zaterdag 4 juni 2016

Roest

Ik heb me eens laten vertellen dat het schilderen van de Eiffeltoren een klus is die altijd maar door gaat. Als de schilders de top hebben bereikt is het schilderwerk aan de voet alweer zo versleten dat ze daar weer opnieuw moeten beginnen. Geen idee of het echt waar is -en ik hoop het van harte voor de Franse schilder die deze opdracht heeft binnengehaald- maar als metafoor is het me altijd bijgebleven. Als mijn to do lijst bijvoorbeeld aan de onderkant harder groeit dan ik hem aan de bovenkant af kan werken. Of als ik het huishouden doe terwijl mijn kinderen thuis zijn. In het laatste geval is het zelfs heel letterlijk te nemen; als ik boven gestofzuigd heb en beneden klaar ben kan ik boven weer beginnen met stofzuigen. Daar mopper ik dan over en dat doet die Franse schilder vast nooit. Al zou hij misschien eens moeten gaan overwegen meer mensen op de klus te zetten of om betere verf te gebruiken.

Dat huishouden zal me, ondanks wat gemopper links en rechts, trouwens allemaal wat hoor. Natuurlijk loop ik liever niet op mijn blote voeten door een halve zandbak 's morgens vroeg en zou ik het heel fijn vinden als er eens langer dan een dag geen kruimels op de bank lagen, en ik zat een paar jaar geleden al aan mijn geduld-grens wat betreft omgevallen bekers. Maar het grootste gedeelte van de tijd kan ik dat allemaal heel goed naast me neerleggen. Als ik 's morgens een bak koffie kan zetten en als iedereen daarna op tijd, gevoed en met kleren aan op school/werk is dan ben ik dik tevreden. Mijn slaapkamer heb ik verboden terrein verklaard voor lego-ninja's, playmobil campers, viltstiften, vriendjes van mijn kinderen en magisch zand. Zo lukt het me meestal ook nog vrij aardig om 's avonds ongehinderd in bed te kruipen. Af en toe ga ik als een witte tornado door het huis en dan is het weer een dagje, of misschien wel twee, schoon en opgeruimd.

Tolerant zijn ten aanzien van het huishouden terzijde, soms voelt het leven toch alsof je een vierkant blokje door een rond gat probeert te duwen. Of soms zelfs door een driehoek, nog onmogelijker. Maar dat je het als een dreumes van anderhalf jaar toch blijft proberen. Tijd is net geld, voor je het weet is het op en waar je het aan uitgegeven hebt, god mag het weten maar je hebt er niet mee gedaan wat je (allemaal) wilde. We zijn er ook zo door geconserveerd. Ken je dat, dat je ineens tijd over hebt en niet weet wat of je ermee moet? Net zoals mensen die de loterij winnen en per ongeluk gewoon nog een tijdje blijven werken of op de penning blijven. Er gaan mensen aan dood, serieus, het Willem Ruis syndroom heet dat. Gaan ze op vakantie en hebben ze ineens rust, begeeft dat hart het van de schrik. Dat had ie, Willem. Dood gegaan toen hij eindelijk in zijn Spaanse villa, waar hij zich te pletter voor had gewerkt, op zijn krent ging zitten.

Nou. Ik werk me ook best een beetje te pletter, en daarnaast probeer ik ook nog mijn steentje bij te dragen aan hulpdingetjes op school en de voetbal, leuke Sinterklaassurprises te maken, een gefundeerde mening over Sylvana Simons te formuleren, de tafel van 9 samen met mijn zoon van 8 opnieuw uit mijn hoofd te leren, bij mijn oma koffie te drinken, gezonde lunches te maken, acute huishoudelijke taken uit te voeren, dingen die fout gaan recht te zetten, en nog veel meer van die bijzaken, maar ik ga er geen Spaanse villa van bekostigen. Dus ik behoor niet tot de risicogroep. Daarbij, mij kan je op vakantie sturen en ik ga vanaf minuut één in de zen-modus. Sterker nog, na twee dagen kan ik je met de beste wil van de wereld niet meer vertellen welke dag van de week het is.

Maar om nou te voorkomen dat ik over een tijdje bij de huisarts zit te grienen en hij zegt: "Ga jij maar eens rustig een jaartje op de bank voor je uit zitten staren en drie maal daags een blokje om." heb ik wat bedacht.

Ik ga de onderkant van mijn Eiffeltoren over een tijdje niet meer onderhouden. Ik vertel mijn kinderen op gezette tijden dat ik ze op hun achttiende het huis uit gooi, al mijn spullen verkoop en de wereld rond ga reizen. Dat ik dan af en toe terugkom voor de feestdagen of als we elkaar te erg missen. Zij moeten daar om lachen. Ik ook, over 10 jaar, als ze me uit komen zwaaien. En daar dagdroom ik dan best wel vaak over. En heel vaak is er iemand bij me, in die droom. Iemand die net zoveel zin heeft om die cirkel te doorbreken van beneden weer beginnen als je boven klaar bent. Maar als die er later niet is dan laat ik de onderkant gerust in mijn eentje wegroesten. Een goede basis kan wel een beetje slijtage hebben hoor. Het stort toch een keertje in elkaar, en moet dat dan in topconditie? Mind you. Ik hou wel van een beetje zichtbare leefschade.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten