieuitstapjes en dagjeweg af, blader ik door het bonnenboekje van het WNF, vraag links en rechts om me heen naar plannen om na te apen en probeer ik zelf nog wat originele ideeen te bedenken. Maar uiteindelijk komt het meestal toch wel weer neer op de dichtstbijzijnde indoor-schreeuw-fristi-beduimeldeleesmappen-hal met grote netten, veel ballen, een duizelingwekkende glijbaan en een te vol springkussen, en vol met papa’s met mama’s of papa’s of mama’s van allerhande pluimage. Friet en een ijsje toe en dan zijn ze eigenlijk gewoon wel weer blij. Het liefst nog ernaartoe op een railrunner met de dubbeldekker van de NS en dan kan de dag helemaal niet meer stuk. Dat hoort dan ook wel weer bij die leeftijdsmentaliteit…en bij de mijne blijkbaar want zelf ben ik natuurlijk van de pré-patat-generatie, de verwende, getroubleerde, zoekende dertiger. En dat wordt tijdens zo’n vakantie maar weer eens pijnlijk bevestigd.

Hoe deden onze moeders dat vroeger en nog prangender, onze oma’s? Veegden ze gewoon ’s morgens, weer of geen weer, al het kroost naar buiten in de oude plunje en vervolgden zij gestoken in gesteven schort hun dagritme van stoofvlees op het petroleumstel zetten, matten kloppen, bedden luchten en alle andere huishoudelijke activiteiten die al naar gelang de dag van de week op het programma stonden? Ik herinner me zelf niet zo gek veel uit die basisschooltijd. Er werden ook wel uitstapjes gemaakt maar dat was geen regel, wel een feest. Verder moesten wij onszelf toch wel zo goed en zo kwaad als dat ging vermaken. TV was er wel maar zeker niet de hele dag en het aanbod had geen 50 verschillende zendernummers. Ik hing bijvoorbeeld graag ondersteboven op de bank. Benen over de leuning en hoofd van de zitting, en dan een beetje met mijn haren over de grond zwiepen. Net zo lang tot mijn moeder vond dat mijn omgekeerde bloedsomloop zorgelijke uiterlijke kenmerken begon te veroorzaken en ik weer, aangenaam duizelig, min of meer rechtop ging zitten op de bank en daar een uurtje dagdroomde over welk een fantastisch fotomodel ik zou zijn als mijn ouders dat eindelijk ook eens in gingen zien. Of ik las een vrouwenblad van mijn moeder en probeerde me voor te stellen dat ik ook ooit waarde zou hechten aan een dure handtas en wat ik daar dan in zou moeten stoppen. Zo kon ik de dagen doorbrengen. Misschien had ik die tijd beter kunnen benutten door alvast na te denken over hoe ik echt mijn volwassen leven zou gaan inrichten, en wat ik dan vervolgens met die bloedjes van toen nog imaginaire kinderen zou gaan doen tijdens de vakantie!