dinsdag 2 juni 2015

De laatste (k)eer

Ik ben redelijk nuchter over de dood. Of onder de dood. Want uiteindelijk trek je natuurlijk toch aan het kortste eind. Voor alle duidelijkheid, ik heb het hier over mijn eigen einde. Geen zorg, ik heb geen slaappillen opgespaard en ook hoop ik dat hij me nog lang niet komt halen want ik heb nog een hele hoop te doen en daar kijk ik naar uit. Maar ik ben niet bang voor hem. Ik geloof ook niet dat er daarna nog iets is, geen hogere macht, zelfs niet 'iets'. Best saai. Maar geloven in een hiernamaals of een ziel die keer op keer opnieuw leeft is denk ik vooral iets wat wij bedacht hebben om de dood wat minder definitief en dus eng te maken. Selffulfilling prophecy's. En dat alles met elkaar verbonden is. Daar geloof ik in. Maar ik denk ook dat die zaken op natuurkundige/psychologische wijze te verklaren zijn. Dus daar blijft dan ook geen spirituele spaan van heel. Maar als de dood mijn geliefden komt halen....dan hebben we een appeltje te schillen. Dan wacht ik hem op met een honkbalknuppel en dan sla ik die kutzeis en die flauwe cape he-le-maal verrot. En zeker als hij te vroeg is.

Kleine en grote gedachten die vanmiddag door mijn hoofd spookten toen ik op een uitvaartplechtigheid was. Ik dacht ook: wat is het toch jammer dat mooie liedjes die je hoort op begrafenissen of crematies een tijdje of altijd gelinkt zijn aan de dood/de dode vanaf dat moment. En ook: hoe ouder je wordt, hoe meer liedjes dus doodgaan. Ik hou van veel liedjes. Om vrolijke redenen, ook om minder vrolijke, maar toch, de dood legt altijd beslag, en dat vind ik niet eerlijk. Gelukkig dus soms maar tijdelijk. Op de voorste rij zitten de mensen die al aan het bedenken zijn waar ze hun honkbalknuppel hebben gelaten. Vandaag zat ik daar gelukkig niet. Iemand zei me eens; "Uiteindelijk zitten we allemaal op de eerste rij". En dat klopt, je schuift steeds een rijtje naar voren, maakt plaats voor jongere generaties die nog achterin horen. Tot je uiteindelijk zelf in die kist ligt. Dat is de juiste volgorde, maar die klopt ook niet altijd natuurlijk. Ik keek vandaag naar de mensen om me heen. Allemaal met hun eigen intentie gekomen maar allemaal om de laatste eer te bewijzen aan de dode of om de achterblijvers te steunen. En allemaal dachten we: Goh, het is dus echt waar, de dood bestaat. Ik dacht dat ook. Want wie gelooft het nou eigenlijk, dat je echt dood kan gaan? Jij! Dood! Dat bestaat toch niet? Je zou geen leven meer hebben als je het zou geloven.

Zo'n uitvaart (Waar is de boot trouwens? Vreemd eufemistisch woord.) maakt ook zacht en vergevingsgezind. Je ziet een tante die je al jaren niet meer sprak en als ze verteld dat ze ook al 80 jaar is nu zeg je spontaan: "Nee toch?! Pas geworden toch zeker!?" En ze lacht en schudt het hoofd maar ze is blij dat je met die opmerking de dood nog even ver wegjaagt van haar, ksssst! Geluiden zijn zacht en stemmig. Het lijkt alsof we allemaal een collectieve zucht van opluchting slaan. Wij waren nog niet aan de beurt. Wij knuffelen elkaar nog, praten nog, mogen nog.

De dood is raar. Dat vind ik wel hoor. We weten allemaal dat het er ooit van zal komen, zonder uitzondering. Soms denk ik wel eens dat hoe gezonder, rijker en slimmer we worden, hoe banger we ervan worden. We zijn ver af komen te staan van de dood, bestrijden hem met alles wat we voor handen hebben en zijn daardoor vergeten om te accepteren dat de dood nu eenmaal part of life is en dat Het Leven niet stopt bij één dode. De dood komt altijd, maar het leven nog veel meer. En dat is mooi. Vind ik dan hè. Want het leven dat was blijft ook bestaan, misschien komt er wat stof op maar het kan nooit meer uitgewist worden. Zoals Bram Vermeulen ooit zei; "Want ik ben pas dood als jij niet meer aan me denkt."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten